Operating Instructions
3. Opnamemodussen
92
1 Druk op [ ] om het instellingenscherm van de
helderheid weer te geven.
2 Druk op de Fn-knop (Fn1) om het instellingenscherm
weer te geven.
3 Draai aan de modusknop op de achterkant om in te
stellen.
• Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u op
[MENU/SET].
• Druk om de instelling te annuleren op [Fn2] op het instellingenscherm van de onscherpte.
1 Druk op [ ].
2 Draai aan de modusknop op de achterkant om in te
stellen.
• In het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu, [Inst.
belichtingscomp scherm], kunt u de functies wijzigen die
ingesteld moeten worden in het scherm van de
belichtingscompensatie. (P46)
• Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u opnieuw op [ ].
∫ Verander de instellingen door het aanraakpaneel te gebruiken
1 Raak [ ] aan.
2 Raak het item aan dat u wenst in te stellen.
[ ]: Stelt een beeldeffect af
[ ]: Defocus-niveau
[ ]: Helderheid
3 Versleep de schuifbalk om in te stellen.
• Om naar het opnamescherm terug te keren, drukt u op
[MENU/SET].
Foto’s maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– [Miniatuureffect] (Creative Control modus)
Instelling helderheid
SS
SS
SS
F
F
500 250 125 60 30
4.0 5.6 8.0
+1
+1
+3+3+1+1 +2+2 +3+3
-
5
-
5
-
4
-
4
-
3
-
3
-
2
-
2
-
1
-
100
+5+5+4+4
EXPS
EXPS










