Operating Instructions
101
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Handmatig instellen van het brandpunt
Toepasbare modi:
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens
en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
1
Zet de hendel van de focusmodus op [MF].
2
Druk op [ ].
• U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60)
• U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door de joystick 3/4/2/1 te bewegen (als
[D.FOCUS Movement] ingesteld is).
3
Druk op 3/4/2/1 om de brandpuntpositie in te stellen en druk op
[MENU/SET].
• Het hulpscherm wordt weergegeven dat de zone
vergroot. (MF Assist)
• U kunt de zone ook vergroten door aan de focusring te
draaien, de focushendel te bewegen, een open gaande
knijpbeweging (P52) op het scherm te maken of door het
scherm twee keer aan te raken.
• U kunt de brandpuntpositie ook instellen door het
beeldscherm (P52) te verslepen.
• Door op [DISP.] te drukken, wordt de brandpuntpositie opnieuw op het midden gezet.
4
Scherpstellen.
De handelingen die gebruikt worden om handmatig scherp te stellen variëren
afhankelijk van de lens.
Gebruik van een onderling
verwisselbare lens (H-ES12060/
H-FS12060/H-HSA12035) met een
focusring
Draai naar A
kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Draai naar B
kant:
Stelt scherp op onderwerpen ver weg
Gebruik van de onderling verwisselbare
lens met een focushendel
Verplaats naar C
kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Verplaats naar D
kant:
Stelt scherp op onderwerpen ver weg
• De scherpstelsnelheid varieert afhankelijk
van hoe ver u de focushendel verplaatst.
A
B
C
D










