Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DC-G90 DC-G91 Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
De benodigde informatie vinden In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u nodig heeft op de volgende pagina’s vinden. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en snel de informatie vinden. Zoeken in “Inhoud” Klik op deze icoon om naar “Inhoud” te springen.
Gebruik van deze handleiding Over de aanduiding van de toepasbare modus Toepasbare modi: De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn. • Zwarte iconen: Toepasbare modussen • Grijze iconen: Niet beschikbare modussen en zullen verschillen, afhankelijk van de opnamemodussen die bij de voorkeurinstellingen geregistreerd zijn. ∫ De symbolen in de tekst : MENU Wi-Fi Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets te drukken.
Inhoud De benodigde informatie vinden ...............................................................................2 Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3 Inhoudsopgave van de functies ..............................................................................10 1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................13 Standaardaccessoires.....................
Inhoud 3. Opnamemodussen Gemakkelijk Opnemen (Intelligent Auto modus).....................................................65 • [Intelligent auto]-menu ....................................................................................68 • Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid....................................................................................69 Programma AE-modus........................................................................................
Inhoud 5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus ................................................................................... 118 Opnamen maken met de burstfunctie ...................................................................119 4K-foto-opname ....................................................................................................122 • Opmerkingen over de 4K-fotofunctie............................................................
Inhoud 7. Films opnemen Opname Bewegend Beeld ....................................................................................169 • [Opname-indeling]/[Opn. kwaliteit] ...............................................................171 • [Continu AF] .................................................................................................172 • [AF Aang. Inst.(Video)] .................................................................................173 • Log-registratie (V-Log L)..................
Inhoud 10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wat u kunt doen met de Wi-Fi®/Bluetooth®-functie ...............................................256 Wi-Fi-functie/Bluetooth-functie ..............................................................................257 Verbinden met een smartphone ............................................................................259 • “Panasonic Image App” installeren ..............................................................
Inhoud 11. Andere apparaten verbinden Kijken naar/Bewaren van 4K films op een extern apparaat ..................................300 • Kijken naar films in 4K ..................................................................................300 • Opslaan van 4K-films ...................................................................................300 Beelden terugspelen op een TV-scherm...............................................................301 • Opnemen tijdens het bekijken van de camerabeelden ..
Inhoudsopgave van de functies Opnemen Opnemen Opnamefunctie ................................ P44 [Voorvertoning] ................................ P78 Bulb-opname ................................... P75 [Samenstelling Live View] ............... P76 [Panorama-opname]........................ P85 [Intervalopname]............................ P138 [Stop-motionanimatie] ................... P140 Bracket-opname ............................ P144 [Stille modus] ................................. P206 [Multi-belicht.] .
Inhoudsopgave van de functies Films Films [Opname-indeling]/ [Opn. kwaliteit] ............................... P171 Foto’s maken terwijl u een film opneemt ........................................ P175 [Snapfilm] ...................................... P176 Bewaking HDMI-output tijdens opname .........P302 [Geluid ouput] ................................P212 Beeldscherminstellingen [Weerg. geluidsop.niveau] .............P179 [Zwart-wit Live View] ......................P219 [Centrummarkering] ................
Inhoudsopgave van de functies Afspelen Afspelen Beelden afspelen...........................P184 Films afspelen ...............................P185 Afspeelzoom.................................. P187 Thumbnail-scherm......................... P187 Wissen........................................... P191 [Auto review].................................. P219 [Diashow]....................................... P240 [Roteren]/ [Scherm roteren]..................P253, P254 Opmaken [4K-FOTO In Bulk Opslaan]...........
1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera ∫ Firmware van uw camera/lens Er kunnen firmware-updates verstrekt worden om de capaciteiten van de camera te verbeteren of functionaliteit toe te voegen. Voor een opname die vloeiender verloopt, raden wij aan de firmware van de camera/lens naar de laatste versie te updaten. • Voor de meest recente informatie over de firmware of het downloaden/updaten van de firmware kunt u onderstaande ondersteunende website bezoeken: https://panasonic.
1. Voor Gebruik ∫ Condensatie (wanneer de lens, de zoeker of het scherm beslagen zijn) • Condens doet zich bij verschillen in temperatuur of vochtigheid. Wees voorzichtig omdat condensaat tot vlekken of schimmel kan leiden op de lens, de zoeker en het scherm of defecten kan veroorzaken. • Als condensaat optreedt, schakel de camera dan uit en laat hem ongeveer 2 uur met rust. De bewaseming zal op natuurlijke wijze verdwijnen naarmate de temperatuur van de camera de omgevingstemperatuur nadert.
1. Voor Gebruik Standaardaccessoires Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen. • De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”. • De body van de digitale camera wordt in de tekst aangeduid als camerabody. • Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
1. Voor Gebruik Namen en functies van de componenten ∫ Camerabody 1 2 3 4 13 14 15 16 8 9 17 18 19 20 21 10 11 5 67 22 ヤラモンヨユ 12 23 31 30 29 28 27 26 1 [ ] (Witbalans)-knop (P115) 2 [ ] (ISO-gevoeligheid)-knop (P113) 3 [ ] (Belichtingscompensatie)-knop (P111) 25 4 Stereomicrofoon (P179) • Zorg ervoor de microfoon niet te bedekken 17 met uw vinger. Dat zou het geluid moeilijk opneembaar kunnen maken.
1. Voor Gebruik 34 35 33 36 39 38 37 40 41 42 43 44 45 46 32 51 50 49 48 47 [Q.MENU]-knop (P58)/[Fn2]-knop (P60)/ ] (Wis)-knop (P191)/ [ ] (Annuleer)-knop (P57) 32 Aanraakscherm (P52)/monitor (P318) 45 [ 33 [LVF]-knop (P42)/[Fn3]-knop (P60) 34 Zoeker (P42, 338) 46 [DISP.
1. Voor Gebruik ∫ Lens H-FS12060 H-FSA14140 1 2 3 4 5 4 5 1 6 H-FS1442A 1 2 3 1 Lensoppervlak 2 Focusring (P107) 3 Zoomring (P153) 4 Pasmarkering voor de lens (P35) 5 Contactpunten 6 Montagerubber lens (P339) 7 O.I.S.
1. Voor Gebruik Over de Lens Dit toestel kan de speciale lenzen gebruiken die compatibel zijn met de specificatie van de lensmontage van het Micro Four ThirdsTM Systeem (Micro Four Thirds montage). U kunt ook een lens van een van de volgende standaards gebruiken door een montageadapter te bevestigen.
2. Opstarten/Basisbediening Het bevestigen van de Schouderriem We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het vallen ervan tegen te gaan. 1 Haal de schouderriem door het lusje van de schouderriem op het toestel. A: Lusje voor schouderriem 2 3 4 Haal het uiteinde van de schouderriem door de ring in de richting van de pijl en haal het vervolgens door de stopper. Haal het uiteinde van de schouderriem door het gat aan de andere kant van de stopper.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen van de Batterij U kunt de batterij laden door of de bijgeleverde lader te gebruiken of in de camerabody. Als u de camera inschakelt, kunt u de camera ook via een stopcontact van stroom voorzien. • De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op. Laad de batterij met gebruik van de batterijlader Oplaadtijd Ongeveer 175 min • Gebruik de bijgeleverde lader en Netadapter.
2. Opstarten/Basisbediening • Gebruik geen enkele andere USB-kabel dan de bijgeleverde kabel. • Geen andere netadapters gebruiken dan de bijgeleverde adapter. • De (bijgeleverde) netadapter en de (bijgeleverde) USB-aansluitkabel zijn alleen voor deze camera. Gebruik ze niet met andere apparaten. ∫ [CHARGE]-controlelampje Aan: Uit: Opladen bezig. Opladen is voltooid. (Wanneer het laden voltooid is, sluit de (bijgeleverde) netadapter dan af van het stopcontact en verwijder de batterij).
2. Opstarten/Basisbediening ∫ De batterij verwijderen Duw voor de verwijdering hendel A in de richting van de pijl. • Controleer of er geen vuildeeltjes op de binnenkant (rubber afdichting) van het batterijdeurtje zitten. • Verwijder de batterij na gebruik. (Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.) • De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
2. Opstarten/Basisbediening Laad de batterij met gebruik van de camera Oplaadtijd Ongeveer 180 min • Gebruik van de camerabody en de bijgeleverde Netadapter. De camera is uitgeschakeld. • De aangeduide oplaadtijd is voor als de batterij volledig ontladen is. De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt wordt. De oplaadtijd voor een batterij in een warme/koude omgeving of een batterij die lange tijd niet gebruikt werd, kan langer zijn dan normaal.
2. Opstarten/Basisbediening • De camera verbruikt een kleine hoeveelheid stroom, zelfs als hij uitgeschakeld is door de aan/ uit-schakelaar van de camera op [OFF] te zetten. Wanneer het product lange tijd niet gebruikt wordt, sluit het (bijgeleverde) netsnoer dan af van het stopcontact om energie te besparen. • U kunt de batterij ook laden door een USB-apparaat (PC, enz.) op de camera aan te sluiten met de USB-aansluitkabel (bijgeleverd). In dat geval kan het laden even duren.
2. Opstarten/Basisbediening Mededelingen over laden/stroomtoevoer ∫ Aanduiding batterijniveau 75% of hoger L AFS 50% tot 74% 25% tot 49% 24% of lager 98 Knippert rood Lage batterij • Laad de batterij of vervang hem door een volledig geladen batterij. • Het op het scherm aangeduide batterijniveau is approximatief. Het exacte niveau varieert afhankelijk van de omgeving en de werkomstandigheden.
2. Opstarten/Basisbediening Aantal foto’s en opneembare tijd Hieronder worden het aantal foto’s vermeld dat opgenomen kan worden en de tijd die voor de opname beschikbaar is als de bijgeleverde batterij gebruikt wordt. • De aantallen opneembare foto’s die hier in een lijst staan, zijn gebaseerd op de CIPA (Camera & Imaging Products Association) standaard. • Als een Panasonic SDHC-kaart gebruikt wordt. • De opgesomde waarden zijn bij benadering.
2.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Afspelen (met gebruik van de monitor) Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt Terugspeeltijd Ongeveer 230 min Als de onderling verwisselbare lens (H-FSA14140) gebruikt wordt Terugspeeltijd Ongeveer 230 min Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt Terugspeeltijd Ongeveer 230 min • De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de omgeving en de gebruiksaanwijzing.
2. Opstarten/Basisbediening De kaart plaatsen (optioneel) • Controleer dat dit toestel uitstaat. 1 2 Schuif het kaartklepje open. Steek de kaart stevig geheel naar binnen tot een klikgeluid gehoord wordt. • Controleer de richting van de kaart. A: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken. 3 Sluit de kaartklep en schuif hem stevig in de richting van de pijl tot een klikgeluid gehoord wordt.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Controlelampjes toegang kaart Toegangsaanduiding De toegangsaanduiding wordt rood als beelden op de kaart opgenomen worden. • Voer onderstaande handelingen niet uit terwijl men zich toegang tot de kaart verschaft (als bijvoorbeeld beeldgegevens geschreven of gelezen of verwijderd worden of als formatteren bezig is). Deze handelingen kunnen de kaart of de opgenomen gegevens beschadigen of de correcte werking van de camera stoppen.
2. Opstarten/Basisbediening Kaartinformatie De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) • Dit toestel is compatibel met UHS-I/UHS-II UHS Snelheidsklasse 3 standaard SDHC/ SDXC-geheugenkaarten. • De werking van de links aangeduide kaarten is bevestigd met kaarten van Panasonic.
2. Opstarten/Basisbediening Formatteren van de kaart (initialisatie) Formatteer de kaart alvorens beelden met dit toestel op te nemen. Aangezien de gegevens na het formatteren niet teruggewonnen kunnen worden, dient u van te voren een back-up van de benodigde gegevens te maken. MENU > [Set-up] > [Formatteren] • Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) en DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert.
2. Opstarten/Basisbediening • [MP4] [Opn. kwaliteit] 16 GB Kaartcapaciteit 32 GB 64 GB 128 GB [4K/100M/30p] [4K/100M/25p] [4K/100M/24p] 20m00s 41m00s 1h25m 2h45m [FHD/28M/60p] [FHD/28M/50p] 1h10m 2h25m 5h00m 9h55m [FHD/20M/30p] [FHD/20M/25p] 1h35m 3h15m 6h40m 13h15m [HD/10M/30p] [HD/10M/25p] 3h05m 6h20m 12h45m 25h20m • Afhankelijk van de opname-omstandigheden en het type kaart kunnen het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd variëren.
2. Opstarten/Basisbediening Een lens bevestigen • Controleer dat het toestel uitstaat. • Verwissel de lens in een plaats met weinig vuil of stof. Raadpleeg P338 als vuil of stof op de lens terechtkomen. 1 Draai de achterste lensdop A en de body-kap B in de richting van de pijl om ze los te maken. 2 Lijn de pasmarkeringen van de lens C uit en draai de lens vervolgens in de richting van de pijl tot de klik gehoord wordt. • Druk niet op de vrijgaveknop van de lens D als u een lens aanbrengt.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Een lens verwijderen • Bevestig de lensdop. Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens A drukt, draait u de lens naar de pijl, tot de lens stopt waarna u deze verwijdert. • Als de lens van de camera verwijderd wordt, kunnen stof en andere vuildeeltjes op de camera of de lens opeengehoopt worden of erin terecht komen. Wees er zeker van dat de body-kap en de achterste lensdop bevestigd worden.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Verwijder de lenskap (H-FS12060) Draai de lenskap in de richting van de pijl om hem te verwijderen. Tijdelijk opbergen van de lenskap Voorbeeld: H-FS12060 1 Verwijder de lenskap. 2 Lijn het merkteken C ( ) op de lenskap uit met het merkteken op de top van de lens. 3 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij op zijn plaats klikt.
2. Opstarten/Basisbediening De positie van het scherm wijzigen Op het moment van aankoop van deze camera bevindt de monitor zich in de camera body. Haal de monitor tevoorschijn zoals hieronder getoond wordt. 1 Open het scherm. (Het gaat tot 180o open.) 2 Deze kan 180o vooruit gedraaid worden. 3 De monitor terugzetten in zijn originele positie. • Let bij het draaien van de monitor op dat u niet te veel kracht uitoefent. Daardoor kan schade berokkend worden.
2. Opstarten/Basisbediening De klok instellen (bij de eerste inschakeling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. 1 Zet het toestel aan. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4. 2 3 4 5 Op [MENU/SET] drukken. Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]. Op [MENU/SET] drukken. Druk op 2/1 om de items te selecteren (jaar, maand, dag, uur, minuten) en druk op 3/4 om ze in te stellen.
2. Opstarten/Basisbediening 7 8 9 Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ De klok opnieuw afstellen MENU > [Set-up] > [Klokinst.] • De klok kan opnieuw ingesteld worden, zoals getoond wordt in de stappen 5 en 6 op P39. • De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v.
2. Opstarten/Basisbediening Basisbediening De camera vasthouden Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. • Dek de flitser A, het AF Assist-lampje B, de microfoon C of de luidspreker D niet af met uw vingers of andere voorwerpen. • Wanneer u foto’s maakt, zorg er dan voor dat u stabiel staat en u niet tegen iemand of iets anders in de nabijheid kan botsen.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de zoeker De dioptrie van de zoeker aanpassen Draai aan de dioptrie-regelknop tot u de lettertekens die in de zoeker weergegeven worden duidelijk kunt zien. Schakelen tussen Monitor/Zoeker Druk op [LVF].
2. Opstarten/Basisbediening Sluiterknop (foto’s maken) De sluiterknop werkt in twee stappen. De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. • De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden weergegeven. (Het zal rood knipperen als de correcte belichting niet bereikt wordt, tenzij de flitser ingesteld is.) • Is het onderwerp eenmaal scherp gesteld, dan wordt de aanduiding voor de scherpstelling weergegeven. (Is het onderwerp niet scherp gesteld, dan knippert deze aanduiding.
2. Opstarten/Basisbediening Filmknop (films opnemen) Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. • Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los. Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken. Modusknop (voor selectie van een opnamemodus) Draai aan de modusknop en selecteer de opnamemodus. • Controleer of de modusknop op de gewenste modus uitgelijnd wordt door er langzaam aan te draaien.
2. Opstarten/Basisbediening Modusknop op de voorkant/Modusknop op de achterkant Draaien: Selecteert een item of een numerieke waarde. • Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening van de modusknop op de voorkant/achterkant als volgt: bijv.: terwijl u de modusknop op de voorkant naar links of rechts draait bijv.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ De functies instellen die toegekend moeten worden aan 3/4 en draaiknoppen in het belichtingscompensatiescherm MENU > [Voorkeuze] > [Cursorknoppen (omh./oml.)] [Bediening] > [Inst. belichtingscomp scherm] [ ] [OFF] [ / [ [Voorste/achterste wielen] [Belichtingsbracket] [OFF] ] / [Belichtingscomp.]/[Belichtingscomp.] ] [Flitser instel.]/[Belichtingscomp.] [OFF/ ] [OFF]/[Belichtingscomp.] [ / ] [ /OFF] [Belichtingscomp.]/[OFF] [Belichtingscomp.
2. Opstarten/Basisbediening Bedieningsknop Draaien: Selecteert een item of een numerieke waarde. • Dit wordt in dit document als volgt aangeduid: – Als u de bedieningsknop naar links of naar rechts draait: ∫ Instellen van de werkwijzen van de instelknop MENU > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Instellingen wieltje] [Wieltje toewijzen (F/SS)] Stelt de bedieningen in die toegekend moeten worden aan de draaiknoppen in de Handmatige belichtingsmodus.
2. Opstarten/Basisbediening [Belichtingscomp.] Kent de bediening van de belichtingscompensatie toe aan de voorste/achterste draaiknop. (Behalve in de Handmatige belichtingsmodus) [ ] (Modusknop op de voorkant)/[ ] (Modusknop op de achterkant)/[OFF] Stelt de items in die tijdelijk aan de voorste/achterste draaiknoppen toegekend moeten worden wanneer u op de Fn-knop drukt waaraan [Dialwerking] toegekend is. [ ] ([Dialwerking])/[ ] ([Dialwerking]) • De volgende items kunnen ingesteld worden.
