Operating Instructions

Video-instellingen Videohelderheid en kleuring
378
[ISO-gevoeligh. (video)]
Stelt de onder- en bovenlimieten van de ISO-gevoeligheid in als de
ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is.
1
Zet de opnamefunctie op [ ] of [S&Q].
Stel de modusknop in. (De opnamemodus selecteren: 75)
2
Stel [ISO-gevoeligh. (video)] in.
[] [] [ISO-gevoeligh. (video)]
Items instellen ([ISO-gevoeligh. (video)])
[ISO Auto Onderl. Inst.]
Stelt de onderlimiet in van de ISO-gevoeligheid als de ISO-gevoeligheid is gezet op
[AUTO].
Sensoroutput 60 fps of lager: Stel het bereik in tussen [100] en [6400].
Sensoroutput 61 fps of hoger: Stel het bereik in tussen [100] en [1600].
[ISO Auto Bovenl. Inst.]
Stelt de bovenlimiet van de ISO-gevoeligheid in als de ISO-gevoeligheid is gezet op
[AUTO].
Sensoroutput 60 fps of lager: Stel in op [AUTO] of in het bereik tussen [200] en
[12800].
Sensoroutput 61 fps of hoger: Stel in op [AUTO] of in het bereik tussen [200] en
[3200].