Gebruiksaanwijzing Digitale Camera Model Nr. DC-G100 DC-G110 Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen. Een uitgebreidere gebruiksaanwijzing is beschikbaar in "Gebruiksaanwijzing" (PDF-indeling). Download dit bestand van de website als u het wilt lezen. (3) Web Site: http://www.panasonic.
Geachte klant, Wij willen van deze gelegenheid gebruik maken om u te bedanken voor uw aankoop van deze Panasonic Digitale Camera. Lees dit document met aandacht en bewaar het binnen handbereik voor toekomstige raadpleging. Houd er rekening mee dat de huidige bedieningsorganen, onderdelen, menu-items, enz., van uw digitale camera enigszins kunnen afwijken van de illustraties die in dit document staan. Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Meer gedetailleerde uitleg ( ) Dit document "Gebruiksaanwijzing (Basis)" biedt een overzicht van de basisbediening. Wanneer gedeelten in deze "Gebruiksaanwijzing (Basis)" verwijzen naar kunt u uitgebreidere informatie vinden in de "Gebruiksaanwijzing" (PDF-indeling). • De beschrijvingen van elke functie vindt u op de volgende pagina’s waar de functies van de camera staan vermeld.
Over deze gebruiksaanwijzing In dit document gebruikte symbolen De zwarte iconen tonen de omstandigheden waarin deze gebruikt kunnen worden en de grijze iconen tonen de omstandigheden waarin deze niet gebruikt kunnen worden. Voorbeeld: / Opnamemodus Foto’s · Video’s Bedieningssymbolen Modusknop op de voorkant Cursorknop omhoog/omlaag/ links/rechts [MENU/SET]-knop Bedieningsknop • Andere symbolen, zoals de iconen die op het camerascherm getoond worden, worden ook in de uitleg gebruikt.
Over deze gebruiksaanwijzing Symbolen voor classificatie van mededelingen Te bevestigen voordat de functie gebruikt wordt Hints voor een beter gebruik van de camera en tips voor opnames Mededelingen en aanvullende items met betrekking tot specificaties Aanverwante informatie en paginanummer • De afbeeldingen en tekeningen in dit document zijn illustraties om de functies toe te lichten. • De beschrijving in deze gebruiksaanwijzing is gebaseerd op de onderling verwisselbare lens (H-FS12032).
Informatie voor uw veiligheid WAARSCHUWING: Om het gevaar voor brand, elektrische schokken of productbeschadiging te verminderen, • Mag dit apparaat niet worden blootgesteld aan regen, vocht, druppelend of spattend water. • Gebruik uitsluitend de aanbevolen accessoires. • Mag u de klepjes niet verwijderen. • Mag u dit apparaat niet zelf repareren. Laat onderhoud en reparatie over aan vakbekwaam servicepersoneel..
Informatie voor uw veiligheid ■ Informatie over de batterij(en) LET OP • Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door het type batterij dat door de fabrikant aanbevolen wordt. • Informeer als u de batterijen weggooit, bij de gemeente of de fabrikant hoe u dit op de juiste manier doet. • Verhit geen batterijen en stel ze ook niet bloot aan vuur.
Informatie voor uw veiligheid Waarschuwingen voor gebruik • Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. • Gebruik geen andere statiefgrepen dan de bijgeleverde of een echte Panasonic statiefgreep (DMW-SHGR1: optioneel). • Gebruik een "snelle HDMI microkabel" met het HDMI-logo. Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen, zijn niet bruikbaar. "Snelle HDMI microkabel" (Type D-Type A stekker, maximaal 2 m lang) • Gebruik geen stereomicrofoonkabels van 3 m of langer.
Informatie voor uw veiligheid • Als u uw camera wilt schoonmaken, verwijdert u de batterij, de DC coupler (DMW-DCC11: optioneel) of een kaart of haalt u de stekker uit het stopcontact en veegt u de camera met een zachte, droge doek af. • Druk niet met veel kracht op het scherm. • Druk niet met veel kracht op de lens. • Laat de camera niet in aanraking komen met pesticiden of vluchtige stoffen (hierdoor kan het oppervlak beschadigd raken of de coating gaan bladderen).
Informatie voor uw veiligheid • Bij verzending van de camera is de batterij niet opgeladen. Laad de batterij op voor gebruik. • De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. Als de temperatuur te hoog of te laag is, zal de gebruikstijd van de batterij korter worden. • De batterij wordt warm na gebruik en tijdens en na het opladen. De camera wordt ook warm tijdens gebruik. Dit is geen storing.
Inhoudsopgave Meer gedetailleerde uitleg ( ) ............................................................. 3 Over deze gebruiksaanwijzing ................................................................... 4 Informatie voor uw veiligheid ..................................................................... 6 1. Introductie 13 Vóór het gebruik ...................................................................................... 13 Standaardaccessoires .....................................................
Inhoudsopgave 7. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect 58 [Meetfunctie] ............................................................................................ 58 Belichtingscompensatie ........................................................................... 59 ISO-gevoeligheid ..................................................................................... 60 Witbalans (WB) ........................................................................................ 62 8.
