Operating Instructions
6. Stabilisator, zoom en flitser
150
Toepasbare modi:
Stel de beweging van de beeldstabilisatie in om bij de opnamesituatie te passen.
• Als u een onderling verwisselbare lens met O.I.S.-schakelaar gebruikt (zoals H-FSA14140),
wordt de stabilisatorfunctie gebruikt als de O.I.S.-schakelaar van de lens op [ON] gezet is. (Op
het moment van aankoop is [ ] ingesteld.)
Beeldstabilisatie-instellingen
> [Opname]/ [Bewegend beeld] > [Stabilisatie]
[Bedieningsstand]
[]
(Normaal)
Het schudden van de camera is correct
voor op/neer, links/rechts en
draaibewegingen.
[]
(Panning)
Toestel schudden wordt gecorrigeerd voor
op/neerbewegingen.
Deze functie is ideaal voor panning (een
methode voor het maken van opnamen
waarbij het toestel gedraaid wordt om de
bewegingen te volgen van een onderwerp dat blijft bewegen in
een vaste richting).
[OFF]
[Stabilisatie] werkt niet. ([ ])
• Als een lens met een O.I.S.-schakelaar gebruikt wordt, zet de
schakelaar dan op [OFF].
[E-stabilisatie
(Video)]
Tijdens het opnemen van een film wordt jitter gecorrigeerd langs de verticale
en horizontale as en langs die van verdraaiing, helling en kanteling met
gebruik van de In-Lens Beeldstabilisator, de In-Body Beeldstabilisator en de
Elektronische Beeldstabilisator (Hybride Beeldstabilisator met 5 assen).
[ON]/[OFF]
• De gezichtshoek kan smaller worden als dit op [ON] gezet is.
MENU










