Operating Instructions
Focus / Zoom – AF gebruiken
169
De aangepaste waarde registreren
1 Selecteer [ALL] of [ADJUST BY LENS] en druk vervolgens op [DISP.].
2 (Als [ADJUST BY LENS] geselecteerd is) Registreer de lens.
• Druk op [DISP.] en selecteer [Ja] om te registreren.
• Als de lens al geregistreerd is, gaat het scherm over naar dat van Stap 3.
3 (Als [ADJUST BY LENS] geselecteerd is) Selecteer [Aanpassen Breed] of
[Aanpassen Tele].
• Druk op 34 om te selecteren en druk vervolgens op of .
• Als een prime lens gebruikt wordt, wordt [Aanpassen] weergegeven.
4 Pas het focuspount aan.
• Druk op 21 om het focuspunt aan te passen en druk vervolgens op of
.
• U kunt de aanpassing ook maken door , of te draaien.
• Het focuspunt wordt naar achter verplaatst wanneer het aangepast wordt met
de [+]-zijde. Het focuspunt wordt naar voren verplaatst als het aangepast wordt
met de [−]-zijde.
5 Neem op en herhaal Stap 4 tot het geschikte focuspunt bereikt wordt.
• Controleer het ingestelde focuspunt in een beeld dat opgenomen is met [AFC]
van [Prio. focus/sluiter] ingesteld op [FOCUS] en met de focusmodus ingesteld
op [AFC]. ([Prio. focus/sluiter]: 564)










