Operating Instructions
9. Menugids
196
Toepasbare modi:
U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken.
[Fotostijl]
> [Opname]/ [Bewegend beeld] > [Fotostijl]
[Standaard] Dit is de standaard instelling.
[Levendig] Prachteffect met hoge verzadiging en contrast.
[Natuurlijk] Zacht effect met laag contrast.
[Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen.
[L.Zwart-wit]
Zwart-wit-effect met een rijke gradatie en scherpe zwarte
accenten.
[L.Zwart-wit D]
Monochroom effect dat een dynamische impressie creëert met
verbeterde accenten en schaduwen.
[Landschap]
Een effect dat geschikt is voor landschappen met levendige
blauwe luchten en groen.
[Portret]
Een effect dat geschikt is voor een portret met gezond
uitziende en mooie huidtint.
[Custom] Gebruik de instelling die u van tevoren registreert.
[Cinelike dynamisch
bereik]
Een effect dat een filmachtige finishing touch creëert met
gebruik van een gammacurve en de prioriteit aan het
dynamische bereik geeft.
• Deze functie is geschikt voor filmbewerkingsprocessen.
[Cinelike video]
Geeft prioriteit aan het contrast, door gebruik te maken van een
gammacurve die ontworpen is om film-achtige beelden te
creëren.
[V-Log L]
Een gammacurve-effect ontworpen voor
postproductie-montage.
• Dit stelt u in staat om tijdens een postproductie-montage een
rijke gradatie aan de beelden toe te voegen.
• In de Intelligent Auto Plus modus
– Alleen [Standaard] of [Zwart-wit] kunnen ingesteld worden.
– De instelling zal opnieuw op [Standaard] gezet worden als de camera op een andere
opnamemodus gezet wordt of als dit toestel uitgeschakeld wordt.
– De beeldkwaliteit kan niet afgesteld worden.
• In de Scene Guide mode kunt u alleen de afbeeldingskwaliteit instellen.
MENU