2. Opstarten/Basisbediening In de opnamemodus U kunt schakelen tussen de weergave via de zoeker/het scherm. MENU > [Voorkeuze] > [Scherm / Display] > [LVF/Monitorweerg. Ingest.] > [LVF Weergave Ingesteld]/[Monitorweergave Ingesteld] [ ] (zoekerstijl) Maakt de beelden iets kleiner zodat de compositie van de beelden beter bekeken kan worden. [ ] (monitorstijl) Vergroot de beelden, die het gehele scherm zullen vullen zodat de details bekeken kunnen worden.
2. Opstarten/Basisbediening • Met [Fn knopinstelling] in het [Voorkeuze] ([Bediening]) menu, kunt u [LVF/Scherm disp. Stijl] aan een Fn-knop toekennen. Telkens wanneer u op de toegekende Fn-knop drukt, zal de weergavestijl van scherm of zoeker ([ ]/[ ]), welke van de twee op dat moment in gebruik is, veranderen. • Als geen handelingen uitgevoerd worden, zal de informatie op het scherm na ongeveer 10 seconden geleidelijk donkerder worden en zal na ongeveer 1 minuut niet meer weergegeven worden.
2. Opstarten/Basisbediening In de afspeelmodus Weergave van gedetailleerde informatie¢2 Met informatie¢1 4:3 L 4:3 60 F3.5 0 200 200 s RGB L STD. ISO 60 Zonder informatie¢1 1/5 AFS 1/98 98 Zonder informatie (Weergave markering)¢1, 3 AWB 0 F3.5 10:00 1.DEC.2019 AWB 100-0001 ¢1 Als ongeveer 10 seconden verstreken zijn zonder dat een handeling uitgevoerd is, zal de weergave verdwijnen. Druk op [DISP.] of raak het scherm aan om de weergave opnieuw te laten verschijnen.
2. Opstarten/Basisbediening Aanraakpaneel (Aanraakbediening) ∫ Aanraken Aanraken en loslaten van het aanraakscherm. Fn4 Fn5 Fn6 Fn7 Fn8 ∫ Verslepen Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten. A ∫ Knijpen (vergroten/verkleinen) Spreid op het aanraakscherm twee vingers (openen) om in te zoomen en sluit ze (dichtknijpen) om uit te zoomen. B 2.0X • Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
2. Opstarten/Basisbediening Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie Touch AF/Touch Shutter Toepasbare modi: 1 Raak [ 2 Raak de icoon aan. ] aan. • Elke keer als u het pictogram aanraakt, verandert het. AF (AF-aanraakfunctie) Er wordt scherpgesteld op de positie die u aanraakt.¢ (Aanraaksluiter) Er wordt scherpgesteld op de aangeraakte positie voordat de opname plaatsvindt.¢ (UIT) AF-aanraakfunctie en aanraaksluiter zijn uitgeschakeld. ¢ Als [Touch AF] in [Touch inst.
2. Opstarten/Basisbediening Touch AE Toepasbare modi: U kunt de helderheid van een aangeraakte positie gemakkelijk optimaliseren. Als het gezicht van het onderwerp donker lijkt, kunt u het scherm helderder maken overeenkomstig de helderheid van het gezicht. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ AE ] aan. • Het instellingenscherm voor de optimaliseringspositie van de helderheid wordt weergegeven. • De [Meetfunctie] wordt op [ AE ] gezet, die uitsluitend voor Touch AE gebruikt wordt.
2. Opstarten/Basisbediening Menuonderdelen instellen U kunt of de knoppen bedienen of de monitor aanraken om menu-items in te stellen. 1 Druk op [MENU/SET] om het menu af te beelden. 2 Druk op 2. 3 Druk op 3/4 om een menuselectie-icoon te selecteren, zoals [ ]. • U kunt de iconen voor het omschakelen van het menu ook selecteren door aan de modusknop op de voorkant te draaien.
2. Opstarten/Basisbediening 4 Op [MENU/SET] drukken. Aanraakbediening Raak een menuselectie-icoon aan, zoals [ 5 ]. Druk op 3/4 van de cursorknop om het menu-item te selecteren en druk op [MENU/SET]. • U kunt ook naar het volgende scherm gaan door aan de modusknop op de achterkant te draaien. Aanraakbediening Raak het menu-onderdeel aan. • U kunt de weer te geven pagina omschakelen door de balk (A) op de rechterkant van het scherm aan te raken.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Sluit het menu Druk op [ in. ] aan of druk de sluiterknop tot halverwege Aanraakbediening Raak [ ] aan. • Druk op [DISP.] om de menubeschrijving weer te geven. • De menu-items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. Als u op [MENU/SET] drukt terwijl een grijs item geselecteerd is, wordt de reden waarom die niet ingesteld kan worden in bepaalde instellingssituaties weergegeven.
2. Opstarten/Basisbediening Quick Menu Dit menu stelt u in staat snel functies in te stellen die vaak gebruikt worden tijdens opnames, zonder het menuscherm op te roepen. 1 2 Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te geven. Draai aan de modusknop op de voorkant om het menu-item te selecteren. 50p 4:3 AFS L • De instelling kan ook uitgevoerd worden door de bedieningsfunctieknop te draaien. 60 F3.5 3 4 Draai aan de modusknop op de achterkant om de instelling te selecteren. Druk op [Q.
2. Opstarten/Basisbediening Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu U kunt maximaal 15 voorkeursinstellingen aan het Quick Menu toevoegen. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 4 > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Q.MENU] > [CUSTOM] Druk de sluiterknop tot halverwege in om het menu te sluiten. Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te geven. Druk op 4 om [ ] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Fn-knoppen U kunt functies op de Fn-knoppen (functieknoppen) registreren. Zowel tijdens de opname als tijdens het afspelen kunnen verschillende functies ingesteld worden. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Fn knopinstelling] > [Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus] Druk op 3/4 om de Fn-knop te selecteren waaraan u een functie wilt toekennen en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de Fn-knoppen tijdens het opnemen U kunt de toegekende functies gebruiken door op de overeenkomstige Fn-knoppen te drukken. ∫ Gebruik van de Fn-knoppen met aanraakbediening 1 2 Raak [ Fn4 ] aan. Fn5 Raak [Fn4], [Fn5], [Fn6], [Fn7] of [Fn8] aan. Fn6 Fn7 Fn8 ∫ Functies die toegekend kunnen worden in [Instelling in opnamemodus] – [Wi-Fi] (P257) – [Q.MENU] (P58) – [Video-opname] (P169) – [LVF/Scherm] (P42) – [LVF/Scherm disp.
2. Opstarten/Basisbediening • Instellingen van de Fn-knop op het moment van aankoop. Fn1 [Dialwerking] Fn7 [Histogram] Fn2 Fn3 [Q.MENU] [LVF/Scherm] Fn8 Fn9 [I.S.-vergrendeling (Video)] Fn4 Fn5 Fn6 [Wi-Fi] [Voorvertoning] [Niveaumeting] Fn10 Fn11 Als standaard is geen functie ingesteld. • Met [Video-opname] kunt u de opname van een film starten/stoppen op dezelfde manier als met de filmknop.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de Fn-knoppen tijdens het afspelen U kunt een toegekende functie gebruiken door op de betreffende Fn-knop te drukken. • Afhankelijk van de functie kunt u hem rechtstreeks gebruiken voor het af te spelen beeld. Voorbeeld: Wanneer [Fn1] op [Rating¿3] gezet is 1 2 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. Druk op de Fn-knop (Fn1) om het beeld in te stellen als [Rating¿3].
2. Opstarten/Basisbediening Tekst Invoeren Volg onderstaande stappen als het beeldscherm voor de invoering van tekst weergegeven wordt. 1 Druk op 3/4/2/1 om tekst te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om deze te registreren. • Roteer, om hetzelfde teken herhaaldelijk in te voeren, de voorste/achterste draaiknop of de bedieningsknop naar rechts om de invoerpositie te verplaatsen.
3. Opnamemodussen Gemakkelijk Opnemen (Intelligent Auto modus) Opnamefunctie: De [ ]-modus (Intelligent Auto-Modus) kan beelden opnemen met gebruik van instellingen die automatisch door de camera geselecteerd worden. In deze modus maakt de camera de optimale instellingen voor het onderwerp en de scène. 1 Zet de modusknop op [ ]. • Op het moment van aankoop is de modus op de Intelligent Auto Plus modus gezet. 2 Houd het toestel vast met de lens naar het onderwerp gericht.
3. Opnamemodussen De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie) ( : Tijdens het maken van foto’s, : Tijdens het maken van films) [i-Portret] [i-Landschap] [iHandh. nachtop.]¢2 ¦ [i-Macro] [i-Nachtportret]¢1 [i-Nachtl.schap] [i-Voedsel] [i-Baby]¢3 [i-Zonsonderg.] [i-Zacht licht] ¢1 Weergegeven als een flitser gebruikt wordt. ¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat.
3. Opnamemodussen ∫ AF, Gezichts-/Oogdetectie en Gezichtsherkenning De AF mode wordt automatisch op [š] gezet. Als u het onderwerp aanraakt, zal de Tracking AF-functie werken. • De Tracking AF-functie zal ook werken als u op [ ] (2) drukt en de sluiterknop vervolgens tot halverwege indrukt. • Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is en een gezicht gedetecteerd wordt dat lijkt op het geregistreerde gezicht, dan wordt [R] weergegeven op de rechter bovenkant van [ ], [ ] en [ ].
3. Opnamemodussen [Intelligent auto]-menu Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.]) Als [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en uit een enkel beeld bestaan. MENU > [Intelligent auto] > [iHandh. nachtop.] > [ON]/[OFF] • De gezichtshoek zal iets smaller worden. • Beweeg de camera niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
3. Opnamemodussen Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid Opnamefunctie: ∫ Kleurinstelling 1 Druk op [ ]. 2 Draai aan de modusknop op de achterkant om de kleur in te stellen. • Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u opnieuw op [ ]. A B • De instelling voor kleur zal opnieuw de fabriekswaarden (centrumpunt) aannemen wanneer dit toestel uitgeschakeld wordt of als de camera op een andere opnamemodus gezet wordt.
3. Opnamemodussen Verander de instellingen door het aanraakscherm te gebruiken 1 Raak [ ] aan. 2 Raak het item aan dat u wenst in te stellen. [ ]: Kleurtoon [ ]: Defocus-niveau [ ]: Helderheid 3 Versleep de schuifbalk om in te stellen. • Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u op [MENU/SET]. • Afhankelijk van de gebruikte lens kunt u een geluid uit de lens horen komen terwijl u Defocus Control bedient. Dit is te wijten aan de lensopening en is geen storing.
3. Opnamemodussen Programma AE-modus Opnamefunctie: Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te veranderen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven. 60 F3.
3. Opnamemodussen Opnamen maken door het specificeren van lensopening/sluitertijd Opnamefunctie: (voorbeeld: in de handmatige belichtingsmodus) 30 F5.6 0 +3 Lensopening waarde Klein Het wordt gemakkelijker om de achtergrond onscherp te maken. Groot Het wordt gemakkelijk om de scherpstelling te handhaven tot aan de achtergrond. A Sluitertijd B Lensopeningwaarde Sluitertijd Langzaam Het wordt gemakkelijker om beweging uit te drukken. Snel Het wordt gemakkelijker om de beweging te bevriezen.
3. Opnamemodussen Lensopening-Prioriteit AE-modus Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het onderwerp automatisch optimaliseren. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Stel de lensopeningwaarde in door aan de modusknop op de voorkant of op de achterkant te draaien. A Lensopeningwaarde F8.0 • Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie van deze ring dan op [A] om de diafragmawaarde van de lens te gebruiken.
3. Opnamemodussen Handmatige Belichtingsmodus Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Draai aan de modusknop op de achterkant om de sluitertijd in te stellen en draai aan de modusknop op de voorkant om de lensopeningwaarde in te stellen. A Sluitertijd B Lensopeningwaarde C Hulp bij handmatige belichting 30 F5.6 0 +3 Sluitertijd (Sec.
3. Opnamemodussen Bulb-opname Opnamefunctie: Als u de sluitertijd op [B] (Bulb) zet tijdens de handmatige modus, dan blijft de sluiter open terwijl op de ontspanner gedrukt wordt en volledig ingedrukt gehouden blijft. (tot ongeveer 30 minuten) De sluiter sluit als u de ontspanknop loslaat. Gebruik deze functie als u de sluiter open wilt laten voor een lange tijd om opnamen van vuurwerk, nachtscènes enz. te maken.
3. Opnamemodussen Samenstelling Live View opnames Opnamefunctie: De camera neemt beelden op met ingestelde intervallen van de belichtingstijd, en combineert delen met veranderingen in helder licht, om het resultaat als één enkel beeld op te slaan. Er wordt een gecombineerd beeld bij ieder interval van de belichtingstijd weergegeven, dus kunt u blijven opnemen terwijl u de resultaten controleert.
3. Opnamemodussen • [Lang sl.n.red] staat vast op [ON]. • Nadat een beeld voor ruisreductie verkregen is, worden sommige menu’s niet weergegeven. • Het beeld voor ruisreductie zal afgedankt worden als de volgende handelingen verricht worden. Stap 5 opnieuw uitvoeren.
3. Opnamemodussen Preview-modus Toepasbare modi: • Bevestig de effecten van de lensopening: U kunt de velddiepte (daadwerkelijk focusbereik) controleren voordat u een foto neemt door de diafragma-lamellen te sluiten op de waarde van de lensopening die u instelt. • Bevestig de effecten van de sluitersnelheid: De beweging kan bevestigd worden door het huidige beeld weer te geven, dat bij die sluitersnelheid opgenomen gaat worden.
3. Opnamemodussen One Push AE Toepasbare modi: Wanneer de belichtingsinstelling te helder of te donker is, kunt u één druk-AE gebruiken om een geschikte belichtingsinstelling te verkrijgen. Hoe te weten als de belichting niet geschikt is • Als de lensopeningwaarden en de sluitertijd rood knipperen wanneer de sluiterknop tot de helft ingedrukt wordt. • Als de handmatige belichtingsassistentie (P74) anders is dan in de handmatige belichtingsmodus. 1 2 Zet een Fn-knop op [1x drukken-AE].
3. Opnamemodussen Voorkeuzemode Opnamefunctie: Voorkeurinstellingen registreren Er kunnen 4 reeksen huidige camera-instellingen geregistreerd worden met gebruik van [Geh voorkeursinst.]. ( , , , ) Begininstelling van de AE-programmafunctie is aan het begin geregistreerd als de standaard instellingen. Voorbereiding: Stel de opnamemodus en de menu-instellingen in van de status die u wilt opslaan. MENU > [Set-up] > [Geh voorkeursinst.
3. Opnamemodussen De Voorkeuzemodus gebruiken Stel de draaiknop in op [ • Als u de modusknop op [ opgeroepen worden. ] of [ ]. ] zet, zal de voorkeurinstelling die u de laatste keer gebruikt heeft ∫ Om een voorkeurinstelling te veranderen die ingesteld is in [ ([Voorkeuzemode]-menu) ] 1 2 Zet de modusknop op [ Selecteer het menu. 3 Druk op 3/4 om de standaardinstelling te selecteren die u wilt gebruiken en druk vervolgens op [MENU/SET]. MENU > ].
3. Opnamemodussen Scene Guide modus Opnamefunctie: Als u een scène selecteert die overeen moet komen met het onderwerp en de opname-omstandigheden, zal de camera de optimale belichting, kleur en focus instellen en u zo in staat stellen een opname te maken die passend is voor de scène. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk op 2/1 om de scène te selecteren. • De scène kan ook geselecteerd worden door een voorbeeldbeeld of de schuifbalk te verslepen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
3. Opnamemodussen Soorten Scene Guide modussen Weergave van de beschrijving van iedere scène en opnametips Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van de scène weergegeven wordt. • Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, worden een gedetailleerde uitleg en tips weergegeven.
3. Opnamemodussen [Glinsterend water] [Heldere nachtopname] • Het sterrenfilter dat op deze wijze gebruikt wordt, kan glinstering veroorzaken op onderwerpen anders dan wateroppervlakken. [Koele nachtopname] [Warme nachtopname] [Artistieke nachtopname] [Fonkelende verlichting] [Nachtop. uit hand] [Nachtportret] • Beweeg het toestel niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is. • De gezichtshoek zal iets smaller worden.
3. Opnamemodussen [Panorama-opname] Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal of verticaal beweegt en deze worden gecombineerd om een enkel panoramabeeld te maken. Voorbereiding: Zet de Scene Guide modus op [Panorama-opname]. 1 2 Druk de sluiterknop tot halverwege in om scherp te stellen. Druk de sluiterknop volledig in maak met de camera een kleine cirkelbeweging in de richting van de pijl op het scherm.
3. Opnamemodussen ∫ Techniek voor Panorama Shot-functie A Beweeg de camera in de opnamerichting zonder deze te schudden. (Als de camera te veel geschud wordt, worden mogelijk geen beelden opgenomen of kan het gecreëerde panoramabeeld smaller (kleiner) kunnen worden.) B Beweeg het toestel naar de rand van het bereik dat u wenst op te nemen. (Het laatste beeldje wordt echter niet tot het einde opgenomen.
3. Opnamemodussen Creative Control modus Opnamefunctie: U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren en deze op het scherm na te kijken. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te selecteren. 1/8 A Weergave voorvertoning • U kunt de beeldeffecten (filters) ook selecteren door de voorbeeldbeelden aan te raken.
