Operating Instructions

21
2. Opstarten/Basisbediening
Opladen van de Batterij
U kunt de batterij laden door of de bijgeleverde lader te gebruiken of in de camerabody.
Als u de camera inschakelt, kunt u de camera ook via een stopcontact van stroom voorzien.
Gebruik de bijgeleverde lader en Netadapter.
De aangeduide oplaadtijd is voor als de batterij volledig ontladen is.
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt wordt.
De oplaadtijd voor een batterij in een warme/koude omgeving of een batterij die lange tijd niet
gebruikt werd, kan langer zijn dan normaal.
1 Verbind de (bijgeleverde) lader en de (bijgeleverde) netadapter met de
(bijgeleverde) USB-aansluitkabel.
Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht
naar binnen/naar buiten.
(Door de stekker schuin naar binnen te steken, of in de verkeerde richting, kan een
slechte werking ontstaan door vervorming van de aansluiting.)
2 Steek de netadapter (bijgeleverde) in het stopcontact.
3 Plaats de batterij E in de correcte richting.
Het [CHARGE]-lampje F gaat branden en het laden begint.
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij met gebruik van de batterijlader
Oplaadtijd Ongeveer 175 min
Gebruik voor het laden de producten die bij de camera geleverd zijn.
Gebruik de lader binnenshuis.
A Lader (bijgeleverd)
B USB-aansluitkabel (bijgeleverd)
C Netadapter (bijgeleverd)
D Naar stopcontact