Operating Instructions
271
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
De camera zet de opgenomen beelden automatisch over naar een Bluetooth-verbonden
smartphone via Wi-Fi.
1 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P260)
2 Selecteer het menu van de camera.
• Als een bevestigingsscherm op de camera weergegeven wordt waarin u gevraagd wordt
de Wi-Fi-verbinding te beëindigen, selecteer dan [Ja] om die te beëindigen.
3 Selecteer op de smartphone [JA] (Android apparaten) of [Wi-Fi-setup] (iOS
apparaten).
• Wanneer de camera automatisch een Wi-Fi-verbinding maakt.
– (iOS apparaten) Volg het bericht op het scherm van de smartphone om het verbonden
apparaat op het Wi-Fi-instellingenscherm te veranderen.
4 Controleer de verzonden instellingen op de camera en selecteer [Inst.].
• Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (P279)
• De camera zal een modus binnengaan waarin hij de beelden automatisch kan overzetten
en [ ] zal weergegeven worden op het opnamescherm. (Als het niet weergegeven
wordt, kunnen de beelden niet automatisch overgezet worden. Controleer de status van
de Wi-Fi-verbinding met de smartphone.)
5 Foto’s maken met de camera
• Elke keer als u een beeld opneemt, wordt het automatisch naar een opgegeven apparaat
verzonden.
• Terwijl een bestand verzonden wordt, wordt [ ] weergegeven op het opnamescherm.
∫ Automatische overzetting van beelden stoppen
Selecteer [OFF] in stap 2.
• Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven waarin u gevraagd wordt de Wi-Fi-verbinding
te beëindigen.
Opgenomen beelden automatisch overzetten
Vereiste draadloze verbinding:
> [Set-up] > [Bluetooth] > [Autom. overzetten] > [ON]
Als u [Autom. overzetten] op [ON] zet, zullen de camera en de smartphone
verbonden worden via Wi-Fi/Bluetooth en zal de automatische overzetting
ingeschakeld worden de volgende keer dat u de camera inschakelt en “Image
App” op de smartphone start.
Wi-FiBluetooth
MENU