3. Opnamemodussen ∫ [Creatieve opties]-menu Onderstaande menu’s zijn beschikbaar in de modus Creatieve Opties. MENU > [Creatieve opties] [Filtereffect] Geeft het selectiescherm van het beeldeffect (filter) weer. [Gelijktijdig zond. Stelt u in staat de camera in te stellen voor het gelijktijdig met en zonder beeldeffect maken van een foto.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect]) 1 Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven. • Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ] en van [ ]. 2 3 4 Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te verplaatsen. • U kunt het in-focus gedeelte ook bewegen door het scherm van het opnamescherm aan te raken. • Raak voor het instellen van de opnamerichting (defocus-richting) [ ] aan.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van de positie en de grootte van de lichtbron ([Zonneschijn]) 1 Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven. • Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ] en van [ ]. 2 Druk op 3/4/2/1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen. • De positie van de lichtbron kan ook verplaatst worden door het scherm aan te raken.
3.
3. Opnamemodussen Foto’s maken met een wazige achtergrond (Defocus Control) 1 Druk op [ ] om het instellingenscherm van de helderheid weer te geven. Druk op de Fn-knop (Fn1) om het instellingenscherm weer te geven. Draai aan de modusknop op de achterkant om in te stellen. 2 3 SS 500 250 125 60 30 4.0 5.6 8.0 F • Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u op [MENU/SET]. • Druk om de instelling te annuleren op [Fn2] op het instellingenscherm van de onscherpte.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon AF gebruiken AF (Auto Focus) betekent automatisch scherpstelling. Selecteer de focusmodus en de Af mode die geschikt is voor het onderwerp en de scène. 1 Zet de hendel van de focusmodus op [AFS/ AFF] of [AFC]. • De Focusmodus zal ingesteld worden. (P95) 2 3 Druk op [ ] (2). Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • De AF mode zal ingesteld worden. (P97) 4 Druk de sluiterknop tot halverwege in.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in. Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk is • Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast. • Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instelling van de Focusmodus (AFS/AFF/AFC) Toepasbare modi: De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Stel de hendel van de focusmodus in. Onderdeel [AFS/ AFF] Aanbevolen opnamescènes “AFS” is een afkorting van “Auto Focus Single”.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • De instellingen van de Focusmodus van [AFF] en [AFC] werken in de volgende situaties op dezelfde manier als [AFS]: – Creatieve Videomodus – Tijdens opnames met [4K-burst (S/S)] – In situaties met weinig licht • De instelling staat vast op [AFS] als de Scene Guide modus ingesteld is op [Panorama-opname]. • [AFF] is niet beschikbaar als 4K-foto’s gemaakt worden. [Continu AF] werkt tijdens de opname.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De AF mode selecteren Toepasbare modi: Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. 1 2 Druk op [ ] (2). Druk op 2/1 om de AF mode te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ([Gezicht/ogen detecteren]) ([Tracking]) ([49-zone]) , enz. ([Voorkeur multi]) De camera detecteert automatisch de gezichten en ogen van personen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Over [š] ([Gezicht/ogen detecteren]) Als de camera gezichten detecteert, zullen AF-zones weergegeven worden en zal het scherp gestelde oog aangegeven worden. A: Oog gebruikt voor scherpstellen Geel: Wit: De kleur verandert in groen als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt en de scherpstelling bereikt wordt. Dit wordt weergegeven als meer dan een gezicht gedetecteerd wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instellen van de vorm van de AF-zone ([Voorkeur multi]) 1 2 3 Druk op [ ] (2). Selecteer een Custom Multi icoon ([ ], enz.) en druk op 3. Druk op 2/1 om een instelling te kiezen en druk vervolgens op 4. A De huidige vorm van de AF-zone ([Horizontaal patroon]) Deze vorm is handig voor het maken van panoramafoto’s of gelijkaardige opnames. ([Verticaal patroon]) Deze vorm is handig voor het opnemen van onderwerpen zoals gebouwen. ([Cent.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ヤヒ ]/[ ヤビ ]/[ ヤピ ] selecteert 1 Wijzig de vorm van een AF-gebied. Knopbediening Druk op 3/4/2/1 om de AF-zone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om hem in te stellen (te herhalen). • De instelling wordt gewist als opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt. • Druk op [DISP.] om alle selecties te annuleren. Aanraakbediening Raak aan of versleep om AF-zones te selecteren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Beperkingen van de AF mode • In de volgende gevallen is de AF-modus vastgezet op [Ø]. – Bij het gebruik van de digitale zoom – [Miniatuureffect] (Creative Control modus) • De AF mode staat vast op [š] als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is. • De AF mode kan in de volgende gevallen niet ingesteld worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Verplaatsing AF Area Toepasbare modi: Als [š], [ ], [Ø] or [ ] in de AF mode geselecteerd is, kunt u de positie en het formaat van de AF Area veranderen. Met [ ] kunt u de vergrendelde positie instellen. • Zet de aanraakfunctie op [ AF ] (Touch AF). (P53) • U kunt het scherm voor instelling van het AF-gebied ook weergeven door het opnamescherm aan te raken. MENU > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Touch inst.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ] selecteert U kunt de scherpstelpositie instellen door een groep AF-gebieden te selecteren. Het AF-gebied, dat met 49 punten wordt geconfigureerd, wordt in groepen verdeeld die elk uit 9 punten bestaan (6 of 4 punten voor de groepen die zich aan de randen van het scherm bevinden). 1 Druk op [ ] (2). 2 Selecteer [ ] en druk op 4. 3 4 • Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ] selecteert U kunt de scherpstelpositie op precieze wijze instellen door het scherm te vergroten. 1 2 3 Druk op [ ] (2). Selecteer [ ] en druk op 4. Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. • De vergrote weergave verschijnt. 4 Beweeg [+] naar de positie die scherp gesteld moet worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificeren Toepasbare modi: U kunt de AF-zone die op de zoeker weergegeven wordt verplaatsen door de monitor aan te raken. MENU > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Touch inst.] > [Touchpad AF] [EXACT] Verplaatst de AF-zone van de zoeker door aanraking van de gewenste positie op de touchpad. [OFFSET1] [OFFSET7] Verplaatst de AF-zone van de zoeker met de afstand waarover u de touchpad versleept.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Scherpstelling en helderheid van de aangeraakte positie aanpassen Toepasbare modi: MENU 1 2 > [Voorkeuze] > [AF+AE] [Bediening] > [Touch inst.] > [Touch AF] > Raak het onderwerp aan waarvoor u de helderheid wilt optimaliseren. • De AF Area met dezelfde functie als [Ø] wordt op de aangeraakte positie weergegeven. (P102) • De positie voor de optimalisering van de helderheid wordt op het midden van de AF-zone weergegeven.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Met MF opnemen Toepasbare modi: MF (Manuele Focus) betekent handmatige scherpstelling. Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenst of als de afstand tussen de lens en het object vast is en u AF niet wenst te gebruiken. 1 2 3 Zet de hendel van de focusmodus op [MF]. Druk op [ ] (2). Druk op 3/4/2/1 om de brandpuntpositie in te stellen en druk op [MENU/SET]. • Het hulpscherm wordt weergegeven dat de zone vergroot.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Gebruik van een onderling verwisselbare lens zonder focusring Druk op 1: Stelt scherp op een onderwerp dichtbij + Druk op 2: Stelt scherp op onderwerpen ver weg A Schuifbalk • Door op 2/1 te drukken en te blijven drukken, zal de focussnelheid vergroot worden. • Het scherpstellen kan ook uitgevoerd worden door de schuifbalk te verslepen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon 5 Druk de sluiterknop tot halverwege in. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [MENU/SET] te drukken. • Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan. • Het kan zijn dat MF Assist of MF-gids niet weergegeven worden, afhankelijk van de gebruikte lens.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Focus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling) Toepasbare modi: Vergrendel de scherpstelling en de belichting van tevoren om foto’s te maken met dezelfde instellingen voor scherpstelling en belichting terwijl de compositie veranderd wordt. Dit is nuttig als u wilt scherp stellen op een rand van het scherm of als er bijvoorbeeld achtergrondverlichting is. 1 2 Richt de camera op het onderwerp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Belichtingscompensatie Toepasbare modi: Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. 1 2 Druk op [ ]. Draai aan de voorste/achterste draaiknop of aan de bedieningsknop om de belichting te compenseren. A Belichtingscompensatie • In het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu, [Inst.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • In de handmatige belichtingsmodus kunt u de belichting alleen compenseren als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is. • U kunt de waarde van de belichtingscompensatie instellen binnen het bereik tussen j5 EV en i5 EV. U kunt een waarde instellen tussen j3 EV en i3 EV terwijl u een film opneemt of een opname maakt met de 4K-foto- of de Post Focus-functie. • Als [Auto. belichtingscomp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De ISO-gevoeligheid instellen Toepasbare modi: Hiermee kan de gevoeligheid voor het licht (ISO-gevoeligheid) worden ingesteld. 1 2 Druk op [ ]. Draai aan de voorste/achterste draaiknop of aan de bedieningsknop om de ISO-gevoeligheid te compenseren. • In het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu, [Instellingen ISO-weergave], kunt u de functies wijzigen die ingesteld moeten worden in het scherm van de ISO-gevoeligheid.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Kenmerken van de ISO-gevoeligheid 200 Opnamelocatie (aangeraden) Sluitertijd 25600 Wanneer het licht is (buiten) Wanneer het donker is Langzaam Snel Minder Verhoogd Verhoogd Minder Ruis Schommelen van het onderwerp • Raadpleeg voor details over het beschikbare flitsbereik dat gebruikt wordt als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is, P159.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans (WB) instellen Toepasbare modi: De witbalans past de witte kleur aan al naargelang de lichtbron, zodat de algemene kleurtint het meest lijkt op wat door het oog gezien wordt. 1 2 Druk op [ ]. Draai aan de voorste/achterste draaiknop of aan de bedieningsknop om de witbalans te selecteren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Er wordt een wit object opgenomen om de witbalans in te stellen. Dit is handig voor opnames onder meerdere lichtbronnen. [ [ ]/[ ]/[ 1 3 1 Druk op 3. 2 Plaats een voorwerp zoals een wit stuk papier ]/ binnen het frame op het midden van het scherm en druk op ] [MENU/SET]. 2 4 • Deze handeling zal de witbalans instellen en brengt u terug naar het opnamescherm.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ∫ Automatische witbalans Afhankelijk van de omstandigheden die aanwezig zijn wanneer de foto’s genomen worden, kunnen de foto’s een roodachtige of blauwachtige tint hebben. Houd er rekening mee dat de witbalans in onderstaande gevallen mogelijk niet correct werkt. In deze gevallen zet u de witbalans op iets anders dan [AWB], [AWBc] of [AWBw].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus Toepasbare modi: U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de sluiterknop drukt. Draai aan de drive-modusknop. Enkel Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt slechts één beeld opgenomen. Burst (P119) Er worden achtereenvolgende opnames gemaakt terwijl de sluiterknop ingedrukt is. 4K-FOTO (P122) Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt een 4K-foto gemaakt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opnamen maken met de burstfunctie Toepasbare modi: Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt. 1 2 Zet de aandrijfstand-knop op [ ]. Selecteer de instelling van de burst-modus. MENU > [Opname] > [Burstsnelh.] Instellingen: [H] (Hoge snelheid), [M] (Middelmatige snelheid), [L] (Lage snelheid) 3 Stel scherp op het onderwerp en maak een beeld. 4:3 L AFS H • De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Het maximum aantal beelden dat continu opgenomen kan worden Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, zal het maximum aantal foto’s verschijnen dat u continu kunt opnemen. 0 200 U kunt het approximatieve aantal burst-foto’s controleren dat opgenomen kan worden met een constante opnamesnelheid.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • De burst-snelheid kan afhankelijk van de volgende instellingen lager worden. – [Fotoresolutie]/[Kwaliteit]/[Gevoeligheid]/Focusmodus/[Prio. focus/ontspan] • Als de burst-snelheid op [H] gezet is (als de focusinstelling [AFS] of [MF] is), zal de belichting op die van de eerste foto gezet worden. In andere gevallen zal de belichting voor iedere foto aangepast worden. • Het kan enige tijd vergen om de foto’s die met de Burst-modus gemaakt zijn op de kaart te bewaren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4K-foto-opname Toepasbare modi: De camera stelt u in staat burst-foto’s van (ongev.) 8 miljoen pixels te maken met 30 frames/seconde. Nadat deze foto’s genomen zijn, kunt u het gewenste moment opslaan, dat uit het burst-bestand geëxtraheerd wordt. • Gebruik een kaart met UHS-snelheidsklasse 3. 1 Zet de aandrijfstand-knop op [ 2 Selecteer de opnamemethode. MENU > ].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 1 2 A Op drukken in ingedrukt houden B Het opnemen wordt uitgevoerd • Druk de knop kort van te voren volledig in. De opname start ongeveer 0,5 seconde nadat de knop volledig ingedrukt werd. • Als u uw vinger van de sluiterknop wegneemt onmiddellijk nadat de opname gestart is, kan een periode van tot ongeveer 1,5 seconde na het moment waarop u uw vinger wegnam opgenomen worden. [4K-burst] 1 2 [4K-burst (S/S)] Druk de sluiterknop tot halverwege in.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Instellen van de Voor-Burst-opname ([4K-burst]/[4K-burst (S/S)]) De camera begint de opname ongeveer 1 seconde voordat de sluiterknop volledig ingedrukt wordt, u zult dus geen fotomoment missen. MENU > [Opname] > [4K-FOTO] > [Pre-Burst Opname] Instellingen: [ON]/[OFF] • Als deze functie ingeschakeld is, wordt [ ] op het opnamescherm afgespeeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opmerkingen over de 4K-fotofunctie ∫ Veranderen van de beeldverhouding Door [Aspectratio] in het [Opname]-menu te selecteren, kunt u de beeldverhouding van 4K-foto’s veranderen. ∫ Het onderwerp opnemen met minder waas U kunt de wazigheid van het onderwerp verlagen door een snellere sluitertijd in te stellen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Stel de sluitertijd in door aan de modusknop op de achterkant of de voorkant te draaien.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Instelling voor de 4K-fotofunctie van de camera De instelling van de camera wordt automatisch geoptimaliseerd voor de 4K Photo-opname.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Een 4K-burst-bestand zal in de volgende gevallen in afzonderlijke bestanden opgenomen en afgespeeld worden. (De opname kan zonder onderbreking uitgevoerd worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto’s uit een 4K-burst-bestand selecteren 1 Selecteer een beeld met de [ afspeelscherm en druk op 3. ]-icoon op het • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. • Als het beeld opgenomen was met [4K-voorburst], ga dan verder met stap 3. 2 Versleep de schuifbalk om een grove selectie van scènes te maken. Diascherm AUTO • Raadpleeg P129 voor informatie over hoe het diabeeldscherm gebruikt moet worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Bediening tijdens het selecteren van foto’s ∫ Navigeren in het diascherm Positie van het weergegeven frame AUTO MODE Fn1 Knopbediening Aanraakbediening 2/1/ Slepen/ / 2/1 Op drukken in ingedrukt houden / Aanraken en aangeraakt houden s Aanraken/ Verslepen Open-/ dichtknijpen s 3/4/2/1 Slepen Fn1 [MENU/SET] Selecteert het weer te geven frame. • Het vorige of volgende frame wordt als diavoorstelling weergegeven. Vergroot/verkleint de weergave.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Navigeren in het 4K-burst-afspeelscherm AUTO MODE Fn1 Tijdens pauze Knopbediening Aanraakbediening Tijdens continu afspelen Beschrijving van de bediening 3 / Continu afspelen/Pauze (tijdens continu afspelen). 4 / Continu achteruit/Pauze (tijdens continu terugspoelen). 1/ / Snel vooruit/Frame-by-frame vooruit (tijdens pauze). 2/ / Snel achteruit/Frame-by-frame achteruit (tijdens pauze). Selecteert de weer te geven frames (tijdens pauze).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteren en bewaren van beelden op het TV-scherm • Zet [HDMI-functie (afspelen)] op [AUTO] of op een instelling met een resolutie van [4K/25p]. Als verbinding gemaakt wordt met een TV die geen 4K-films ondersteunt, selecteer dan [AUTO]. • Als u 4K-burst-bestanden op een TV weergeeft die met de camera verbonden is, zullen ze op het 4K-burst-afspeelscherm weergegeven worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Schakelt een marker in om weergegeven te worden Raak [ ] aan op het schuifweergavescherm, het 4K-burstafspeelscherm of het markeringsbedieningsscherm. [Auto] Er wordt een markering weergegeven in een scène waarin een gezicht of de beweging van een onderwerp wordt gedetecteerd. [Gezichtsprioriteit] Er wordt een markering weergegeven met voorkeur voor een scène waarin een gezicht wordt gedetecteerd.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Post Focus-opname Toepasbare modi: De camera stelt u in staat 4K-burst-foto’s te nemen terwijl het brandpunt naar verschillende zones verschoven wordt. Nadat deze foto’s genomen zijn, kunt u de gewenste focuszone selecteren. Deze functie is geschikt voor het opnemen van stilstaande objecten. 4K-burst-opname terwijl de focus automatisch verplaatst wordt. Raak het gewenste focuspunt aan. Er wordt een foto met het gewenste focuspunt gemaakt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 3 Druk de sluiterknop volledig in om de opname te starten. • Het brandpunt verandert automatisch tijdens het opnemen. Als de icoon (B) verdwijnt, wordt de opname automatisch beëindigd. • Een film zal opgenomen worden met [Opname-indeling] op [MP4]. (Er zal geen audio opgenomen worden.) • Als [Auto review] ingeschakeld is, zal een scherm weergegeven worden waarin u het gewenste scherpstelgebied kunt selecteren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive De focuspositie voor de te bewaren foto selecteren 1 2 Selecteer een beeld met de [ druk op 3. ]-icoon op het afspeelscherm en • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. Raak het gewenste focusgebied aan. • Als een scherp gesteld beeld niet beschikbaar is voor het geselecteerde gebied zal een rood kader weergegeven worden. In dit geval kunt u het beeld niet bewaren. • U kunt de randen van het scherm niet selecteren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Focus Stacking Een foto opslaan met meer samengevoegde focusposities. A Focus: dichterbij B Focus: verder weg 1 2 Raak [ ] aan op het scherm dat u het gewenste scherpstelgebied laat selecteren in stap 2 van “De focuspositie voor de te bewaren foto selecteren” (P135). • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op de Fn-knop (Fn1) te drukken. Raak de samenvoegingsmethode aan.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 Raak [ bewaren. ] aan om de beelden samen te voegen en het resulterende beeld te • De foto wordt in JPEG-formaat bewaard. De opname-informatie (Exif-informatie) van de originele foto met de kortste focusafstand, met inbegrip van de sluitertijd, de lensopening en de ISO-gevoeligheid, zal ook in het nieuwe beeld opgenomen worden. • De camera kan automatisch de verkeerde uitlijning van foto’s corrigeren, die veroorzaakt werd door het bewegen van de camera.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto’s maken met Time Lapse Shot/Stop Motion Animatie Toepasbare modi: U kunt foto’s maken met Time Lapse Shot of met Stop-motion-animatie. Bovendien kunnen de gemaakte foto’s in een film samengevoegd worden. • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P39) • De opgenomen beelden worden weergegeven als een reeks groepsbeelden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 5 • De geschatte eindtijd van de opname wordt op het instelscherm weergegeven. Dit wordt weergegeven in de volgende omstandigheden, als [Instel.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Deze functie dient niet voor gebruik met een veiligheidscamera. • [Intervalopname] wordt in de volgende gevallen op pauze gezet. – Als de batterij leeg raakt – De camera uitzetten Tijdens [Intervalopname] kunt u de batterij en de kaart vervangen en vervolgens opnieuw van start gaan door dit toestel in te schakelen. (Houd er rekening mee dat foto’s die na de vervanging van de kaart genomen worden, als een afzonderlijke reeks groepsbeelden opgeslagen zullen worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 5 6 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. (Als de tweede en volgende foto’s gemaakt worden) Beweeg het onderwerp om de compositie te bepalen en maak vervolgens de foto. (Herhaal dit) • Er kunnen tot 9999 frames opgenomen worden. • Als dit toestel tijdens het opnemen uitgeschakeld wordt, zal een bericht voor het hervatten van de opname weergegeven worden wanneer het toestel ingeschakeld word.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Video’s met Intervalopname en Stop-motionanimatie Na het uitvoeren van een Intervalopname of Stop Motion Animatie, kunt u een video daarvan maken. 1 Selecteer de methode voor de creatie van een film. • Het opnameformaat is op [MP4] gezet. [Opn. kwaliteit] [Beeldfrequentie] [Serie] 2 Stelt de kwaliteit van de film in. Stelt het aantal frames per seconde in. Hoe groter het aantal hoe soepeler de filmbeelden in elkaar overgaan.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opnemen met de zelfontspanner Toepasbare modi: 1 Zet de aandrijfstand-knop op [ 2 ]. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. • De scherpstelling en de belichting worden vastgezet als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. • Na het knipperen van het controlelampje van de zelfontspanner gaat de opname van start. ∫ Instellen van de zelfontspanner MENU > [Opname] > [Zelf ontsp.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Bracket-opname Toepasbare modi: U kunt meerdere foto’s maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt door op de sluiterknop te drukken. 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Opname] > [Bracket] > [Type Bracket] Belichting Bracket Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren terwijl de belichting aangepast wordt. (P145) Lensopening Bracket Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren terwijl de lensopening aangepast wordt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive In deze gevallen niet beschikbaar: • De bracket-opname werkt niet in de volgende gevallen: – [Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Lensopening Bracket Opnamefunctie: ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P144) [3], [5]: Neemt een gespecificeerd aantal foto’s met verschillende lensopeningwaarden binnen het bereik dat op de beginwaarde van de lensopening gebaseerd is. [ALL]: Neemt foto’s met gebruik van alle lensopeningwaarden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Witbalans Bracket ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P144) Draai aan de bedieningsknop om het correctiebereik aan te passen en druk op [MENU/SET]. G A : Horizontaal ([A] naar [B]) : Verticaal ([G] naar [M]) B M • U kunt het correctiebereik ook instellen door A aan te raken.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisator De camera kan zowel de in-body beeldstabilisatie als de in-lens beeldstabilisatie gebruiken. Van de Dual I.S.-modussen die daadwerkelijk twee beeldstabilisaties combineren, ondersteunt deze Dual I.S.2 ( , , ) met een hoge correctie-efficiëntie. Bovendien kan tijdens een video-opname de hybride beeldstabilisatie met 5 assen gebruikt worden waarin elektronische beeldstabilisatie opgenomen is.