1. Introductie Vóór het gebruik Firmware van uw camera/lens Er kunnen firmware-updates verstrekt worden om de capaciteiten van de camera te verbeteren of functionaliteit toe te voegen. Voor een opname die vloeiender verloopt, raden wij aan de firmware van de camera/lens naar de laatste versie te updaten. • Voor de meest recente informatie over de firmware of het downloaden/updaten van de firmware kunt u onderstaande ondersteunende site bezoeken: https://panasonic.
1. Introductie Condensatie (wanneer de lens, de zoeker of het scherm beslagen zijn) • Condens doet zich bij verschillen in temperatuur of vochtigheid. Wees voorzichtig, omdat dit kan leiden tot vervuiling, schimmel, en storingen in de lens, zoeker en scherm. • Als condensaat optreedt, schakel de camera dan uit en laat hem ongeveer 2 uur met rust. De bewaseming zal op natuurlijke wijze verdwijnen naarmate de temperatuur van de camera de omgevingstemperatuur nadert.
1. Introductie Standaardaccessoires Digitale camerabody (De digitale camerabody wordt in dit document camera genoemd.) Controleer of alle accessoires compleet bijgeleverd zijn, voordat u de camera in gebruik neemt. (Productnummers zijn geldig vanaf juni 2020.) Batterij DMW-BLG10E (Dit wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu.) • Laad de batterij op voor gebruik. USB-kabel K1HY04YY0106 Netadapter SAE0012D • Deze moet voor het laden worden gebruikt.
1. Introductie DC-G100 1 2 3 DC-G100K/ DC-G110K DC-G100V/ DC-G110V DC-G100W/ DC-G110W H-FS120321 H-FS120321 H-FS120321 H-FS35100 SYF0059 SYF0059 SYF0059 SYF0073 — — — — — — VFC4605 4 — — — — SYA0024 — 5 — — — — — — — VKF4971 6 — — DMW-SHGR1 7 — — DVPW1022Z Onderling verwisselbare lens (in de 1 tekst aangegeven als lens.
1. Introductie Lenzen die gebruikt kunnen worden Dit toestel is geschikt voor het gebruik van speciale lenzen met de lensbevestigingspecificatie Micro Four Thirds™ System (Micro Four Thirdsbevestiging). Ook lenzen met een van de volgende normen kunnen worden gebruikt met behulp van een montageadapter.
1. Introductie Geheugenkaarten die gebruikt kunnen worden U kunt de volgende geheugenkaarten met deze camera gebruiken. • SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden in dit document aangeduid met de algemene naam kaart. SD-geheugenkaart (512 MB tot 2 GB) SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB) SDXC-geheugenkaart (48 GB tot 128 GB) • De camera ondersteunt SDHC/SDXCgeheugenkaarten die in overeenstemming zijn met UHS-snelheidsklasse 3 van de UHS-I standaard.
1. Introductie Namen van onderdelen Camera 11 12 1 2 3 4 5 10 9 8 7 13 14 1 6 15 16 23 22 21 20 19 18 17 1 Lusje voor schouderriem (22) 2 [ ] (Belichtingscompensatie)knop (59)/ Fn-knop (Fn1) (78) 3 Oplaadlampje (26)/ DRAADLOOS-verbindingslampje (85) 4 5 6 7 8 9 Camera aan/uit (33) Modusknop (37) Stereomicrofoon • Pas op dat u de microfoon niet met uw vinger blokkeert. Het zal moeilijk zijn om dan audio op te nemen.
1. Introductie 31 28 29 30 24 25 26 27 32 33 34 35 40 24 25 26 27 39 Dioptrie-aanpassingsknop (40) Oogdop Zoeker (40) Oogsensor (40) Cursorknoppen (39) [ ] (ISO-gevoeligheid) ( ) (60) 28 [ ] (Witbalans) ( ) (62) [ ] (Aandrijfstand) ( ) (56) [ ] (AF-modus) ( ) (51) 29 [MENU/SET]-knop (39, 41) 30 31 32 33 34 35 [ ] (Wis)-knop (77)/ [Q.MENU]-knop/ [ ] (Annuleer)-knop (42)/ Fn-knop (Fn2) (78) [ ] (afspelen)-knop (75) Bedieningsknop (38) [DISP.
1.
2. Van Start Een schouderriem bevestigen Bevestig met de volgende procedure een schouderriem aan de camera om te voorkomen dat hij valt. 1 2 3 4 • Trek aan de schouderriem en controleer of hij niet los komt. • Bevestig het tegengestelde einde van de schouderriem op dezelfde manier. • Gebruik de schouderriem om uw schouder. – Draag hem niet om uw nek. Dit kan leiden tot letsel of ongevallen. • Bewaar de schouderriem niet waar er een kind bij kan. – De riem kan per ongeluk om hun nek gewikkeld raken.
2. Van Start De batterij laden Plaats de batterij in de camera en laad hem op. • De batterij die u in dit apparaat kunt gebruiken, is de DMW-BLG10E. (Vanaf juni 2020) • Op het moment van aankoop is de batterij niet geladen. Laad de batterij vóór het gebruik. • Controleer of dit apparaat uitgeschakeld is. Plaatsing batterij • Gebruik altijd originele Panasonic batterijen (DMW-BLG10E). • Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
2. Van Start De batterij verwijderen Duw het hendeltje in de richting van de pijl. • Verwijder de batterij na gebruik. (De batterij zal leeg raken als hij lange tijd in de camera blijft zitten.) • Als u de batterij wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op het scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.
