Operating Instructions

109
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
5
Druk de sluiterknop tot halverwege in.
U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [MENU/SET] te drukken.
Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel
te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan.
Snel scherpstellen met gebruik van AF
Door [ ] aan te raken.
AF werkt in het midden van het frame.
AF werkt ook met de volgende handelingen.
– Door op de [AF/AE LOCK] te drukken waaraan [AF-ON]
toegekend is (P110)
Door op de Fn-knop te drukken waaraan [AF AAN] toegekend
is (P60)
Door verslepen van de monitor en het loslaten van uw vinger
op het punt waarop u wilt scherpstellen
Deze functie is niet beschikbaar als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is.
Het kan zijn dat MF Assist of MF-gids niet weergegeven worden, afhankelijk van de gebruikte
lens. Om MF Assist weer te geven, gebruikt u het touch scherm of de knoppen om de camera
rechtstreeks te bedienen.
Als [Focusoversch. vr Ver./ Hor.] in het [Voorkeuze] ([Focus / Sluiter Losl.])-menu
ingeschakeld is, kunt u de positie van de vergrote weergave van MF Assist voor iedere
richting van de camera instellen.
Het referentieteken van de focusafstand A is een merkteken dat
gebruikt wordt om de focusafstand te meten.
Gebruik dit bij het opnemen van foto’s met MF of bij het maken van
close-ups.
AF
AF