6. Stabilisator, zoom en flitser • De hybride beeldstabilisatiefunctie met 5 assen kan met alle lenzen gebruikt worden Zet [E-stabilisatie (Video)] in [Stabilisatie] op [ON] in het [Opname]-menu. Het opnamescherm geeft de volgende iconen weer als [ON] ingesteld is: – Lenzen van Panasonic die compatibel zijn met Dual I.S.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisatie-instellingen Toepasbare modi: Stel de beweging van de beeldstabilisatie in om bij de opnamesituatie te passen. • Als u een onderling verwisselbare lens met O.I.S.-schakelaar gebruikt (zoals H-FSA14140), wordt de stabilisatorfunctie gebruikt als de O.I.S.-schakelaar van de lens op [ON] gezet is. (Op het moment van aankoop is [ ] ingesteld.
6. Stabilisator, zoom en flitser Stelt u in staat het effect van de beeldstabilisatie tijdens de filmopname te verbeteren. Dit effect kan de wazigheid van de beweging in de compositie tot het minimum beperkt houden als u de opname vanuit een vast perspectief wilt maken. [ON]/[OFF] • Dit effect werkt alleen tijdens de opname. [ ] wordt op het opnamescherm weergegeven. [I.S.-vergrendeling • Om de compositie tijdens de opname te veranderen, zet u het eerst (Video)] op [OFF] en beweegt u daarna pas de camera.
6. Stabilisator, zoom en flitser • Het kan zijn dat de beeldstabilisator een werkgeluid maakt of tijdens de werking trillingen produceert. Dit duidt niet op een slechte werking. • Er wordt aanbevolen de beeldstabilisator uit te schakelen als een statief gebruikt wordt. • De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beelden maken met de zoom Optische zoom Toepasbare modi: U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om landschappen, enz., op te nemen. T-zijde: Vergroot de onderwerpsafstand W-zijde: Verbreedt de gezichtshoek Draai aan de zoomring. T Onderling verwisselbare lens met een zoomring W Beweeg de zoomhendel. (De zoomsnelheid varieert afhankelijk van hoe ver u de hendel verplaatst.
6. Stabilisator, zoom en flitser Vergroten van het telescopische effect [Ex. tele conv.] Toepasbare modi: De Extra teleconversielens stelt u in staat om beelden op te nemen die verder uitvergroot zijn zonder dat dit afbreuk aan de beeldkwaliteit doet. Voorbereiding: • Als foto’s gemaakt worden: • Bij het opnemen van films: Zet [Fotoresolutie] op [ anders dan [ ]. M] of [ S] en [Kwaliteit] op iets Zet de resolutie van [Opn. kwaliteit] op [FHD] of [HD].
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ De zoomvergroting vergroten in stappen bij het fotograferen 1 Selecteer het menu. > MENU 2 3 4 [Opname] > [Ex. tele conv.] > [ZOOM] Zet een Fn-knop op [Zoombediening]. (P60) Druk op de Fn-knop. Druk op 2/1 of 3/4. 3/1: Tele (Vergroot een ver verwijderd onderwerp) 4/2: Wide (Verbreedt de gezichtshoek) • De zoombediening wordt beëindigd wanneer opnieuw op de Fn-knop gedrukt wordt of een bepaalde tijd verstrijkt. 4:3 4:3 EX1.0x EX2.
6. Stabilisator, zoom en flitser • Als u [Ex. Tele Conv.] op [Fn knopinstelling] zet, in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu, kunt u het instellingenscherm van de Extra Teleconversie voor zowel foto’s als films weergeven door op de toegekende Fn-knop te drukken. Terwijl dit scherm weergegeven wordt, kunt u de instelling van [Fotoresolutie] veranderen door op [DISP.] te drukken.
6. Stabilisator, zoom en flitser • Wanneer u de Digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan om opnamen te maken. In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – [Speelgoedcam.
6. Stabilisator, zoom en flitser Zoomen met gebruik van aanraakbediening (Touch zoom) U kunt de zoomvergroting van Extra Teleconversie wijzigen met aanraakbediening wanneer de optische zoom gebruikt wordt of foto’s gemaakt worden. • Met gebruik van een onderling verwisselbare lens die geen power zoom ondersteunt (H-FS12060/H-FSA14140/H-FS1442A) kan de zoomvergroting van Extra teleconversie bediend worden door [Ex. tele conv.] ([Opname]) op [ZOOM] te zetten. 1 2 Raak [ ] aan. Raak [ ] aan.
6. Stabilisator, zoom en flitser Een flitser gebruiken Toepasbare modi: ∫ Openen/Sluiten van de ingebouwde flitser A De flits openen Verschuif de hendel voor het openen van de flitser. • Wees voorzichtig bij het openen van de flitser omdat de flitser naar buiten springt. B De flits sluiten Druk op de flits totdat deze klikt. • Let op dat uw vinger, enz., niet bekneld raakt. • Het geforceerd sluiten van de flitser kan de camera schade berokkenen.
6. Stabilisator, zoom en flitser Vakkundig gebruik van de flitser Als u flitsopnamen maakt terwijl de lenskap op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de foto donker worden en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de lenskap. Verwijder in dit geval de lenskap. • Voer het volgende niet uit omdat hitte of licht de vervorming of de ontkleuring van het onderwerp kunnen veroorzaken. – Het onderwerp vlak bij de flitser plaatsen. – De flitser blokkeren met uw hand terwijl hij afgaat.
6. Stabilisator, zoom en flitser Flitserfuncties instellen U kunt de flitserfunctie instellen om het afvuren van de flitser van de camera te regelen. [Flitser functie]/[Handmatige flitserinstel.] Toepasbare modi: Selecteer of u wilt dat het afvuren van de flitser automatisch of handmatig plaatsvindt. • Dit kan ingesteld worden als de interne flitser gebruikt wordt. 1 Selecteer het menu. MENU > [TTL] [MANUAL] 2 De camera zal de flitser-output automatisch instellen.
6. Stabilisator, zoom en flitser [Flitserfunctie] Toepasbare modi: De flits instellen voor opnamen. MENU ‰ Œ > [Opname] > [Flitser] > [Flitserfunctie] (Flitser altijd aan) (Flitser altijd aan/ Rode ogen)¢ De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities. • Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
6. Stabilisator, zoom en flitser [Flits-synchro] Toepasbare modi: Als een bewegend onderwerp ’s nachts opgenomen wordt met gebruik van een lange sluitertijd en flitser, kan een lichtspoor voor het onderwerp langs verschijnen. Als [Flits-synchro] op [2ND] gezet wordt, kan een dynamische foto genomen worden met een lichtspoor achter het onderwerp, door de flitser te activeren vlak voordat de sluiter sluit. Voorbereiding: Zet [Draadloos] in [Flitser] op [OFF].
6. Stabilisator, zoom en flitser De flitssterkte regelen Toepasbare modi: Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of onderbelicht zijn. Voorbereiding: Zet [Draadloos] en [Flitser functie] in [Flitser] op respectievelijk [OFF] en [TTL]. 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Opname] > [Flitser] > [Flitser instel.] Druk op 2/1 om de flitser-output in te stellen en druk vervolgens op [MENU/ SET]. • U kunt van [j3 EV] tot [i3 EV] in stappen van 1/3 EV instellen.
6. Stabilisator, zoom en flitser Opnames maken met een draadloze flitser Toepasbare modi: Flitsers die compatibel zijn met deze camera (DMW-FL580L/DMW-FL360L/DMW-FL200L: optioneel) hebben de draadloze opnamefunctie. Met deze functie kunt u het afvuren van drie flitsgroepen en de ingebouwde flitser (of de flitser die op de flitsschoen van de camera bevestigd is), afzonderlijk bedienen.
6. Stabilisator, zoom en flitser 2 Selecteer het menu. MENU > [Opname] > [Flitser] Selecteer [ON]. De flitsericoon op het scherm zal aangeduid worden met [WL]. [Draadloos] 3 [Draadloos kanaal] Selecteer het kanaal dat u in stap flitsers ingesteld heeft. [Draadloze setup] Ga verder naar stap 3. 1 voor de draadloze Druk op 3/4 om een item te kiezen en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Druk op [DISP.] om een testflits af te vuren.
6. Stabilisator, zoom en flitser Gebruik van andere instellingen voor opnames met draadloze flitsers [Draadl. FP (Focal-Plane)] Tijdens de draadloze opname vuurt een externe flitser een FP-flits af (herhaaldelijk flitsen bij hoge snelheid). Deze wijze van afvuren maakt fotograferen met de flitser bij een hoge sluitertijd mogelijk. MENU > [Opname] > [Flitser] > [Draadl. FP (Focal-Plane)] Instellingen: [ON]/[OFF] [Communicatielicht] Stelt de sterktevan het communicatielicht in.
7. Films opnemen Opname Bewegend Beeld Toepasbare modi: Deze camera kan volledig hoge definitie bewegende beelden die compatibel zijn met het AVCHD-formaat of bewegende beelden die opgenomen zijn in MP4 opnemen. Bovendien kan de camera 4K-films opnemen in MP4. De audio zal stereo opgenomen worden. 1 Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. A Verstreken opnametijd B Beschikbare opnametijd • Het is mogelijk om geschikte video’s voor iedere functie op te nemen.
7. Films opnemen • Als de omgevingstemperatuur hoog is, of een film continu opgenomen wordt, kan de camera mogelijk [ ] weergeven en de opname vervolgens stoppen. Wacht tot de camera afkoelt. • De ISO-gevoeligheid werkt als [AUTO] (voor films) tijdens een filmopname. In Creatieve Films kunt u de ISO-gevoeligheid voor films instellen. • U kunt de beschikbare opnametijd weergeven voordat u een opname in de Creatieve Video-modus maakt.
7. Films opnemen [Opname-indeling]/[Opn. kwaliteit] Dit stelt het opnameformaat en de opnamekwaliteit voor filmopnames in. Deze camera kan video’s opnemen in 4K (3840k2160) of full high-definition (1920k1080)-resolutie. De instellingen van de afbeeldingskwaliteit die geselecteerd kunnen worden, variëren afhankelijk van de instelling van [Opname-indeling]. 1 Selecteer het menu.
7. Films opnemen • Hoe hoger de waarde van de Bitsnelheid is, hoe hoger de beeldkwaliteit wordt. Omdat de camera gebruik maakt van de VBR-opnamemethode, wordt de bitsnelheid automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Als resultaat wordt de opnametijd korter wanneer een snel bewegend onderwerp opgenomen wordt. • Als [Miniatuureffect] voor de Creative Control modus geselecteerd is, kunt u niet de items selecteren die voor 4K-films gebruikt worden.
7. Films opnemen • Als de focusmodus op [AFS], [AFF] of [AFC] gezet is, en u drukt de sluiterknop tot halverwege in terwijl u een film opneemt, dan zal de camera de scherpstelling bijstellen. • Afhankelijk van de opname-omstandigheden of de gebruikte lens kan het werkgeluid opgenomen worden als de AF bediend wordt tijdens het opnemen van een film.
7. Films opnemen Log-registratie (V-Log L) Toepasbare modi: Kunt u alleen opnemen met [Fotostijl] in [V-Log L]. Dit stelt u in staat om beelden te creëren die afgewerkt zijn met een rijke gradatie, door middel van postproductie-montage. 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Bewegend beeld] > [Fotostijl] Druk op 2/1 om [V-Log L] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Het opnamescherm en beelden die via HDMI uitgegeven worden, zullen over het algemeen donkerder lijken.
7. Films opnemen Foto’s maken terwijl u een film maakt Toepasbare modi: Er kunnen foto’s gemaakt worden terwijl u een film opneemt (simultaan opnemen). Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te maken. • De simultane opname-indicator wordt weergegeven tijdens het maken van de foto’s. • Opnemen terwijl ook de Touch Shutter-functie beschikbaar is.
7. Films opnemen [Snapfilm] Toepasbare modi: U kunt de opnametijd van tevoren specificeren en films opnemen alsof u fotografeert. De functie stelt u ook in staat de scherpstelling aan het begin van de opname te verplaatsen en van tevoren infade/outfade-effecten toe te voegen. • Films zullen opgenomen worden met [FHD/20M/25p] in [MP4]. • Door de app voor smartphone/tablet “Panasonic Image App” te gebruiken, kunt u films die met de camera opgenomen zijn samenvoegen.
7. Films opnemen Instellingen Snapfilm MENU > [Opnametijd] [Trekfocus] [Fade] [Bewegend beeld] > [Snapfilm] > [SET] Stelt de opnametijd van films in. Verschuift de focus geleidelijk naar het begin van de opname voor een meer dramatische beeldexpressie. (P178) Voegt een fade-in-effect (geleidelijke verschijning) aan beeld en audio toe als de opname start, of voegt een fade-out-effect (geleidelijk verdwijnen) eraan toe als de opname eindigt.
7. Films opnemen ∫ [Trekfocus] instellen Stel de frames in die de posities specificeren waar de [Trekfocus] start (eerste positie) en stopt (tweede positie). Knopbediening 1 2 3 Druk op 2. Druk op 3/4/2/1 om het kader van de AF-zone te verplaatsen en druk op [MENU/SET]. (Eerste positie) • Als u op [DISP.] drukt voordat u op [MENU/SET] drukt, zal het kader naar het midden terugkeren. Herhaal stap 2. (Tweede positie) • Druk op [MENU/SET] om de positie-instelling van het tweede frame te annuleren.