2. Van Start Batterij opladen Oplaadtijd Ongeveer 190 min • Gebruik van de camerabody en de bijgeleverde netadapter. • De aangeduide oplaadtijd is voor als de batterij volledig ontladen is. De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt wordt. De oplaadtijd voor een batterij in een warme/koude omgeving of een batterij die lange tijd niet gebruikt werd, kan langer zijn dan normaal. • Gebruik voor het laden de producten die bij de camera geleverd zijn.
2. Van Start Indicaties oplaadlampje Oplaadlampje (rood) Aan: Opladen wordt uitgevoerd Uit: Het opladen is gereed Knipperend: Oplaadfout • U kunt de batterij ook laden door een USB-apparaat (PC, enz.) op de camera aan te sluiten met de USB-aansluitkabel. In dat geval kan het laden even duren. • Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. Dit kan en slechte werking tot gevolg hebben. • Gebruik geen andere netadapters behalve de bijgeleverde netadapter.
2. Van Start Meldingen tijdens het laden Stroomaanduidingen 75% of hoger 74% tot 50% 49% tot 25% 24% of lager Rood knipperend Batterij bijna leeg • Laad of vervang de batterij. • Het op het scherm aangeduide batterijniveau is een schatting. • Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruikmaakt van een authentieke Panasonic batterij. Andere batterijen zouden spontaan kunnen ontbranden of ontploffen.
2. Van Start Kaarten plaatsen (optioneel) • Zorg dat de camera uitgeschakeld is. 1 2 Raak de aansluitpunten van de SDkaart niet aan. 3 Aanduidingen kaarttoegang Het kaarttoegangslampje brandt rood wanneer de kaart wordt benaderd. Een kaart verwijderen Duw tegen de kaart tot een klik gehoord wordt en trek de kaart vervolgens recht naar buiten.
2. Van Start • Als u de kaart wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op het scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) • De kaart kan heet zijn vlak nadat de camera gebruikt is. Wees voorzichtig bij de verwijdering ervan. • Voer de volgende handelingen niet uit wanneer toegang tot de kaart verkregen wordt.
2. Van Start Een lens bevestigen • Zorg dat de camera uitgeschakeld is. • Verwissel de lens op een plaats met weinig vuil en stof. • Trek de lensbuis in wanneer u de onderling verwisselbare lens (H-FS12032/ H-FS35100) bevestigt of loskoppelt. Lijn de montagetekens op de lens uit ten aanzien van de camera en draai de lens in de richting van de pijl. ● Bevestig de lens door eraan te draaien tot een klik gehoord wordt. 1 2 • Breng de lens recht aan.
2. Van Start De lens uitschuiven/intrekken De lens uitschuiven Draai de zoomring in de richting van de pijl van positie (de lens is ingetrokken) tot positie <12 mm tot 32 mm (H-FS12032), 35 mm tot 100 mm (H-FS35100)> om de lens uit te schuiven. Voorbeeld: H-FS12032 • Wanneer de lensbuis ingetrokken is, kunnen er geen opnames worden gemaakt.
2. Van Start Aanpassen van de schermrichting en -hoek Op het moment van aankoop bevindt de scherm zich in de camerabody. Schakel het schermoppervlak uit voor gebruik. 180° 180° Opname uit vrije hoek U kunt 180° roteren in de richting van de lens en 90° naar beneden. Foto’s maken vanuit een lage Foto’s maken vanuit een hoge hoek hoek Foto’s van uzelf maken Als u het scherm draait zoals in de afbeelding wordt weergegeven, schakelt de camera naar de zelfopnamemodus.
2. Van Start De klok instellen (bij de eerste inschakeling) Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt een beeldscherm voor het instellen van de tijd en de thuiszone. Controleer of deze instellingen vóór het gebruik uitgevoerd worden om er zeker van te zijn dat de beelden met de correcte datum- en tijdinformatie opgenomen worden. 1 Zet de aan/uit schakelaar van de camera op [ON]. ● Als het taalselectiescherm niet weergegeven wordt, ga dan over naar stap 4.
2. Van Start 6 7 8 9 Bevestig uw selectie. ● Druk op . Als [De klokinstelling is voltooid.] verschijnt, druk dan op . Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] wordt weergegeven, drukt u op . Stel de thuiszone in. ● Druk op om uw thuiszone in te stellen en druk op . Tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time) ● Wanneer een onderling verwisselbare lens (H-FS12032/ H-FS35100) wordt gebruikt, en de lensbuis is ingetrokken, kunnen er geen opnames worden gemaakt (er wordt een bericht weergegeven).
3. Basisbediening Basisbediening voor opnames De camera vasthouden Houd de camera met beide handen vast, houd uw armen stil langs uw lichaam en sta met uw benen niet verder gespreid dan de breedte van uw schouders. • Blokkeer de flitser, het AF-assistlampje, de microfoon of de luidspreker niet met uw vingers of andere voorwerpen. Microfoon AF Assist-lampje Luidspreker Foto’s maken 1 Focus aanpassen. ● Druk de ontspanner tot halverwege in (druk er zachtjes op).
