Operating Instructions

4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
108
¢1 Als [ISO Auto Bovenl. Inst.] (P214) in [ISO-gevoeligheid (foto)] op [AUTO] gezet is.
¢2 Alleen beschikbaar als [Uitgebreide ISO] ingesteld is.
AUTO
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis
van de helderheid.
Maximum [ISO3200] (Met de flitser op [ISO1600])
¢1
(Intelligent)
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en
stelt de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens
automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij de beweging
van het onderwerp en de helderheid van de scène passen,
om het schommelen van het onderwerp te minimaliseren.
Maximum [ISO3200] (Met de flitser op [ISO1600])
¢1
De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop
tot halverwege ingedrukt wordt. Het verandert voortdurend
om zich aan te passen aan de beweging van het
onderwerp, tot de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
L.100
¢2
, van 200 tot 25600
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende
standen.
Kenmerken van de ISO-gevoeligheid
200 25600
Opnamelocatie (aangeraden) Wanneer het licht is (buiten) Wanneer het donker is
Sluitertijd Langzaam Snel
Ruis Minder Verhoogd
Schommelen van het
onderwerp
Verhoogd Minder
Kan in de volgende gevallen [ ] niet selecteren:
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Handmatige Belichtingsmodus
Als [Multi-belicht.] ingesteld is, is de maximum instelling [ISO3200].
Als [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is, staat de limiet van de ISO-gevoeligheid vast op [ISO400].
Met de Creatieve Video-modus, 6K/4K foto, of Post Focus, kunt u de waarde van de
ISO-gevoeligheid instellen in onderstaand bereik.
Waardenbereik: [AUTO], [200] tot [12800] ([100] tot [12800] als [Uitgebreide ISO] ingesteld
is)