7. Films opnemen Het niveau van de geluidsopname weergeven/instellen [Weerg. geluidsop.niveau] Toepasbare modi: Geef het geluidsopnameniveau op het opnamescherm weer. MENU > [Bewegend beeld] > [Weerg. geluidsop.niveau] Instellingen: [ON]/[OFF] • Als [Begr. geluidsopn.niveau] op [OFF] gezet is, staat [Weerg. geluidsop.niveau] op [ON]. [Aanp. geluidsopn.niveau] Toepasbare modi: Regel het geluidsingangsniveau op 19 verschillende niveaus (j12 dB tot i6 dB). MENU > [Bewegend beeld] > [Aanp. geluidsopn.
7. Films opnemen Creatieve Videomodus Opnamefunctie: Het is mogelijk om de openingswaarde van de lens, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid manueel te veranderen en films op te nemen. De volgende films kunnen alleen opgenomen worden in Creatieve Films: [Film in hoge snelheid] P181 [4K Live Bijsnijden] P182 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer het menu. MENU > [Creatieve film] > [Belicht.
7. Films opnemen 4 Druk opnieuw op de filmknop (of op de sluiterknop) om de opname te stoppen. ∫ Instellingen [AUTO] ISO-gevoeligheid Stel de boven- en onderlimieten van de ISO-gevoeligheid in als dit op [AUTO] gezet is. MENU > [Bewegend beeld] > [ISO-gevoeligh. (video)] [ISO Auto Onderl. Inst.] [200]/[400]/[800]/[1600]/[3200] [ISO Auto Bovenl. Inst.
7. Films opnemen [4K Live Bijsnijden] Door uw film vanuit de 4K gezichtshoek op Full High-Definition bij te snijden, kunt u een film opnemen die pant en in-/uitzoomt terwijl u de camera op een vaste positie houdt. Panning Inzoomen • [Opname-indeling] en [Opn. kwaliteit] in het [Bewegend beeld] menu zullen vast staan op respectievelijk [MP4] en [FHD/20M/30p]/[FHD/20M/25p]. • Houd de camera stevig op zijn plaats terwijl u de opname maakt. • De gezichtshoek wordt smaller.
7. Films opnemen 4 Stel het eindframe voor het bijsnijden in. B Eindframe voor het bijsnijden ュリヴヱハ 5 5HVHW ,QVW Druk op de filmknop (of op de sluiterknop) om de opname te starten. C Verstreken opnametijd D Ingestelde werktijd • Laat de filmknop (of de sluiterknop) onmiddellijk los na deze ingedrukt te hebben. • Als de ingestelde werktijd verstreken is, wordt de opname automatisch beëindigd. Om de opname halverwege te beëindigen, druk dan opnieuw op de filmknop (of op de sluiterknop).
8. Afspelen en bewerken van beelden Opnamen terugspelen 1 Druk op [(]. 2 Druk op 2/1. 1/98 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen • Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter elkaar afspelen. • U kunt deze stap ook uitvoeren door de camera te bedienen als hierna aangegeven wordt. Verzenden van beelden Continu beelden versturen • Draai aan de voorste draaiknop of aan de bedieningsknop. • Versleep het beeldscherm in horizontale richting.
8. Afspelen en bewerken van beelden Bewegende beelden terugspelen Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van AVCHD en MP4 formaten. Selecteer een icoon die aangeduid wordt met [ en druk vervolgens op 3 om het af te spelen. ] 12s A Opnametijd film • Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven. 8 minuten en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven als [8m30s]. • Sommige informatie (opname-informatie, enz.
8. Afspelen en bewerken van beelden Een foto extraheren Extraheer één frame van een video en sla het op als een JPEG-beeld. 1 Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te zetten. • Druk op 2/1 om de pauzepositie precies in te stellen terwijl de film gepauzeerd is. 2 Op [MENU/SET] drukken. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ ] aan te raken. • Foto’s zullen bewaard worden met de [Aspectratio] op [16:9] en de [Kwaliteit] op [A].
8. Afspelen en bewerken van beelden De weergavemodus omschakelen Vergrote weergave De af te spelen beelden kunnen vergroot weergegeven worden (Playback Zoom). Draai de modusknop op de achterkant naar rechts. 2.0X 1k > 2k > 4k > 8k > 16k Knopbediening Aanraakbediening s s Open-/ dichtknijpen 3/4/2/1 Slepen / s Beschrijving van de bediening Vergroot/verkleint het scherm. Vergroot/verkleint het scherm met kleine stappen. Beweegt de vergrote zone.
8. Afspelen en bewerken van beelden Kalender afspelen 1 Draai de achterste draaiknop naar links om het kalenderscherm weer te geven. 2 Druk op 3/4/2/1 om de opnamedatum te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Alleen de beelden die op die datum opgenomen zijn zullen weergegeven worden. • Draai de achterste draaiknop naar links om terug te keren naar de weergave van het kalenderscherm.
8. Afspelen en bewerken van beelden Groepsbeelden Een beeldengroep bestaat uit meerdere beelden. U kunt beelden in een groep continu dan wel een voor een afspelen. • U kunt alle beelden in een groep in een keer bewerken of wissen. (Als u bijvoorbeeld een beeldengroep wist, worden alle beelden in de groep gewist.) [ ]: Een beeldengroep die in één keer bewaard is met [4K-FOTO In Bulk Opslaan]. 1/98 IRWR [ ]: Een beeldengroep bestaande uit beelden die met Focus Bracket gemaakt zijn.
8. Afspelen en bewerken van beelden ∫ Continu afspelen van groepsbeelden Druk op 3. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door aanraking van de icoon van het groepsbeeld ([ ], [ ], [ ]). • Tijdens het een voor een afspelen van groepsbeelden worden opties weergegeven. Selecteer na de selectie van [Burst afspelen] (of [Serie weergave]), een van de volgende afspeelmethoden: [Vanaf eerste foto]: De beelden worden continu afgespeeld, te beginnen met het eerste beeld van de groep.
8. Afspelen en bewerken van beelden Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. ∫ Om een enkele opname uit te wissen 1 Selecteer het te wissen beeld in de afspeelmodus en druk vervolgens op [ ]. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ te raken. 2 ] aan Druk op 3 om [Apart wissen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ Wissen van meer beelden (tot 100) of van alle beelden • De beeldengroepen worden als een enkel beeld beschouwd.
9. Menugids Hieronder volgt de lijst met menu’s. De menu’s die op andere pagina’s in detail uiteengezet worden, zijn aangeduid met paginanummers. • Raadpleeg voor informatie over de bedieningsmethoden van de menu’s pagina 55. • Raadpleeg voor informatie over de manieren om tekst in te voeren pagina 64.
9. Menugids : [Scene Guide]-menu • [Scène wijzigen] (P82) : [Creatieve opties]-menu • [Filtereffect] (P88) • [Gelijktijdig zond. filter] (P88) [Opname]-menu • [Aspectratio] (P194) • [Fotoresolutie] (P194) • [Kwaliteit] (P195) • [AFS/AFF] (P95) ¢ • [AF-Gevoeligheid(Foto)] (P96) • [Fotostijl] (P196) ¢ • [Filterinstellingen] (P199) ¢ • [Kleurruimte] (P200) • [Meetfunctie] (P201) ¢ • [Schaduw markeren] (P201) ¢ • [Int.dynamiek] (P202) ¢ • [I.
9. Menugids [Aspectratio] Toepasbare modi: Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het afdrukken of het terugspelen past.
9. Menugids [Kwaliteit] Toepasbare modi: De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden. > MENU [Opname] > [Kwaliteit] Instellingen Bestandsformaat [A] JPEG [›] [ ] [ ] [ Beschrijving van instellingen Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven werd. ] RAWiJPEG RAW Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit. Dit is nuttig voor het veranderen van het aantal opnames zonder het aantal pixels te verhogen.
9. Menugids [Fotostijl] Toepasbare modi: U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken. MENU > [Opname]/ [Bewegend beeld] > [Fotostijl] [Standaard] Dit is de standaard instelling. [Levendig] Prachteffect met hoge verzadiging en contrast. [Natuurlijk] Zacht effect met laag contrast. [Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen. [L.Zwart-wit] Zwart-wit-effect met een rijke gradatie en scherpe zwarte accenten. [L.
9. Menugids ∫ Bijstellen van de beeldkwaliteit 1 2 6WDQGDDUG Druk op 2/1 om het type Photo Style te selecteren. Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen. -5 ±0 ±0 [Kleurtoon] [s] Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op het beeld. [r] Het beeld is zeer scherp. [s] Het beeld is onscherp. [r] Versterkte geruisvermindering. De beeldresolutie kan een beetje minder worden. [s] Minder geruisvermindering.
9. Menugids • Het effect van [Korreleffect] kan niet op het opnamescherm gecontroleerd worden. In deze gevallen niet beschikbaar: • [Korreleffect] is in de volgende gevallen niet beschikbaar.
9. Menugids [Filterinstellingen] Toepasbare modi: U kunt de beeldeffecten (filters) van de Creative Control modus toevoegen. (P87) MENU > [Opname]/ [Bewegend beeld] > [Filterinstellingen] > [Filtereffect] Instellingen: [ON]/[OFF]/[SET] ∫ Een filter instellen met aanraakbediening 1 Raak [ ] aan. 2 Raak het item aan dat u wenst in te stellen.
9. Menugids ∫ [Gelijktijdig zond. filter] U kunt één keer op de sluiterknop drukken en gelijktijdig twee foto’s nemen, een met een beeldeffect en een zonder. MENU > [Opname]/ zond. filter] [Bewegend beeld] > [Filterinstellingen] > [Gelijktijdig Instellingen: [ON]/[OFF] • Eerst zal een foto met een beeldeffect opgenomen worden, gevolgd door een foto zonder beeldeffect. • Alleen een beeld met een beeldeffect wordt voor Auto Review weergegeven.
9. Menugids [Meetfunctie] Toepasbare modi: Type optische meting om helderheid te meten kan veranderd worden. > MENU [Opname]/ [Bewegend beeld] > [Meetfunctie] Meetpositie helderheid Condities [ ] (Meervoudig) Volledig scherm Normaal gebruik (produceert uitgebalanceerde foto’s) [ ] (Middenmeting) Midden en omringende zone Onderwerp in het midden Midden van [i] (puntfocusing A) [ ] (Spot) Groot verschil tussen helderheid van onderwerp en achtergrond (bijv.
9. Menugids 2 3 Draai aan de modusknop op de voorkant/achterkant om de helderheid van de heldere/donkere delen bij te stellen. A Helder deel B Donker deel • Het bijstellen kan ook uitgevoerd worden door de grafiek te verslepen. • Voor het registreren van een voorkeursinstelling drukt u op 3 en selecteert u de bestemming waar de klantinstelling op geregistreerd moet worden ([Klant1] ( ヤヒ )/[Klant2] ( ヤビ )/[Klant3] ( ヤピ )). Op [MENU/SET] drukken.
9. Menugids [I.resolutie] Toepasbare modi: Beelden met een scherp profiel en een scherpe resolutie kunnen gemaakt worden m.b.v. de Intelligente Resolutietechnologie. MENU > [Opname]/ [Bewegend beeld] > [I.resolutie] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF] [Rode-ogencorr] Toepasbare modi: Als u de flitser afvuurt wanneer de roden-ogenreductie wordt gebruikt ([ detecteert de camera automatisch de rode ogen en corrigeert de foto.
9. Menugids [Korte sluitert.] Toepasbare modi: Stel de minimum sluitertijd in als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] of [ MENU > ] gezet is. [Opname] > [Korte sluitert.] Instellingen: [AUTO]/[1/16000] tot [1/1] • De sluitertijd mag lager worden dan de ingestelde waarde in situaties waarin de correcte belichting niet verkregen kan worden. [Lang sl.n.
9. Menugids [Schaduwcomp.] Toepasbare modi: Wanneer de schermomtrek donkerder wordt wegens de eigenschappen van de lens, kunt u foto’s maken met de helderheid van de schermomtrek gecorrigeerd. MENU > [Opname] > [Schaduwcomp.] Instellingen: [ON]/[OFF] • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Beeldruis aan de randen van het beeld kan sterker worden met een hogere ISO-gevoeligheid.
9. Menugids [Stille modus] Toepasbare modi: Schakelt werkgeluiden en verlichting in een keer uit. MENU > [Opname] > [Stille modus] Instellingen: [ON]/[OFF] • De audio van de luidspreker zal op mute gezet worden en de flitser en het AF Assist-lampje zullen uitgeschakeld worden. De volgende instellingen worden vastgezet. – [Flitserfunctie]: [Œ] (flitser gedwongen uitgeschakeld) – [Sluitertype]: [ESHTR] – [AF ass.
9. Menugids Mechanische sluiter Beschrijving Elektronische voorste gordijnsluiter Elektronische sluiter De camera start en De camera start de belichting De camera start en eindigt de belichting met elektronisch en eindigt deze eindigt de belichting de mechanische sluiter. met de mechanische sluiter. elektronisch. Flitser ± ± — Sluitertijd (Sec.
9. Menugids [HDR] Toepasbare modi: U kunt 3 beelden met verschillende niveaus van belichting in een enkel beeld combineren met rijke schakeringen. U kunt het verlies aan gradatie minimaliseren in heldere en donkere zones, wanneer het contrast tussen de achtergrond en het onderwerp bijvoorbeeld groot is. Een door HDR gecombineerd beeld wordt in JPEG opgenomen.
9. Menugids [Multi-belicht.] Toepasbare modi: Heeft een effect als multi-belichting tot gevolg. (equivalent aan tot 4 keer voor een afzonderlijk beeld) MENU 1 2 > [Opname] > [Multi-belicht.] Druk op 3/4 om [Start] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Bepaal de samenstelling en maak het eerste beeld. • Na het maken van de foto de sluiterknop tot halverwege indrukken om de volgende foto te maken.
9. Menugids [Bewegend beeld]-menu • [Opname-indeling] (P171) • [Opn. kwaliteit] (P171) • [Snapfilm] (P176) • [AFS/AFF] (P95) ¢ • [Continu AF] (P172) • [AF Aang. Inst.(Video)] (P173) • [Fotostijl] (P196) ¢ • [Filterinstellingen] (P199) ¢ • [Helderheidsniveau] (P210) • [Meetfunctie] (P201) ¢ • [Schaduw markeren] (P201) ¢ • [Int.dynamiek] (P202) ¢ • [I.resolutie] (P203) ¢ • [ISO-gevoeligh. (video)] (P181) • [Diffractiecompensatie] (P205) ¢ • [Stabilisatie] (P148) ¢ • [Antiflikkering] (P210) • [Ex. tele conv.
9. Menugids [Uitsch. geluid vd wind] Toepasbare modi: Dit zal de windruis verlagen die van de interne microfoon afkomstig is terwijl de geluidskwaliteit gehandhaafd blijft. MENU > [Bewegend beeld] > [Uitsch. geluid vd wind] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[OFF] • [HIGH] verlaagt daadwerkelijk de windruis door het lage geluid te minimaliseren als sterke wind gedetecteerd wordt. • [STANDARD] extraheert en verlaagt de windruis, zonder de geluidskwaliteit te verslechteren.
9. Menugids [Geluid ouput] Toepasbare modi: U kunt films opnemen terwijl u de geluiden die opgenomen worden hoort door een in de handel verkrijgbare koptelefoon op dit toestel aan te sluiten. A Aansluiting koptelefoon B In de handel verkrijgbare hoofdtelefoon • Gebruik geen hoofdtelefoonkabels die 3 m of langer zijn. • Als hoofdtelefoons aangesloten zijn, worden elektronische geluiden en elektronische sluitergeluiden uitgezet.
9. Menugids [Voorkeuze]-menu [Belichting] • [ISO-verhoging] (P214) • [Uitgebreide ISO] (P114) • [Belichtingscomp. reset] (P214) [Focus / Sluiter Losl.] • [AF/AE vergrend.] (P110) • [AE-vergr.-vast] (P214) • [Sluiter-focus] (P214) • [Ontsp. knop half indr.] (P214) • [Quick AF] (P214) • [Oogsensor AF] (P215) • [Spot AF-Instelling] (P215) • [AF ass. lamp] (P215) • [Direct focuspunt] (P216) • [Prio. focus/ontspan] (P216) • [Focusoversch. vr Ver./ Hor.] (P216) • [Loop verpl.
9. Menugids MENU > [Voorkeuze] > [Belichting] [ISO-verhoging] Dit verandert de toenames die gebruikt worden om de ISO-gevoeligheid in te stellen. Instellingen: [1/3 EV]/[1 EV] [Belichtingscomp. reset] Een belichtingswaarde kan gereset worden als de opnamemodus veranderd wordt of als de camera wordt uitgeschakeld. MENU > [Voorkeuze] > [Focus / Sluiter Losl.] [AE-vergr.-vast] Als [ON] geselecteerd is, blijven focus en belichting zelfs vergrendeld als u op [AF/ AE LOCK] drukt en weer loslaat.
9. Menugids [Oogsensor AF] De camera stelt het brandpunt automatisch in als de oogsensor actief is. • De [Oogsensor AF] werkt misschien niet onder omstandigheden met gedimd licht. [Spot AF-Instelling] Dit verandert de instelling voor een vergrote weergave die verschijnt als de Auto Focusmodus op [ ] gezet is. [Spot AF tijd] Stelt in hoe lang het vergrote scherm weergegeven wordt wanneer de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
9. Menugids [Direct focuspunt] Verplaatst de AF-zone of de MF Assist, door de cursorknop te gebruiken wanneer een opname gemaakt wordt. • U kunt onderstaande posities verplaatsen met de cursorknop. – Als [š]/[ ]/[ ]/[Ø] geselecteerd is: AF-zone – Als [ ] geselecteerd is: vergrendelde positie – Als [ ] geselecteerd is: vergrote zone • Gebruik het Quick Menu (P58) of de Fn-knoppen (P60) om de functies in te stellen die aan de cursorknop toegekend zijn, zoals de selectie van de AF mode.
9. Menugids [Weergave AF-gebied] Dit verandert de instelling van de weergave van de AF Area voor wanneer de Auto Focusmodus op [ ] ([49-zone]) of [ ], enz., gezet is ([Voorkeur multi]). [ON] Geeft AF-zones weer op het opnamescherm. • AF Area’s worden niet weergegeven als de standaardinstelling van de AF Area toegepast wordt op [ ] ([49-zone]) of [ ヤヒ ], [ ヤビ ] of [ ヤピ ] in [Voorkeur multi]. [OFF] Geeft AF-zones al enkele seconden nadat u begint ze te gebruiken op het opnamescherm weer.