3. Basisbediening ● De diafragmawaarde en de sluitertijd worden weergegeven. (Als de diafragmawaarde en de sluitertijd in rood worden weergegeven en knipperen, hebt u niet de juiste belichting, tenzij u de flitser gebruikt.) ● Is het onderwerp eenmaal scherp gesteld, dan brandt de focusaanduiding . (Is het onderwerp niet scherp gesteld, dan knippert de focusaanduiding.) 2 Start de opname. ● Druk de ontspanner volledig in (druk hem verder in).
3. Basisbediening De opnamemodus selecteren Draai aan de modusknop. Intelligent Auto-modus (48) Intelligent Auto Plus-modus (49) Programma AE-modus • De camera stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in voor de helderheid van het onderwerp. ( ) Lensopeningsprioriteit AE-modus • U kunt voorafgaand aan de opname de diafragmawaarde instellen. De sluitertijd zal automatisch door de camera ingesteld worden.
3. Basisbediening Camera-instellingen bedienen Als u de camera-instellingen wilt veranderen, gebruikt u daarvoor de volgende onderdelen. Modusknop voorop (38) Bedieningsknop (38) Cursorknoppen (39) [MENU/SET]-knop (39) Aanraakscherm (39) Modusknop voorop ( )/Bedieningsknop ( Draaien: Selecteert een item of een numerieke waarde.
3. Basisbediening Cursorknoppen ( ) Druk op: Selecteert een item of een numerieke waarde. [MENU/SET]-knop ( ) Druk op: Bevestigt een instelling. Aanraakscherm Handelingen kunnen uitgevoerd worden door de iconen, de schuifbalken, de menu’s en andere items die op het scherm weergegeven worden aan te raken. Aanraken Aanraken met de vinger en vervolgens wegnemen van de vinger van het touch scherm. Slepen Bewegen van een vinger terwijl die het aanraakscherm blijft aanraken.
3. Basisbediening Display-instellingen De dioptrie van de zoeker aanpassen Draai aan de ring voor de dioptrieaanpassing terwijl u door de zoeker kijkt. • Draai eraan totdat u duidelijk de tekst kunt zien in de zoeker. Dioptrie-aanpassingsknop Tussen het scherm en de zoeker schakelen Met de fabrieksinstellingen is automatisch schakelen tussen zoeker/ scherm ingesteld. Als u door de zoeker kijkt, werkt de oogsensor en schakelt de camera van de schermweergave naar de zoekerweergave.
3. Basisbediening Menubedieningsmethoden In deze camera wordt het menu gebruikt om een grote verscheidenheid aan functies in te stellen en camera-aanpassingen uit te voeren. Menuhandelingen kunnen worden uitgevoerd met behulp van de cursors, draaiknop of door aanraking. 1 2 Laat het menu weergeven. ● Druk op . Schakelen tussen menutypen. Druk op . Druk op om een tabblad te selecteren zoals [ ]. • U kunt het tabblad ook selecteren door aan of te draaien. Druk op 3 . Selecteer een menu-item.
3. Basisbediening 4 Selecteer een instellingsitem en bevestig vervolgens uw selectie. ● Druk op om een in te stellen item te selecteren en druk vervolgens op . ● U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aan te draaien om het instellingsitem te selecteren en door vervolgens op te drukken. 5 Sluit het menu. ● Druk de sluiterknop tot halverwege in. ● U kunt het menu ook sluiten door verschillende keren op [ drukken. ] te • Raadpleeg voor details over menu-items de Menugids.
3. Basisbediening Grijs weergegeven menu-items De menu-items die niet ingesteld kunnen worden, worden grijs weergegeven. In sommige instellingsomstandigheden wordt de reden weergegeven waarom de instelling is uitgeschakeld wanneer u op drukt als u een grijs weergegeven menu-item selecteert.
3. Basisbediening Opnames maken met de statiefgreep Die kan worden gebruikt als een handgreep voor opnames tijdens het lopen. U kunt foto’s maken of een video opnemen zonder de camera te bedienen. Hij kan ook worden gebruikt als een statief. • Gebruik de statiefgreep die wordt geleverd met de DC-G100V/DC-G110V of de statiefgreep (optioneel: DMW-SHGR1). • Plaats de batterij en de geheugenkaart in de camera voordat u deze aan de statiefgreep bevestigt.
3. Basisbediening De camera aan een statiefgreep bevestigen • Houd de camera en de statiefgreep stevig beet en bevestig ze stevig aan elkaar, zodat ze niet vallen. • Voor demontage voert u de stappen in omgekeerde volgorde uit. 1 2 Zet de aan/uit-schakelaar van de camera op [OFF]. Maak het camerabevestigingsplaatje los. ● Draai de bevestigingsknop in de richting van de . Camerabevestigingsplaatje Bevestigingsknop 3 Bevestig de camera aan een statiefgreep.
3. Basisbediening Gebruik als handgreep Bevestig om vallen te voorkomen het bijgeleverde bandje en bevestig het aan uw pols. 1 Sluit de poten van de statiefgreep, breng het polsbandje aan om uw pols en pak de statiefgreep beet. ● Verschuif de verstelling en maak het polsbandje vast om uw pols. ● Wanneer de richting van de camera moet worden bijgesteld, houdt u de camera met de hand vast, draait u de bevestigingsknop los en stelt u de richting bij.
