Operating Instructions

4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
116
3
Druk op [ ] om in te stellen.
U kunt ook de sluiterknop tot halverwege indrukken om in te stellen.
[]/[]/
[]/[]
Er wordt een wit object opgenomen om de
witbalans in te stellen. Dit is handig voor opnames
onder meerdere lichtbronnen.
1 Druk op 3.
2 Plaats een voorwerp zoals een wit stuk papier
binnen het frame op het midden van het scherm en druk op
[MENU/SET].
Deze handeling zal de witbalans instellen en brengt u terug naar het
opnamescherm.
De witbalans wordt mogelijk niet ingesteld als het onderwerp te helder of
te donker is. Stel de witbalans opnieuw in nadat u de juiste helderheid
afgesteld heeft.
[]/[]/
[]/[]
Stelt de kleurtemperatuur van de witbalans in die bij
de lichtbron past.
1 Druk op 3.
2 Druk op 3/4 om de kleurtemperatuur te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
U kunt de kleur temperatuur instellen van [2500K] tot [10000K].
Onder fluorescente verlichting, LED-verlichting, enz., zal de geschikte witbalans
variëren afhankelijk van het type verlichting.
Gebruik [AWB], [AWBc], [AWBw], [ ], [ ], [ ] of [ ].
Als u foto’s neemt met de flitser buiten het beschikbare flitsbereik, kan het zijn dat geen
correcte witbalans verkregen wordt.
Tijdens de Scene Guide modus:
Instellingen worden aangepast om bij iedere scène te passen.
Door de scène of opnamemodus te veranderen zullen de instellingen van de witbalans (met
inbegrip van de fijnafstelling van de witbalans) weer op [AWB] gezet worden.
1 2
3
4
1
2
3
4
5500K5500K5500K
1
2 3 4