9. Menugids [MF assist weergave] Stelt de weergavemethode van MF Assist in (vergroot scherm). Instellingen: [FULL] (volledig scherm)/[PIP] (vensterscherm) MENU > [Voorkeuze] > [Bediening] [WB/ISO/Expo.-knop] Dit stelt de handeling in die uitgevoerd moet worden als op [ ] (Witbalans), [ (ISO-gevoeligheid) of [ ] (Belichtingscompensatie) gedrukt wordt. ] [WHILE PRESSING] Stelt u in staat de instelling te veranderen terwijl op de knop gedrukt wordt en die ingedrukt gehouden blijft.
9. Menugids [Touch inst.] Schakelt de bediening door aanraking in/uit. [Touch scherm] Alle aanraakhandelingen. [Touch tab] De bediening van de tabs, zoals [ ] op de rechterkant van het scherm. [Touch AF] [AF]: Bediening om de scherpstelling van een aangeraakt onderwerp te optimaliseren. (P102) [AF+AE]: Bediening om de scherpstelling en de helderheid te optimaliseren. (P106) [Touchpad AF] MENU > Bediening om de AF-zone te verplaatsen door de monitor aan te raken, als de zoeker in gebruik is.
9. Menugids [Constant preview] In de handmatige belichtingsmodus kunt u de effecten van de gekozen lensopening en sluitertijd op het opnamescherm controleren. Preview werkt ook op het scherm van MF Assist als [Voorvertoning in MF assist] op [ON] gezet is in [SET]. • Deze functie werkt niet als de flitser gebruikt wordt. [Live View versterken] Geeft het scherm helderder weer zodat het in een omgeving met weinig licht gemakkelijker is de onderwerpen en composities te controleren.
9. Menugids • Telkens wanneer [ ] in [ ] aangeraakt wordt, wordt de instelling omgeschakeld in de volgorde [ ] ([Niveau detecteren]: [LOW]) > [ ] ([Niveau detecteren]: [HIGH]) > [OFF]. In deze gevallen niet beschikbaar: • [Peaking] is niet beschikbaar voor [Ruw zwart-wit] van Creatieve Films. • Als [Live View versterken] gebruikt wordt, is [Peaking] niet beschikbaar. [Histogram] Het histogram weergeven. U kunt de positie instellen door op 3/4/2/1 te drukken.
9. Menugids [Highlight] Wanneer de automatische overzichtfunctie geactiveerd is of wanneer u terugspeelt, verschijnen er witte verzadigde zones die in het zwart en wit knipperen. • Als er wit verzadigde gebieden zijn, raden we aan de belichting naar negatief te compenseren, onder raadpleging van het histogram, en de foto daarna opnieuw te nemen. • Dit beïnvloedt de opgenomen beelden niet.
9. Menugids [Lichtmeter] De belichtingsmeter weergeven. • Stel [ON] in om de belichtingsmeter weer te geven tijdens het SS 250 125 60 uitvoeren van Programme Shift, het instellen van de 4.0 F lensopening en het instellen van de sluitertijd. 60 F4.0 • Ongeschikte zones van het bereik worden weergegeven in het rood. • Als de belichtingsmeter niet weergegeven wordt, schakel dan de weergave-informatie voor het scherm in door op [DISP.] te drukken.
9. Menugids MENU > [Voorkeuze] > [Lens / Andere] [Lenspositie Hervatten] Bewaart de brandpuntpositie wanneer u de camera uitschakelt. Als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die compatibel is met de gebruikte power zoom, zal ook de zoompositie bewaard worden. [Instelling Fn-knop lens] Als een onderling verwisselbare lens met een focuskeuzeschakelaar en een focusknop gebruikt wordt, stelt dit de functie in die aan de focusknop van die lens toegekend moet worden.
9. Menugids [Gezicht herk.] Gezichtsdetectie is een functie waarmee een gezicht gevonden wordt dat op een geregistreerd gezicht lijkt en het scherpstellen en de belichting daarvan automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op een groepsfoto staat, kan de camera toch een duidelijk beeld maken. [ON] Schakelt de gezichtsdetectiefunctie in. [OFF] Schakelt de gezichtsdetectiefunctie uit.
9. Menugids Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert • Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u registreert. • Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt wanneer u registreert. (De flits zal niet afgaan tijdens de registratie.
9. Menugids [Profiel instellen] Als u de naam en verjaardag van uw kind of huisdier van tevoren instelt, dan kunt u hun naam en leeftijd in maanden en jaren op de foto’s opnemen. U kunt deze bij het afspelen weergeven of op de opgenomen beelden stempelen met gebruik van [Tekst afdr.]. Instellingen: [ ] ([Baby1])/[ ] ([Baby2])/[ ] ([Huisdier])/[OFF]/[SET] ∫ Instellen van [Leeftijd] of [Naam] 1 Druk op 3/4 om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. Menugids [Set-up]-menu • [Online handleiding] (P228) • [Geh voorkeursinst.] (P80) • [Klokinst.
9. Menugids • Als u Zomertijd gebruikt [ ], druk dan op 3. (De tijd zal met 1 uur vooruit gezet worden.) Druk opnieuw op 3 om naar de gewone tijd terug te keren. • Stel [Home] in wanneer u weer thuis bent van uw reisbestemming. • Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
9. Menugids [Wi-Fi] ∫ [Wi-Fi-functie] (P256) ∫ [Wi-Fi setup] (P298) [Bluetooth] ∫ [Bluetooth] (P260) ∫ [Wake-up Op Afstand] (P266) ∫ [Slaapmodus uitschakelen] (P269) ∫ [Autom. overzetten] (P271) ∫ [Locatie vermelden] (P273) ∫ [Auto Klokinstelling] (P274) ∫ [Wi-Fi Netwerkinst.] Registreert het Wi-Fi toegangspunt. (P293) Draadloze toegangspunten die gebruikt worden om de camera met Wi-Fi-netwerken te verbinden, zullen automatisch geregistreerd worden.
9. Menugids [Besparing] Dit is een functie voor de automatische omschakeling van de camera naar de slaapmodus (energiebesparing) of om de zoeker/het scherm uit te schakelen als gedurende een ingestelde tijd geen handelingen verricht worden. Beperkt het batterijverbruik. [Slaapsmodus] Stelt de tijd in die moet verstrijken tot de camera in de slaapmodus gezet wordt. [Slaapsmodus (Wi-Fi)] Zet de camera in de slaapmodus 15 minuten nadat hij van de Wi-Fi afgesloten is.
9. Menugids [Weergavesnelheid] Dit stelt de frame-snelheid van de monitor in. [30fps] Verlaagt het energieverbruik en verlengt de werktijd. [60fps] Toont vloeiender bewegingen. • De instellingen van [Weergavesnelheid] zijn niet van invloed op de opgenomen beelden. • De instelling van de zoeker staat vast op [60fps]. [Scherm]/[Zoeker] De helderheid, kleur of de rode of blauwe tint van de monitor/zoeker worden ingesteld. 1 Selecteer de instellingen door op 3/4 te drukken en stel bij met 2/1.
9. Menugids [Oogsensor] [Gevoeligheid] Dit zal de gevoeligheid van de oogsensor instellen. Dit zal de methode van schakelen tussen de monitor en de zoeker instellen. [LVF/MON AUTO] (automatisch schakelen tussen de monitor en de zoeker) [LVF/Scherm] [LVF] (zoeker) [MON] (monitor) • Als u op [LVF] drukt om de weergave om te schakelen, zal ook de instelling van [LVF/Scherm] omgeschakeld worden. [USB mode] Stelt de communicatiemethode in wanneer er aangesloten wordt m.b.v. de USB-aansluitkabel (bijgeleverd).
9. Menugids [TV-verbinding] [HDMI-functie (afspelen)]: Dit stelt het videoformaat in dat gebruikt moet worden voor uitgave in de afspeelmodus wanneer de camera en een TV of monitor met een HDMI-microkabel verbonden is. [AUTO] Voert beelden uit met een uitvoerresolutie die geschikt is voor de aangesloten TV. [4K/25p]/[1080p]/[1080i]/[720p]/ [576p] Voert beelden met de geselecteerde resolutie uit.
9. Menugids [Map- / Bestandsinstell.] Stel de patronen van de map- en bestandsnaam in waarin de foto’s opgeslagen moeten worden. Mapnaam Bestandsnaam PABC0001.
9. Menugids • Iedere map kan tot 1000 bestanden opslaan. • De bestandsnummers worden van 0001 tot 9999 toegekend in de volgorde van opname. Als u de map voor het opslaan verandert, zal een nummer toegekend worden dat een voortzetting is vanaf het laatste bestandsnummer.
9. Menugids [Netwerkinst. Resetten] De volgende netwerkinstellingen worden weer op de fabriekswaarden gezet: – [Wi-Fi setup] (Uitgezonderd [LUMIX CLUB]) – Geregistreerde apparaatinformatie in [Bluetooth] en waarden in [Wi-Fi Netwerkinst.] • Wanneer een reparatie aangevraagd wordt, of de camera overgedragen/afgedankt wordt, raadpleeg dan “Persoonlijke informatie” op P341. [Pixelverbeter.] Het zal de optimalisering van het beeldsysteem en de beeldverwerking uitvoeren.
9. Menugids [Mijn Menu]-menu [Mijn Menu Instelling] Registreer vaak gebruikte menu’s en geef ze weer in [Mijn Menu]. U kunt tot 23 menu’s registreren. MENU > [Toevoegen] [Sorteren] [Mijn Menu] > [Mijn Menu Instelling] Specificeert het menu dat in Mijn Menu weergegeven wordt om het te registreren. Herschikt de menu’s die in Mijn Menu weergegeven worden. Selecteer het menu waarvan u de bestemming wilt verplaatsen en instellen. Verwijdert geregistreerde menu’s.
9. Menugids [Afspelen]-menu • [Diashow] (P240) • [Afspeelfunctie] (P241) • [Beveiligen] (P242) • [Rating] (P242) • [Titel bew.] (P243) • [Gez.herk. bew.] (P243) • [RAW-verwerking] (P244) • [4K-FOTO In Bulk Opslaan] (P128) • [Lichtcompositie] (P247) • [Serie samenstelling] (P248) • [Retouche wissen] (P249) • [Tekst afdr.] (P250) • [Nw. rs.
9. Menugids [Diashow] U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die bestaat uit alleen foto’s, alleen films, enz. We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het toestel aan een TV.
9. Menugids ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor afspelen van diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het diavoorstellingmenuscherm. Dit biedt u de mogelijkheid de schermeffecten te selecteren wanneer u van het ene naar het andere beeld schakelt. [Effect] [Duur] • [Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
9. Menugids [Beveiligen] U kunt een beveiliging instellen voor opnames waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. MENU > [Afspelen] > [Beveiligen] Selecteer de opname. (P239) • [999+] wordt op het scherm weergegeven als het totale aantal beschermde foto’s dat u voor een groep beelden instelt groter is dan 1000. ∫ Alle [Beveiligen] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. Menugids [Titel bew.] U kunt tekst (commentaar) aan de foto’s toevoegen. Nadat de tekst geregistreerd is, kan hij op de afdrukken gedrukt worden met gebruik van [Tekst afdr.]. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Titel bew.] Selecteer de opname. (P239) • [’] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels. De tekst invoeren. (P64) • Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen. • U kunt teksten (commentaar) afdrukken met gebruik van de software “PHOTOfunSTUDIO”.
9. Menugids [RAW-verwerking] U kunt de beelden die in het RAW-formaat opgenomen zijn verwerken. De verwerkte beelden zullen in JPEG-formaat bewaard worden. MENU 1 2 > [Afspelen] > [RAW-verwerking] Selecteer RAW-beelden met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op 3/4 om een item te selecteren. • U kunt de volgende items instellen. De instellingen die u voor de opname gebruikte worden geselecteerd als u deze items begint in te stellen.
9. Menugids [Meer instellen] 3 4 5 Selecteer met 3/4 onderdelen en druk op [MENU/SET] om de volgende bewerkingen uit te voeren. [Aanpassingen herstellen]: Zet de instellingen weer op die, welke u tijdens de opname gebruikte. [Kleurruimte]: Stelt u in staat een instelling van [Kleurruimte] te selecteren uit [sRGB] of [Adobe RGB]. [Fotoresolutie]: Stelt u in staat het formaat te selecteren waarin het beeld in het JPEG-formaat bewaard zal worden. Druk op [MENU/SET] en stel in.
9. Menugids Op het vergelijkingsscherm kunt u de volgende handelingen uitvoeren om instellingen te maken: A Huidige instelling Knopbediening / 2/1/ Aanraakbediening Beschrijving van de bediening Slepen Selecteert een instelling. [DISP.] [DISP.] Brengt u terug naar het instellingenscherm. [MENU/SET] [Inst.] Stelt het ingestelde niveau in en brengt u terug naar het scherm voor de selectie van het item. / 0 DISP. • Als u het beeld in het midden aanraakt, zal het vergroot worden.
9. Menugids [Lichtcompositie] Selecteer meervoudige frames uit de 4K-burst-bestanden die u wenst te combineren. Delen van het beeld die helderder zijn dan het vorige frame zullen over het vorige frame heen geplaatst worden om de frames tot één foto te combineren. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Lichtcompositie] Druk op 2/1 om de 4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/ SET]. Kies de samenvoegmethode en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Samengesteld samenv.
9. Menugids [Serie samenstelling] Selecteer meerdere beelden uit een 4K-burstbestand om een reekscompositie van een bewegend onderwerp samen te voegen tot één beeld. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Serie samenstelling] Druk op 2/1 om de 4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/SET]. Beelden selecteren om te combineren. Selecteer de beelden dusdanig dat het bewegende onderwerp niet overlapt met het vorige of volgende beeld.
9. Menugids [Retouche wissen] • [Retouche wissen] is een instelling die gebruikt moet worden met aanraakbediening en schakelt de aanraakbediening automatisch in. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Retouche wissen] Druk op 2/1 om een beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Sleep uw vinger over het deel dat u wilt wissen. • De te wissen delen zijn gekleurd. • Raak [Onged. maken] aan om het gekleurde gedeelte weer op de vorige status te zetten.
9. Menugids [Tekst afdr.] U kunt opname-informatie op de opgenomen beelden stempelen. LISA MENU 1 2 3 4 > [Afspelen] > [Tekst afdr.] Selecteer de opname. (P239) • [‘] verschijnt op het scherm als het beeld afgedrukt wordt met tekst. Druk op 3/4 om [Inst.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Opnamedatum] Drukt de opnamedatum af. [Naam] [ ] (Gezichtsherkenning): De in [Gezicht herk.] geregistreerde naam zal gestempeld worden.
9. Menugids [Nw. rs.] Om gemakkelijk posten naar webpagina’s, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd. MENU > [Afspelen] > [Nw. rs.] Selecteer het beeld en het formaat. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om de grootte te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. Menugids [Bijsnijden] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Bijsnijden] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Gebruik de functieknop op de achterkant en druk op 3/4/2/1 om de door te knippen delen te selecteren. Knopbediening Aanraakbediening Beschrijving van de bediening Het beeld vergroten Het beeld verkleinen 3/4/2/1 3 Verslepen Het vergrote gebied wordt verplaatst Op [MENU/SET] drukken.
9. Menugids [Roteren] (Het beeld wordt handmatig gedraaid.) Draai beelden handmatig in stappen van 90o. • De [Roteren]-functie wordt uitgeschakeld als [Scherm roteren] op [OFF] gezet is. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Roteren] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Selecteer de draairichting. [ ]: Het beeld draait steeds 90o met de wijzers van de klok mee. [ ]: Het beeld draait steeds 90o tegen de wijzers van de klok in.
9. Menugids [Intervalvideo] Deze functie stelt u in staat om een film te creëren uit een beeldengroep die opgenomen is met [Intervalopname]. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Intervalvideo] Selecteer de [Intervalopname] beeldgroep met 2/1, en druk vervolgens op [MENU/SET]. Creëer een film door de creatiemethode te selecteren. • Raadpleeg P142 voor details. [Stop-motionvideo] Er wordt een film gecreëerd uit de groepsbeelden die met [Stop-motionanimatie] gemaakt zijn.
9. Menugids [Foto's sorteren] U kunt de volgorde instellen waarmee de camera de beelden tijdens het afspelen weergeeft. MENU > [Afspelen] > [Foto's sorteren] [FILE NAME] Geeft de beelden weer op mapnaam/bestandsnaam. Dit weergaveformaat stelt u in staat de beelden op de kaart gemakkelijk te lokaliseren. [DATE/TIME] Geeft de beelden weer op opnamedatum. Als de kaart beelden bevat die met meer dan een camera genomen werden, is dit weergaveformaat handig om beelden op te zoeken.