3. Basisbediening Foto’s maken Scherpstellen op het onderwerp. • Druk de ontspanknop halverwege in (druk er zachtjes op). Maak een foto. • Druk de ontspanknop volledig in (knop helemaal indrukken). Video opnemen Begin met de opname. • Druk op de video-opnametoets . • Na indrukken laat u de video-opnametoets onmiddellijk weer los. Stop met de opname. • Druk opnieuw op de video-opnametoets. Slaapknop ( ) Indrukken: De slaapmodus (energiebesparing) van de camera wordt ingeschakeld.
4. Opnamemodus Voor informatie over de [ ]-modus en [ Voor informatie over de [ ]-modus ( ) ]-modus (68, 71) Intelligent Auto-modus In de [ ]-modus (Intelligent Auto-modus) detecteert de camera de scène waarvoor hij automatisch de optimale opname-instellingen instelt die bij het onderwerp en de opname-omstandigheden passen. 1 Zet de modusknop op [ ]. ● In de standaardinstellingen is de modus ingesteld op Intelligent Auto Plus-modus. 2 Richt de camera op het onderwerp.
4. Opnamemodus 4 Begin met de opname. ● Druk de ontspanknop volledig in. • De backlightcompensatie werkt automatisch om te voorkomen dat onderwerpen er donker uitzien als er backlight is. Intelligent Auto Plus-modus Met [ ] kunt u bepaalde instellingen aanpassen, zoals de helderheid en de kleurtoon. U kunt [ ] ook voor andere instellingen gebruiken zodat u beelden kunt opnemen die meer aan uw voorkeuren zijn aangepast.
5. Focus/Zoom Selecteren van de Focusmodus Selecteer de scherpstelmethode (focusmodus) die bij de beweging van het onderwerp past. Instellen van de Focusmodus. ● [ ]/[ ] [Focusfunctie] [AFS] Dit is geschikt voor het opnemen van stilstaande onderwerpen. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt de flitser geactiveerd. Het focuspunt blijft vergrendeld terwijl de ontspanner tot halverwege ingedrukt is.
5. Focus/Zoom AF gebruiken AF (Auto Focus) betekent automatisch scherpstelling. Selecteer de focusmodus en de Af mode die geschikt is voor het onderwerp en de scène. 1 2 Instellen van de Focusmodus. (50) ● [ ]/[ ] [Focusfunctie] [AFS]/[AFF]/[AFC] Selecteer de AF-modus. ● Druk op [ ] ( ) om het selectiescherm van de AF-modus weer te geven en stel in met gebruik van . (52) • In de [ ]/[ ]-modus zal iedere druk op [ ] ( ) het schakelen tussen [ ] en [ ] tot gevolg hebben.
5. Focus/Zoom De AF-modus selecteren Selecteer de scherpstelmethode die bij de positie en het aantal onderwerpen past. 1 2 Druk op [ ] ( ). Selecteer de AF mode. ● Druk op om een item te selecteren en druk vervolgens op . ● De selectie is ook mogelijk door aan of te draaien. [Gezicht/ogen detecteren] ( ) [Tracking] ( ) [49-zone] ( ) [1-zone] ( 52 Het AF-gebied volgt de beweging van het onderwerp met handhaving van de scherpstelling. Tracking starten.
5. Focus/Zoom Opnemen met handmatige scherpstelling MF (Manuele Focus) betekent handmatige scherpstelling. Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenst of als de afstand tussen de lens en het object vast is en u AF niet wenst te gebruiken. 1 Instellen van de Focusmodus. ● [ ] [Focusfunctie] ● Druk de ontspanknop half in [MF] om terug te keren naar het opnamescherm. 2 Druk op [ 3 Selecteer het focuspunt. ] ( ). ● Druk op om het scherpstelpunt te selecteren. • Druk op [DISP.
5. Focus/Zoom 4 Bevestig uw selectie. ● Druk op . ● Zo wordt naar het MF Assist-scherm geschakeld dat een vergrote weergave toont. 5 Scherpstellen. De handelingen voor het scherpstellen zijn afhankelijk van de lens. Wanneer u een onderling verwisselbare lens zonder focusring gebruikt Druk op : Stelt scherp op een onderwerp dichtbij Druk op : Stelt scherp op een onderwerp veraf Schuifbalk • Wanneer u ingedrukt houdt, wordt sneller scherpgesteld. • U kunt ook scherpstellen door de schuifbalk te slepen.
5. Focus/Zoom 6 Sluit het MF Assist-scherm. ● Druk de sluiterknop tot halverwege in. 7 Start de opname. ● Druk de ontspanknop geheel in. Opname met zoom Gebruik de optische zoom van de lens om met telefoto of groothoek te zoomen. : Telefoto, vergroot een onderwerp op grote afstand : Groothoek, vergroot de gezichtshoek Draai aan de zoomring.