10.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wi-Fi-functie/Bluetooth-functie ∫ Voor Gebruik • De klok instellen. (P39) • Om de Wi-Fi-functie op dit toestel te gebruiken, wordt een draadloos toegangspunt vereist, dan wel een bestemmingstoestel dat uitgerust is met de draadloze LAN-functie.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Na verbinding gemaakt te hebben met een Wi-Fi-netwerk, kunt u de volgende handelingen uitvoeren door op [Wi-Fi] te drukken: [Verbinding beëindigen] Eindigt de Wi-Fi-verbinding. [Doelapparaat wijzigen] Eindigt de Wi-Fi-verbinding en stelt u in staat om een andere Wi-Fi-verbinding te kiezen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verbinden met een smartphone U kunt een smartphone gebruiken om de camera met remote bediening te laten werken. U moet de “Panasonic Image App” (van nu af “Image App” genoemd) op uw smartphone installeren. “Panasonic Image App” installeren “Panasonic Image App” is een applicatie voor smartphones die door Panasonic verstrekt wordt. • OS App voor AndroidTM: Android 4.4 of hoger (Android 5.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verbinding maken met een smartphone (Bluetooth verbinding) Volg een eenvoudige set-up procedure voor de verbinding (pairing), om verbinding te maken met een smartphone die Bluetooth Low Energy ondersteunt. Als het pairen ingesteld is, maakt de camera ook automatisch verbinding met de smartphone via Wi-Fi. • Ondersteunde smartphones Android: iOS: Android 5.0 of hoger uitgerust met Bluetooth 4.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie 7 Start “Image App”. • De gepairde smartphone zal als een gepaird apparaat geregistreerd worden nadat verbinding gemaakt is via Wi-Fi. ∫ Verbinding maken met een gekoppelde smartphone Op de camera MENU > [Set-up] > [Bluetooth] > [Bluetooth] > [ON] Op uw smartphone 1 2 3 Start “Image App” en selecteer vervolgens [Bluetooth]. • Als een bericht verschijnt waarin gemeld wordt dat de smartphone camera’s aan het zoeken is, sluit dit bericht dan.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verbinding maken met een smartphone (Wi-Fi verbinding) Gebruik Wi-Fi om de camera te verbinden met een smartphone die geen Bluetooth Low Energy ondersteunt. • U kunt ook via Wi-Fi verbinding maken met een smartphone die Bluetooth Low Energy ondersteunt door dezelfde stappen te volgen. Verbinding maken zonder een password in te voeren U kunt gemakkelijk een Wi-Fi-verbinding met de camera tot stand brengen zonder een wachtwoord op uw smartphone in te voeren.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verbinding maken met gebruik van wachtwoordauthenticatie Als [Wi-Fi-wachtwoord] op [ON] gezet is, kunt u de veiligheid vergroten door handmatige invoer of met een QR-code voor de authenticatie van het wachtwoord. Voorbereidingen: (Op de camera) Zet het [Wi-Fi-wachtwoord] op [ON].
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Handmatig invoeren van een wachtwoord om verbinding te maken Op de camera MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID en password B QR-code • De informatie (QR-code, SSID en wachtwoord) die vereist wordt om uw smartphone rechtstreeks met de camera te verbinden, wordt weergegeven. • U kunt de informatie ook weergeven door op de camera op [Wi-Fi] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Verbinding maken via een netwerk Op de camera 1 Selecteer [Via netwerk]. • Volg de verbindingsprocedure die beschreven wordt op P293 om de camera verbinding met een draadloos toegangspunt te laten maken. Op uw smartphone 2 3 4 Schakel de Wi-Fi-functie in het instellingenmenu in. Verbind de smartphone met het draadloze toegangspunt waarmee de camera verbonden is. Start “Image App”. ∫ Rechtstreeks verbinden Op de camera 1 Selecteer [Direct].
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De camera met een smartphone bedienen ∫ Vereiste draadloze verbindingsmodus De vereiste draadloze verbindingsmodus varieert afhankelijk van de functie die gebruikt wordt nadat verbinding met een smartphone gemaakt is. Vereiste draadloze verbinding Ondersteuning voor Bluetooth Low Energy Bluetooth Geeft aan dat de functie gebruikt kan worden met smartphones die Bluetooth Low Energy ondersteunen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ De camera uitschakelen Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. 2 Selecteer [ OFF]. • Als [Wake-up Op Afstand] op [ON] gezet is, gaat de Bluetooth-functie door met werken, zelfs nadat de camera uitgeschakeld is, en heeft tot gevolg dat de batterij leeg raakt. Opname op afstand Vereiste draadloze verbinding: Wi-Fi U kunt de smartphone gebruiken om beelden op te nemen vanuit een verre locatie terwijl u naar de live view beelden op de camera kijkt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie In deze gevallen niet beschikbaar: • In de volgende gevallen werkt remote opnemen niet: – [Panorama-opname] (Scene Guide modus)¢ – Wanneer u [Intervalopname] gebruikt ¢ Als [Prioriteit van apparaat op afstand] op [ ] ([Smartphone]) gezet is, kunt u tijdelijk naar Programma AE-modus schakelen voor remote opnames. De camera keert naar de normale bediening terug nadat de remote opname beëindigd is. [Afstandsbed.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie • Raadpleeg [Help] in de “Image App” voor meer details over de werking van [Afstandsbed. Sluiter] van de “Image App”. • [Afstandsbed. Sluiter] is beschikbaar als de aan/uit schakelaar van de camera op [ON] staat. • Het live view beeld van de camera kan niet op de smartphone gezien worden. • Als de camera uitgeschakeld wordt nadat tijdens de opname [Slaapsmodus] geactiveerd werd, kunt u opnieuw [Afstandsbed.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Afspelen/opslaan van opgenomen beelden en die naar websites van sociale media versturen Vereiste draadloze verbinding: Wi-Fi 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P262) Bedien de smartphone. Als de camera al met de smartphone verbonden is via Bluetooth, selecteer dan [ → [Afstandsbediening]. (iOS-apparaten) Afhankelijk van de verbindingsstatus van de smartphone kan het mogelijk zijn het verbonden apparaat te moeten veranderen op het Wi-Fi setup-scherm.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Opgenomen beelden automatisch overzetten Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Wi-Fi De camera zet de opgenomen beelden automatisch over naar een Bluetooth-verbonden smartphone via Wi-Fi. 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P260) Selecteer het menu van de camera. MENU 3 4 5 > [Set-up] > [Bluetooth] > [Autom.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie • Als [Autom. overzetten] op [ON] gezet is, kan [Wi-Fi-functie] in [Wi-Fi] in het [Set-up]-menu niet gebruikt worden. • Als de camera tijdens de overzetting van de beelden uitschakelt en de overdracht van de bestanden geannuleerd wordt, worden de bestanden opnieuw verzonden zodra hij weer wordt ingeschakeld. – U kunt de bestanden die niet zijn afgeleverd, mogelijk niet opnieuw verzenden als de opslagstatus van deze bestanden is gewijzigd.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Opnemen locatie-informatie Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth De smartphone verzendt de eigen locatie-informatie naar de camera via Bluetooth en de camera voert de opname uit terwijl het de verworven locatie-informatie schrijft. A De smartphone verwerft locatie-informatie. B De smartphone verstuurt de locatie-informatie. C De camera voert de opname uit terwijl de locatie-informatie geschreven wordt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De klok automatisch instellen Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Synchroniseer de [Klokinst.]-instelling en de [Home] of [Bestemming]-instelling in [Wereldtijd], die zich alle in het [Set-up]-menu van de camera bevinden, met de overeenkomstige instellingen van een smartphone 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P260) Selecteer het menu van de camera.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Films bewerken die met Snapfilm opgenomen zijn Vereiste draadloze verbinding: Wi-Fi Door een smartphone te gebruiken, kunt u films samenvoegen die opgenomen zijn met de [Snapfilm]-functie van de camera (P176). Aan de samen te voegen films kan muziek toegevoegd worden. Bovendien kunt u de samengevoegde film bewaren of naar een webdienst uploaden. A B C D E Neem films op met [Snapfilm]. Verzend de opgenomen films. Bewerk de films.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Weergeven van beelden op een TV U kunt beelden op een TV weergeven die DLNA (DMR) ondersteunt. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Weergeven op tv] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P292, 293) Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken. • Als de verbinding gemaakt is, wordt het scherm weergegeven. 4 Met dit toestel foto’s maken of weergeven.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Beelden uit de camera verzenden Voor het verzenden van beelden selecteert u eerst [Nieuwe verbinding] en vervolgens de verzendmethode voor de beelden.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Beelden verzenden tijdens de opname Een foto kan automatisch naar een gespecificeerde apparaat gezonden worden telkens wanneer u de foto neemt. • Terwijl een bestand verzonden wordt, wordt [ ] weergegeven op het opnamescherm. • Stel het menu in om de verbinding te beëindigen. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Ja] • U kunt de verzendinstellingen niet veranderen terwijl foto’s verzonden worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Afbeeldingen versturen van camera De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden. [Enkelvoudig select.] instelling 1 Selecteer de opname. 2 Selecteer [Inst.]. ,QVW [Multi selecteren] instelling 1 Selecteer de opname. (herhalen) 2 • De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw geselecteerd wordt. Selecteer [Uitvoer.]. • Selecteer [Exit] om de verbinding te sluiten.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verzenden van beelden naar een smartphone Voorbereiding: Installeer van tevoren “Image App”. (P259) 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [Smartphone] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P292, 293) (Op uw smartphone) Wanneer u verbindt met [Via netwerk]: 1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Draadloos afdrukken U kunt foto’s afdrukken op printers die PictBridge ondersteunen (draadloos LAN)¢. ¢ In overeenstemming met de DPS over IP standaards. • Neem voor details over de PictBridge printer (compatibel met draadloos LAN) contact op met het bedrijf in kwestie. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Beelden naar een AV-apparaat versturen U kunt foto’s en films naar een AV-apparaat sturen (AV-apparaat thuis) die DLNA ondersteunt, zoals een recorder. A Draadloos toegangspunt 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 4 B AV-apparaat thuis > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [AV-toestel] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Beelden naar een PC versturen Voorbereiding: • De computer inschakelen. • Gereed maken van mappen om beelden op de PC te ontvangen. (P283) • Als de werkgroep van de PC van bestemming veranderd is en niet meer de standaardinstelling heeft, dan dient u ook de instelling van dit toestel te veranderen in [PC-verbinding].
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Versturen van beelden naar een PC 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 4 5 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [PC] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P292, 293) Voer de computernaam van de PC in (NetBIOS naam voor Mac) waarmee u verbinding wilt maken. Selecteer de map waarnaar u de beelden wilt versturen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Gebruik van web-diensten U kunt foto’s en films naar websites van sociale media, enz., versturen via “LUMIX CLUB”. Door instellingen te selecteren zodat foto’s en films automatisch naar een Cloud Sync Service overgezet worden, kunt u de overgezette foto’s of films op een PC of smartphone ontvangen. LUMIX CLUB A Draadloos toegangspunt B Web-service C Cloud Sync Service Versturen van beelden naar een webservice Voorbereiding: • Registreer u voor “LUMIX CLUB”.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De WEB-dienst op “LUMIX CLUB” registreren Controleer de “FAQ / Contact” op de volgende site voor compatibele webservices. https://lumixclub.panasonic.net/ned/c/lumix_faqs/ Voorbereiding: Zorg ervoor dat u een account op de webservice gecreëerd heeft dat u wilt gebruiken en dat u de log-in informatie beschikbaar heeft. 1 2 3 4 Maak verbinding met de “LUMIX CLUB”-site met gebruik van een smartphone of computer. https://lumixclub.panasonic.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Met eenvoudige handelingen verzenden van beelden in de camera naar een webdienst 1 2 Laat een beeld weergeven. Op 4 drukken. (Als groepsbeelden geselecteerd zijn, druk dan op 3 en selecteer [Uploaden (Wi-Fi)] of [Alles Uploaden (Wi-Fi)].) • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ te raken. ] aan (Als groepsbeelden geselecteerd zijn, selecteer dan [Uploaden (Wi-Fi)] of [Alles Uploaden (Wi-Fi)] na aanraking van [ SUB ] aan.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wanneer u berichten verstuurt naar [Cloud-synchr. service] Voorbereiding: • Registreer u voor “LUMIX CLUB”. (P289) • Stel de cloudsynchronisatie in. (Gebruik “PHOTOfunSTUDIO” op een PC of “Image App” op een smartphone.) ∫ Gebruik van [Cloud-synchr. service] (Met ingang van april 2019) • De verzonden beelden worden tijdelijk in de cloud-map bewaard zodat ze gesynchroniseerd kunnen worden met uw apparaat, zoals een PC of een smartphone.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie “LUMIX CLUB” Raadpleeg de “LUMIX CLUB”-site voor details. https://lumixclub.panasonic.net/ned/c/ • De dienst kan onderbroken worden wegens gewoon onderhoud of onverwachte problemen en de inhouden van de dienst kunnen veranderd of toegevoegd worden zonder dat de gebruikers van tevoren hierover geïnformeerd worden. De dienst kan geheel of gedeeltelijk gestopt worden met voorgaande kennisgeving die redelijk lang van tevoren gegeven wordt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De gebruikersnaam of het wachtwoord controleren/veranderen Voorbereiding: Als de verkregen login-ID gebruikt wordt, controleer dan de ID en het password. Om het “LUMIX CLUB” password op de camera te veranderen, gaat u naar de “LUMIX CLUB” website vanaf uw smartphone of PC en verandert u van tevoren het “LUMIX CLUB”-password. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 4 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Account instellen/toev.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Controleer de “LUMIX CLUB”-gebruiksmaatregelen Controleer de details als de gebruiksmaatregelen bijgewerkt zijn. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Voorwaarden] Login-ID/“LUMIX CLUB”-account verwijderen Wis de login ID van de camera wanneer u deze overzet naar een derde of deze weggooit. U kunt tevens uw “LUMIX CLUB”-account wissen. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wi-Fi-verbindingen De volgende soorten verbinding zijn beschikbaar. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] Hiermee wordt een verbinding tot stand gebracht nadat een Wi-Fi-functie en zendbestemming geselecteerd is. Als een scherm weergegeven wordt dat lijkt op onderstaand scherm, selecteer dan een verbindingsmethode. [Nieuwe verbinding] Draadloos toegangspunt • [Via netwerk] (P293): Brengt een verbinding tot stand via een draadloos toegangspunt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Via netwerk] Selecteer de verbindingsmethode met het draadloze toegangspunt. Bewaar het draadloze toegangspunt van het type drukknop dat compatibel is met Wi-Fi Protected Setup™ met een WPS-merk. [WPS (knop)] b.v.: Druk op de WPS-knop van het draadloze toegangspunt totdat deze naar WPS-modus schakelt. Registreer een draadloos toegangspunt van het type PIN-code met een WPS-merk dat Wi-Fi Protected Setup ondersteunt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Uit lijst] Zoek naar beschikbare draadloze toegangspunten. • Bevestig de encryptiesleutel van het draadloze toegangspunt als de netwerkauthenticatie gecodeerd is. 1 2 Selecteer het draadloze toegangspunt. • Druk op [DISP.] om opnieuw naar draadloze toegangspunten te zoeken. • Als geen enkel draadloos toegangspunt gevonden wordt, raadpleeg dan “Verbinden via handmatige input” op P294. (Als de netwerkauthenticatie gecodificeerd is) Voer de encryptiesleutel in.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Direct] [WPS (knop)] 1 2 Selecteer op de camera [WPS (knop)]. Zet het apparaat op WPS-modus. • Het wachten op de verbinding kan langer duren als u op dit toestel op [DISP.] drukt. [WPS-verbinding] [WPS (PIN-code)] 1 2 Selecteer [WPS (PIN-code)] op de camera. Voer de PIN-code van het apparaat in op deze camera. Voer de SSID en het wachtwoord weergegeven op de camera in. [Handmatig. verbinden.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verbinding met Wi-Fi maken door eerder opgeslagen instellingen te gebruiken De historie van de Wi-Fi-verbinding wordt opgeslagen in Historie als de Wi-Fi-functie gebruikt wordt. Door verbinding te maken vanuit de Historie kunt u gemakkelijk verbinding maken met dezelfde Wi-Fi-instellingen die eerder gebruikt werden.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Items bewerken die in Favorieten geregistreerd zijn 1 Selecteer het menu. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Selecteer doelapparaat uit favorieten] 2 Selecteer het item dat u wilt bewerken in Favorieten en druk op 1. [Verwijderen uit favorieten] [Volgorde van favorieten wijzigen] [Geregistreerde naam wijzigen] — Selecteer de bestemming.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Wi-Fi setup] Menu Configureer de instellingen die nodig zijn voor de Wi-Fi-functie. De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding is. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] [Prioriteit van apparaat op afstand] Hierdoor wordt een hogere prioriteit ingesteld tussen de camera en de smartphone om handelingen tijdens remote opnemen uit te voeren.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Wi-Fi-functievergrend.] Om de onjuiste bediening en gebruik van de Wi-Fi-functie door derden te voorkomen en de opgeslagen persoonlijke informatie te beschermen, raden wij aan dat u de Wi-Fi-functie met een wachtwoord beschermt. [Instellen] [Annul] Voer een 4-cijferig nummer in als het wachtwoord. • Raadpleeg P64 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden. Wis het password.
11. Andere apparaten verbinden Kijken naar/Bewaren van 4K films op een extern apparaat Kijken naar films in 4K ∫ Afspelen op een TV-scherm U kunt genieten van fijn gedetailleerde 4K-films door de camera met een TV te verbinden die 4K-films ondersteunt en 4K-films af te spelen die opgenomen zijn met de camera. Ofschoon de resolutie van de uitgave lager zal zijn, kunt u ze ook afspelen door verbinding te maken met een apparaat dat geen 4K-films ondersteunt, zoals een high-definition TV.
11. Andere apparaten verbinden Beelden terugspelen op een TV-scherm Voorbereidingen: Schakel de camera en de TV uit. 1 Verbind de camera en de TV met een HDMI-microkabel. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten. (Door de stekker schuin naar binnen te steken, of in de verkeerde richting, kan een slechte werking ontstaan door vervorming van de aansluiting.) Sluit geen apparaten op niet correcte aansluitingen aan.
11. Andere apparaten verbinden Opnemen tijdens het bekijken van de camerabeelden Als de HDMI-uitgang gebruikt wordt, kunt u foto’s en films opnemen terwijl u het camerabeeld op een externe monitor, een TV of een gelijkaardig apparaat bekijkt. ∫ Instellen van de informatieweergave tijdens de HDMI-output Selecteer of u de informatieweergave van de camera al dan niet naar een extern apparaat wilt uitvoeren die via HDMI verbonden is. MENU > [Set-up] > [TV-verbinding] > [HDMI-info tonen (Opn.