6. Aandrijving/Beeldstabilisatie De aandrijfstand selecteren U kunt de aandrijfstand op Enkel, Burst, enz., schakelen om bij de opname-omstandigheden te passen. 1 Druk op [ 2 Selecteer de aandrijfstand. ] ( ). ● Druk op om de aandrijfstand te selecteren en druk op . • U kunt ook selecteren door aan draaien. [Enkel] Neemt één foto op telkens wanneer op de sluiterknop gedrukt wordt. [Burstfunctie] ( ) Neemt continu foto’s op terwijl de sluiterknop ingedrukt is en ingedrukt gehouden blijft.
6. Aandrijving/Beeldstabilisatie Beeldstabilisatie De camera detecteert bewegingen tijdens de opname en corrigeert die automatisch, zodat u beelden kunt opnemen met verminderde beweging. • Als een lens met een O.I.S.-schakelaar wordt gebruikt, zet u de schakelaar op de lens op ON. • Wanneer u een lens gebruikt zonder een verbindingsfunctie met de camera, kan [Stabilisatie] niet worden gebruikt. • Wanneer u een lens gebruikt zonder een stabilisatiefunctie, kan [Bedieningsstand] niet worden geselecteerd.
7. Helderheid (belichting)/Kleur/ Beeldeffect [Meetfunctie] Type optische meting om helderheid te meten kan veranderd worden. [ 58 ]/[ ] Selecteer [Meetfunctie] Multimeting Methode waarmee de meest geschikte belichting gemeten wordt door de verdeling van helderheid op het volledige scherm te beoordelen. Centrum Methode voor het uitvoeren van metingen gericht op het midden van het scherm.
7. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect Belichtingscompensatie U kunt de belichting compenseren als de correcte belichting die bepaald wordt door de camera te helder of te donker is. U kunt de belichting aanpassen met stappen van 1/3 EV in een bereik van ±5 EV. Wanneer video’s opgenomen worden, of wanneer opnames gemaakt worden met 4K-foto of Post Focus, verandert het bereik in ±3 EV. 1 Druk op [ 2 Compenseert de belichting. 3 Bevestig uw selectie. ● Draai aan ]. of .
7. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect • In de [ ]-modus kunt u de belichting compenseren door de ISOgevoeligheid op [AUTO] te zetten. • Als de waarde van de belichtingscompensatie onder of boven ±3 EV komt, zal de helderheid van het opnamescherm niet langer veranderen. Druk de ontspanknop tot halverwege in of gebruik AE Lock om de waarde op het opnamescherm weer te geven. • De ingestelde belichtingscompensatie wordt zelfs opgeslagen als de camera uitgeschakeld wordt.
7. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect Items instellen (ISO-gevoeligheid) [AUTO] (Intelligente ISO) [200] tot [25600] ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 3200, afhankelijk van de helderheid van een onderwerp. ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 3200, afhankelijk van de beweging en de helderheid van het onderwerp. De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op de geselecteerde waarde.
7. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect Witbalans (WB) Witbalans (WB) is een functie die de kleurzweem corrigeert die veroorzaakt wordt door het licht dat het onderwerp verlicht. Het corrigeert de kleuren zodat het witte onderwerp wit verschijnt en de algemene kleur daardoor het meest lijkt op wat door het oog gezien wordt. Normaal gesproken kunt u auto ([AWB], [AWBc] of [AWBw]) gebruiken om de optimale witbalans te verkrijgen.
7.
8. Flitser Raadpleeg de "Gebruiksaanwijzing" (PDF-indeling) voor details over het fotograferen met behulp van een flitser of een draadloze flitser. ( ) Een flitser gebruiken De ingebouwde flitser openen/sluiten De flitser openen De flitser sluiten • De flitserinstelling staat vast ingesteld op [ ] (flitser altijd uit) terwijl de flitser dicht is.
9. Video’s opnemen Video’s opnemen 1 Start opname. ● Druk op de video-opnametoets. • Laat de video-opnametoets onmiddellijk na het indrukken los. Rode REC-kaderindicator Opnamestatusindicator Resterende opnameduur Verstreken opnameduur 2 Stop de opname. ● Druk opnieuw op de video-opnametoets. • Als het moeilijk is om de scherpstelling van het onderwerp te handhaven tijdens een video-opname met AF, druk de ontspanknop dan opnieuw tot halverwege in om de scherpstelling opnieuw aan te passen.
9. Video’s opnemen [Opn. kwaliteit] Stelt de beeldkwaliteit in van de op te nemen video’s. [ ] Selecteer [Opn. kwaliteit] [Opn.
9. Video’s opnemen • Aangezien de camera gebruik maakt van het VBR opnameformaat, wordt de bitsnelheid automatisch veranderd, afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Als resultaat wordt de video-opnametijd korter wanneer een snel bewegend onderwerp opgenomen wordt. • Als de volgende functies gebruikt worden, kan 4K-video niet worden ingesteld. – [Miniatuureffect] ([ ]-modus) – HDMI-uitgang • Gebruik voor het opnemen van 4K-video’s een kaart van UHS-snelheidsklasse 3.
9. Video’s opnemen • Zelfs wanneer het afspelen op een ondersteund apparaat plaatsvindt, kunnen zich situaties voordoen waarin de kwaliteit van beeld of geluid laag is, de opname-informatie niet correct weergegeven wordt of het afspelen bijvoorbeeld niet mogelijk is. Als u een van de volgende situaties ervaart, speel ze dan af op deze camera. • Als de temperatuur van de camera stijgt, kan [ ] weergegeven worden en kan de opname stoppen. Wacht totdat de camera is afgekoeld.