11. Andere apparaten verbinden Gebruik van VIERA Link (HDMI) Wat is VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™)? • Deze functie biedt u de mogelijkheid uw afstandsbediening voor Panasonic-TV te gebruiken voor gemakkelijk uit te voeren handelingen wanneer dit toestel verbonden is met een VIERA Link-compatibele inrichting, met gebruik van een HDMI-microkabel voor automatisch verbonden bedieningen. (Niet alle handelingen zijn mogelijk.
11. Andere apparaten verbinden Beelden naar een PC importeren U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • Sommige PC’s kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw PC. ∫ PC die gebruikt kan worden Het toestel kan op ongeacht welke PC aangesloten worden die in staat is massa-opslagapparatuur te herkennen. • Ondersteuning van Windows: Windows 10/Windows 8.
11. Andere apparaten verbinden Software downloaden • Om de software te downloaden, moet u de PC met het internet verbinden. • Het kan enige tijd duren om de software te downloaden, afhankelijk van de verbindingsomgeving. • De ondersteunde besturingssystemen zijn correct met ingang van april 2019 en aan veranderingen onderhevig. PHOTOfunSTUDIO 10.0 AE Deze software stelt u in staat beelden te beheren. U kunt bijvoorbeeld foto’s en films naar een PC sturen en ze sorteren op opnamedatum of modelnaam.
11. Andere apparaten verbinden SILKYPIX Developer Studio SE Dit is software voor het bewerken van beelden in RAW-formaat. Bewerkte beelden kunnen opgeslagen worden in een formaat (JPEG, TIFF, enz.) dat afgebeeld kan worden op een personal computer. Controleer onderstaande site om de software te downloaden en te installeren. http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/english/p/ • Besturingsomgeving OS Windows® 10, Windows® 8.1, Windows® 7 Mac OS X v10.10, v10.11, macOS 10.12 tot 10.
11. Andere apparaten verbinden Beelden naar een PC kopiëren Voorbereiding: Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC. (P305) 1 Schakel de camera en de PC in en verbind deze vervolgens met de USB-aansluitkabel (bijgeleverd). • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten. (Door de stekker schuin naar binnen te steken, of in de verkeerde richting, kan een slechte werking ontstaan door vervorming van de aansluiting.
11. Andere apparaten verbinden ∫ Mapstructuur op kaart U kunt de mappen en bestanden, die de beelden bevatten die u naar aparte mappen op uw PC wilt verplaatsen, om ze op te slaan, slepen en neerzetten. Voor Windows: De drive ([LUMIX]) wordt weergegeven in [Computer] Voor Mac: Een drive ([LUMIX]) wordt op het bureaublad weergegeven Kaart DCIM 100XXXXX PXXX0001.JPG PXXX0002.JPG PXXX1000.
11. Andere apparaten verbinden Opslaan op een recorder U kunt de camera met een Panasonic Blu-ray disc recorder of DVD-recorder verbinden en foto’s en films daarop opslaan. Voorbereiding: Schakel de camera en de recorder in. 1 Verbind de recorder en de camera met de USB-aansluitingskabel (bijgeleverd). • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten.
11. Andere apparaten verbinden Beelden afdrukken U kunt de camera rechtstreeks met een PictBridge-ondersteunde printer verbinden om te kunnen printen. Voorbereiding: • Voer de instelling van de afdrukkwaliteit en andere instellingen uit op de printer voordat u de beelden afdrukt. • Het toestel en de printer aanzetten. 1 Sluit de printer en de camera aan met de USB-aansluitingskabel (bijgeleverd).
11. Andere apparaten verbinden Meerdere beelden kiezen en uitprinten 1 2 3 Druk op 3 om de meervoudige printinstelling te selecteren in stap 3 van “Beelden afdrukken”. (P310) Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. [Multi selecteren] Meerdere beelden tegelijkertijd worden nu afgedrukt. • Druk op 3/4/2/1 om de beelden te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. (Druk opnieuw op [MENU/SET] om de instelling te annuleren.
11. Andere apparaten verbinden ∫ Printinstellingen op de camera uitvoeren De instellingsopties bevatten het aantal geprinte foto’s en het formaat daarvan. Maak de instellingen alvorens [Print start] te selecteren. [Print met dat.] [ON]/[OFF] [Aantal prints] Stelt het aantal foto’s in (tot 999 foto’s). [Papierafmeting] Stelt het papierformaat in. [Lay-out pagina] Stelt in of al dan niet randen toegevoegd moeten worden en hoeveel beelden op ieder vel papier afgedrukt worden.
12. Overige Optionele accessoires • Bepaalde optionele accessoires kunnen niet beschikbaar zijn in bepaalde landen. Externe Flits (optioneel) Na het bevestigen van de flits (DMW-FL580L, DMW-FL360L, DMW-FL200L: optioneel), zal het effectieve bereik vergroot worden wanneer deze vergeleken wordt met de ingebouwde flits van het toestel. Voorbereiding: • Sluit de ingebouwde flitser en zet de aan/uit-schakelaar van de camera op [OFF].
12. Overige • Als u een externe flitser bevestigt, kunt u de volgende functies zelfs gebruiken als u opnames met de flitser maakt: – Lensopening Bracket – Focus Bracket • U kunt de openingswaarde, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid op het toestel instellen zelfs wanneer de externe flits erop gezet wordt. • Als u op korte afstand opneemt met een brede hoek, zou er licht geblokkeerd kunnen worden door de lens, wat het onderste gedeelte van het scherm donker maakt.
12. Overige ∫ Prioriteit van batterijgebruik selecteren Voorbereiding: • Schakel de camera uit, verwijder het deksel voor de connector van de Batterijhandgreep. 1 Bevestig de Batterijhandgreep op de camera. 2 Schakel de camera in. 3 Selecteer het menu. MENU > [Set-up] > [Batterij volgorde] [BODY]: De batterij in de camera wordt het eerst gebruikt. [BG]: De batterij in de batterijhandgreep wordt het eerst gebruikt.
12. Overige Externe Microfoon (optioneel) Als u een stereo shotgun-microfoon (DMW-MS2: optioneel) of een stereo microfoon (VW-VMS10: optioneel) gebruikt, kunt u geluid opnemen met een kwaliteit die hoger is dan die opgenomen wordt met de ingebouwde microfoon. Voorbereiding: • Sluit de ingebouwde flitser en zet de aan/uit-schakelaar van de camera op [OFF].
12. Overige ∫ [Windreductie] Dit vermindert de windruis als een externe microfoon gebruikt wordt. MENU > [Bewegend beeld] > [Windreductie] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF] • Dit is beschikbaar als een externe microfoon aangesloten is. • Door [Windreductie] in te stellen kan de gebruikelijke geluidskwaliteit veranderen. • Terwijl de externe microfoon aangesloten is, wordt [ ] op het scherm weergegeven. • Als de externe microfoon verbonden is, wordt [Weerg. geluidsop.
12. Overige Display Monitor/Display Zoeker Weergavevoorbeeld: Als [ ] (monitorstijl) ingesteld is en het scherm in gebruik is • De weergegeven informatie, zoals histogrammen, uitvergrotingen en numerieke waarden, worden alleen als referentie gebruikt. In Opname 50p 4:3 L BKT AFS ラュン Fn4 Fn5 MINI F SS Fn6 Fn7 BKT AEL 60 F3.
12.
12.
12. Overige In Opname Opname-informatie op de monitor 1/60 3 F3.5 Enkel (P118) 0 ISO AUTO Burst (P119) 0 0 4K-foto (P122) AFS 4:3 L OFF AWB Fn 98 Post Focus (P133) Zelfontspanner (P143) AFS AFF AFC MF 1 š C1 1 EXPS AF-modus (P97) Ø Opnamefunctie (P44) Kwaliteit (P195) A› Opnamemodus voor films (P169) F3.
12. Overige In Terugspelen 4:3 Snap Movie (P176) L 1/98 3 IRWR 120fps A› Hogesnelheidsvideo (P181) Kwaliteit (P195) Batterij-aanduiding (P26) 60 F3.
12. Overige 4 Naam¢2 (P225, 227) Locatie¢2 (P229) Titel¢2 (P243) Leeftijd (P225, 227) 5 Opname-informatie ¢1 h: uur, m: minuut, s: seconde ¢2 Dit wordt afgebeeld in de volgorde van [Titel], [Locatie], [Naam] ([Baby1]/[Baby2], [Huisdier]), [Naam] ([Gezicht herk.]).
12. Overige In Terugspelen Weergave van gedetailleerde informatie 1/5 AFS 4:3 ISO 60 200 1 G 5500 0 F3.5 10:00 1.DEC.2019 ISO 200 0 F3.5 B 10:00 1.DEC.2019 Y 60 0 100-0001 100-0001 Weergave fotostijl, schaduw markeren Weergave witbalans 3/5 ISO 60 200 2/5 R s RGB L STD. Weergave histogram 4/5 1 5500K 0 ISO 60 F3.5 10:00 1.DEC.2019 200 0 F3.5 10:00 1.DEC.2019 100-0001 G A B M 100-0001 Weergave lensinformatie 5/5 ISO 60 200 0 F3.5 10:00 1.
12. Overige Waarschuwingen op het scherm Betekenissen van de belangrijkste berichten die op het camerascherm weergegeven worden en methoden om daarop te reageren. ∫ Kaart [Storing geheugenkaart]/[Kaart formateren ?] • Het is een formaat dat niet gebruikt kan worden met de camera. Of u steekt een andere kaart naar binnen of u maakt een back-up van alle benodigde gegevens voordat u formatteert. (P33) [Storing geheugenkaart]/[Deze geheugenkaart kan niet worden gebruikt.
12. Overige ∫ Lens [Lens niet goed aangesloten. Druk niet op lensontkoppelingsknop als lens is aangesl.] • Verwijder de lens in één keer en breng hem weer aan zonder op de vrijgaveknop van de lens te drukken. (P35) Schakel de camera weer in en neem contact op met uw verkoper als de weergave blijft aanhouden. [Lensfout. Controleer lens of lens juist opgezet is.] • Verwijder de lens los van de camerabody en veeg de contacten op de lens en op de camerabody schoon met een droog wattenstaafje.
12. Overige ∫ Overige [Sommige foto's kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden] • Beelden die niet aan de DCF-norm voldoen, kunnen niet gewist worden. Maak een back-up van alle benodigde gegevens alvorens de kaart te formatteren. (P33) [Kan op deze foto niet ingesteld worden] • Beelden die niet aan de DCF-norm voldoen, kunnen niet bewerkt worden. [Creëren van een map niet mogelijk] • Het maximum aantal mapnummer is bereikt, er kunnen dus geen nieuwe mappen gecreëerd worden.
12. Overige Problemen oplossen Probeer eerst de volgende procedures (P328 tot P336). Als het probleem niet verholpen is, kan het verbeterd worden door de selectie van [Resetten] (P236) in het [Set-up]-menu. Stroom, Batterij Het oplaadlampje knippert. • Er wordt opgeladen op een plaats met een extreem hoge of lage temperatuur.
12. Overige Kan geen beelden opnemen. De sluiter zal niet onmiddellijk in werking treden wanneer er op de ontspanknop gedrukt wordt. • Als [Prio. focus/ontspan] op [FOCUS] gezet is, dan zal de opname niet plaatsvinden zolang geen scherpstelling bereikt is. (P216) Het opgenomen beeld is witachtig. • De beelden kunnen er witachtig uitzien als de lens of de beeldsensor vuil zijn met vingerafdrukken of gelijkaardig vuil.
12. Overige Het onderwerp verschijnt vervormd op het beeld. • Als een bewegend onderwerp opgenomen is met gebruik van de volgende functies, dan kan het onderwerp vervormd op de foto verschijnen: – [ESHTR] – Bewegende beelden opnemen – [4K-FOTO] Dit is een kenmerk van de MOS-sensor, dus de beeldsensor van de camera en is geen slechte werking. Er kunnen strepen of beeldflikkering verschijnen onder verlichting zoals fluorescente verlichting en LED-verlichting-inrichting.
12. Overige Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege. • Het opnemen van video’s met de SD-kaart vereist een SD-kaart van een ondersteunde snelheidsklasse. Gebruik een compatibele SD-kaart. (P32) Soms is de scherpstelling moeilijk met de AF mode wanneer 4K films opgenomen worden. • Dit kan voorkomen wanneer een foto gemaakt wordt door de AF-snelheid te verlagen om de scherpstelling met grote precisie uit te voeren. Dit is geen defect. Bij video’s worden afwijkende klik- en zoemgeluiden opgenomen.
12. Overige Rood gedeelte van het gemaakte beeld is zwart geworden. • Wanneer het rode-ogen-effect verwijderd wordt ([ ] of [ ]) uitgevoerd wordt, kunnen de rode gedeeltes gecorrigeerd worden in zwart. Wij raden aan beelden op te nemen met de flitsermodus op [‰] gezet of met [Rode-ogencorr] op [OFF] gezet. (P203) Monitor/Zoeker Het scherm/de zoeker wordt uitgeschakeld als de camera ingeschakeld wordt.
12. Overige Flitser De flitser wordt niet geactiveerd. • Open de flitser als die gesloten is. (P159) • De flitser gaat niet af als [Œ] (gedwongen uit) geselecteerd is. (P162, 163) Wi-Fi-functie Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht worden. Radiogolven verliezen hun verbinding. Het draadloze toegangspunt wordt niet weergegeven. Tips van algemene aard voor het gebruik van een Wi-Fi-verbinding • Gebruik het toestel binnen het communicatiebereik van het apparaat dat aangesloten moet worden.
12. Overige Wanneer geprobeerd wordt verbinding te maken met een PC door Wi-Fi, herkent die niet gebruikersnaam en wachtwoord en is verbinding niet mogelijk. • Afhankelijk van de versie van de besturingsomgeving zijn er twee soorten gebruikersaccounts (lokale account/Microsoftaccount). Controleer of u de gebruikersnaam en het wachtwoord van de lokale account gebruikt. De PC wordt niet herkend als ik een Wi-Fi-verbinding gebruik. De camera kan niet via de Wi-Fi-functie met de PC verbonden worden.
12. Overige TV, PC, Printer Geen beeld op de TV. Het TV-scherm is wazig of niet in kleur. • Controleer de verbinding met de TV. (P301) • Zet de TV-ingang op de HDMI-ingang. VIERA Link werkt niet. • Controleer of de [VIERA link] van de camera op [ON] staat. (P234) • Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat. • Schakel de camera uit en weer in. Kan niet met de PC communiceren. • Stel de [USB mode] van de camera in op [PC(Opslag)]. (P233) • Zet het toestel uit en aan.
12. Overige Overige Als ik de camera schudt, hoor ik een ratelend geluid uit de camera komen. • Het geluid wordt veroorzaakt door de in-body stabilisatie. Dit is geen defect. Als ik de camera schudt, hoor ik een ratelend geluid uit de bevestigde lens komen. • Afhankelijk van de bevestigde lens kan het mogelijk zijn dat deze van binnen beweegt en geluid maakt. Dit is geen storing. De camera maakt geluid wanneer het ingeschakeld wordt.
12. Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon.
12. Overige Schoonmaken Voordat u de camera reinigt, dient u de batterij of de DC-koppelaar (optioneel) en de kaart (optioneel) te verwijderen en de stekker uit het stopcontact te trekken. Veeg de camera vervolgens af met een droge, zachte doek. • Wanneer het toestel vuil is, kan het schoongemaakt worden door het vuil eraf te wrijven met een uitgewrongen natte doek en vervolgens met een droge doek. • Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zoals benzeen, verdunner, alcohol, keukenschoonmaakmiddelen, enz.
12. Overige Monitor/Zoeker • Druk niet hard op het scherm. Dit kan een onregelmatige kleur of en storing veroorzaken. • Als de camera koud is wanneer u hem inschakelt, kan het beeld op de monitor/zoeker aanvankelijk een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden zodra de interne temperatuur van de camera stijgt. Het scherm van de monitor/zoeker wordt geproduceerd met zeer hoge precisietechnologie.
12. Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ion batterij. Deze is erg gevoelig voor temperatuur en vochtigheid en het effect op de prestaties neemt toe wanneer de temperatuur stijgt of daalt. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. • Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen voorwerpen (paperclips, enz.). Als u de batterij per ongeluk laat vallen, controleer dan of de body van de batterij en de contactpunten vervormd zijn.
12. Overige Kaart Laat de kaart niet achter in zones met hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht, of in zones waar elektromagnetische golven en statische elektriciteit kunnen optreden. De kaart niet plooien of laten vallen. Stel de kaart niet bloot aan sterke trillingen. • De kaart en de opgenomen gegevens kunnen anders beschadigd raken. • De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of vervoert.
12. Overige Beelden naar een webservice uploaden • De beelden kunnen informatie bevatten die gebruikt kan worden om de gebruiker te identificeren, zoals opnamedatums en -tijden, en locatie-informatie. Controleer de details zorgvuldig voordat u beelden naar een webservice upload. Wanneer u het toestel niet gebruikt gedurende een lange tijdsperiode • Wees er zeker van dat de batterij en de kaart uit de camera verwijderd zijn.
12. Overige Functies Wi-Fi ∫ Gebruik de camera als een draadloze LAN-inrichting Wanneer u apparatuur of computersystemen gebruikt die betrouwbaardere veiligheid vereisen dan draadloze LAN-inrichtingen, zorg er dan voor dat de juiste metingen genomen worden voor veiligheidsontwerpen en -defecten voor de systemen die gebruikt worden. Panasonic zal geen verantwoordelijk op zich nemen voor schade die ontstaat bij het gebruiken van de camera voor andere doeleinden dan dat van een draadloze LAN-inrichting.
12. Overige • Micro Four Thirds™ en Micro Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen. • Four Thirds™ en Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen. • SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
12. Overige • Het Bluetooth® woordmerk en logo’s zijn gedeponeerde handelsmerken die het bezit zijn van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van dergelijke merken door Panasonic Corporation vindt plaats onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van de respectievelijke eigenaren. • Het Wi-Fi CERTIFIED™ Logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance®. • Het Wi-Fi Protected Setup™ Logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance®.
Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen. Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen. Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest van het huishoudelijk afval.