9. Video’s opnemen 3 Sluit het menu. ● Druk de sluiterknop tot halverwege in. 4 Start de opname. ● Druk op de ontspanknop video-opnametoets 5 of op de . Stop de opname. ● Druk opnieuw op de ontspanknop of op de video-opnametoets. • U kunt het selectiescherm ook weergeven door de icoon van de opnamemodus in het opnamescherm aan te raken.
9. Video’s opnemen Handelingen tijdens het opnemen van video’s Verander de instellingen van belichting en audio met de aanraakbediening om te voorkomen dat werkgeluiden opgenomen worden. Raak [ ] aan. • In [ ]-modus schakelt de icoon naar [ ]. Raak de icoon aan. Zoom (Wanneer een onderling verwisselbare lens wordt gebruikt die power zoom ondersteunt) Lensopeningwaarde Sluitertijd 1 De icoon schakelt naar [ ] in de [ bediend tijdens het opnemen. Versleep de schuifbalk om het item in te stellen.
9. Video’s opnemen Slow & Quick modus Neemt slow-motionvideo’s en snelle video’s op. • Er wordt een video opgenomen met [FHD] onder [MP4]. • Audio wordt niet opgenomen in video’s. • Voor bedieningen tijdens video-opname (70) 1 Zet de modusknop op [ 2 Stel de opname-instellingen in. ● ]. [ ] [S&Q belicht.stand]/ [S&Q beeldfreq. opname]/ [S&Q-effect] • Raadpleeg voor details pagina 72. 3 Sluit het menu. ● Druk de ontspanknop half in.
9. Video’s opnemen 4 Begin met de opname. ● Druk op de ontspanknop video-opnametoets 5 of op de . Stop de opname. ● Druk opnieuw op de ontspanknop of op de video-opnametoets. • U kunt het selectiescherm ook weergeven door de icoon van de opnamemodus in het opnamescherm aan te raken. Slow & Quick menu [S&Q belicht.stand] Selecteer de belichtingsmodus. Instellingen: [P]/[A]/[S]/[M] • U kunt dezelfde belichtingshandelingen uitvoeren als in de [ ]/[ ]/[ ]/[ ]-modussen.
9. Video’s opnemen [S&Q-effect] Selecteer het snelheidseffect. [8xQUICK] Neemt video’s op met 8-voudige snelheid. Voorbeeld: Wanneer ingesteld op [60p]: 8 frames/seconde. Wanneer ingesteld op [50p]: 6 frames/seconde. QuickWanneer ingesteld op [30p]: 4 frames/seconde. motionvideo Wanneer ingesteld op [25p]: 3 frames/seconde. [4xQUICK] Neemt video’s op met 4-voudige snelheid. [2xQUICK] Neemt video’s op met 2-voudige snelheid. [2xSLOW]1 Neemt video’s op met ongeveer halve snelheid.
9. Video’s opnemen Video-instellingen (audio) Raadpleeg de "Gebruiksaanwijzing" (PDF-indeling) voor details over video-instellingen. ( ) [Ingebouwde microfoon] Stelt het bereik voor het oppikken van geluid in als een ingebouwde microfoon gebruikt wordt. [ ] Selecteer [Ingebouwde microfoon] Instelling Bereik voor het oppikken van geluid [AUTO] Wanneer de AF-modus ingesteld is op [ ] ([Gezicht/ogen detecteren]) en de camera herkent een gezicht, wordt er overgeschakeld naar [ ] ([TRACKING])1.
10. Beelden afspelen en bewerken In dit hoofdstuk wordt het afspelen en wissen van foto’s en video uitgelegd. Ook het bewerken van beelden wordt uitgelegd. • Beelden die opgenomen zijn op andere apparaten dan deze camera worden mogelijk niet correct met deze camera afgespeeld of bewerkt. Afspelen van foto’s 1 Laat het afspeelscherm weergeven. ● Druk op [ 2 3 ]. Selecteer een foto. ● Selecteer de foto’s door op te drukken.
10. Beelden afspelen en bewerken Video’s afspelen 1 Laat het afspeelscherm weergeven. ● Druk op [ 2 ]. Selecteer een video. • Raadpleeg voor informatie het selecteren van beelden Pag. 75. • De [ ] video-icoon wordt weergegeven voor een video. Video-opnametijd • De video-opnametijd wordt op het scherm weergegeven. 3 Speel de video af. Verstreken opnametijd ● Druk op . ● U kunt het afspelen ook starten door [ ] in het midden van het scherm aan te raken.
10. Beelden afspelen en bewerken Beelden wissen • Beelden kunnen niet teruggewonnen worden als ze eenmaal gewist zijn. Controleer de beelden zorgvuldig alvorens ze te wissen. • Als bijvoorbeeld een groepsbeeld gewist wordt, worden alle beelden in de groep gewist. [Apart wissen] Druk in de afspeelstatus op [ ]. Druk op om [Apart wissen] te selecteren en druk vervolgens op . [Multi wissen] Druk in de afspeelstatus op [ ]. Druk op om [Multi wissen] te selecteren en druk vervolgens op .
11. Camera-aanpassing Fn-knoppen U kunt functies aan de Fn-knoppen (functieknoppen) toewijzen. Zowel tijdens de opname als tijdens het afspelen kunnen verschillende functies ingesteld worden. Fabrieksinstellingen Fn-knop 4 3 1 5 Fn-knoppen [Instelling in opnamemodus] 2 [Instelling in afspeelmodus] 1 [Fn1] [Belichtingscomp.] [Wi-Fi] 2 [Fn2] [Q.MENU] • Kan niet worden gebruikt als Fn-knoppen tijdens het afspelen. 3 [Fn3] [LVF/Scherm] [LVF/Scherm] 4 [Fn4] [OFF] [Afb.
11. Camera-aanpassing Functies op de Fn-knoppen registreren 1 Selecteer [Fn knopinstelling]. ● [ ] [ ] [Fn knopinstelling] [Instelling in opnamemodus]/ [Instelling in afspeelmodus] 2 Selecteer de knop. 3 Registreer de functie. ● Druk op om de knop te selecteren en druk vervolgens op . ● De selectie is ook mogelijk door aan of te draaien. ● Druk op om een functie te selecteren en druk vervolgens op . ● De selectie is ook mogelijk door aan of te draaien.
11. Camera-aanpassing Gebruik de Fn-knoppen. Door tijdens de opname op de Fn-knoppen te drukken, wordt het mogelijk de functies te gebruiken die in [Instelling in opnamemodus] geregistreerd zijn en om tijdens het afspelen de functies te gebruiken die in [Instelling in afspeelmodus] geregistreerd zijn. 1 2 Druk op de Fn-knop. Selecteer een in te stellen item. ● Druk op om een in te stellen item te selecteren en druk vervolgens op . ● De selectie is ook mogelijk door aan of te draaien.
12. Menugids Lijst van menu’s : : Menu-items die gemeenschappelijk zijn voor het [Opname]-menu en het [Bewegend beeld]-menu. De instellingen ervan zijn gesynchroniseerd. Raadpleeg de "Gebruiksaanwijzing" (PDF-indeling) voor details. (3) [Intelligent auto]-menu [Opname]-menu [Intelligent Auto-Modus] 48 [Aspectratio] [iHandh. nachtop.
12. Menugids [Opname]-menu (vervolg) [Bewegend beeld]-menu [Burstsnelh.] [Opn. kwaliteit] [4K-FOTO] [Snapfilm] [Zelf ontsp.] [Focusfunctie] 50 [Intervalopname] [Continu AF] [Stop-motionanimatie] [AF Aang. Inst.
12. Menugids [Voorkeuze]-menu [Scherm / Display] [Belichting] [ISO-verhoging] [Uitgebreide ISO] [Belichtingscomp. reset] [Focus / Sluiter Losl.] [AF/AE vergrend.] [AE-vergr.-vast] [Sluiter-focus] [Ontsp. knop half indr.] [Quick AF] [Oogsensor AF] [Spot AF-Instelling] [AF ass. lamp] [Direct focuspunt] [Prio. focus/ontspan] [Focusoversch. vr Ver./ Hor.] [Loop verpl.
12. Menugids [Mijn Menu] [Set-up]-menu [Online handleiding] 3 [Mijn Menu Instelling] [Geh voorkeursinst.] [Toevoegen] [Klokinst.] 33 [Sorteren] [Wereldtijd] [Wissen] [Reisdatum] [Weerg.
13. Andere apparaten verbinden Wi-Fi/Bluetooth Raadpleeg de "Gebruiksaanwijzing" (PDF-indeling) voor details over de Wi-Fi®/Bluetooth®-functies. ( ) Controleren van de werking van de Wi-Fi- en Bluetooth functies De Bluetooth functie is ingeschakeld of er is een verbindin (De Wi-Fi-icoon wordt weergegeven wanneer een functie met verbinding naar WiFi wordt gebruikt na de Bluetooth-verbinding, zoals [Autom. overzetten].
13. Andere apparaten verbinden • Verwijder de kaart of de batterij niet, of verplaats ze niet naar een zone waar geen ontvangst is, terwijl u beelden verzendt. • De camera kan niet gebruikt worden voor verbinding aan een openbare draadloze LAN-verbinding. • Wanneer u een draadloos toegangspunt gebruikt, raden wij ten zeerste aan een versleuteling in te stellen om de veiligheid van de informatie te handhaven. • We adviseren om een voldoende geladen batterij te gebruiken wanneer u beelden verzendt.
13. Andere apparaten verbinden Ondersteund OS Windows 10 (32-bit/64-bit) Windows 8.1 (32-bit/64-bit) • Voor 4K-video’s en 4K-foto’s is een 64-bits-versie van het besturingssysteem Windows 10/Windows 8.1 OS vereist. CPU Pentium® 4 (2.
14. Materialen Accessoiresysteem voor digitale camera (Productnummers zijn geldig vanaf juni 2020.) Batterij DMW-BLG10 Batterijlader1 DC-koppelaar2 DMW-BTC12 Netadapter2 DMW-AC10 Flitser DMW-FL580L, DMW-FL360L, DMW-FL200L Statiefgreep DMW-SHGR1 Ledvideolamp VW-LED1 Stereo shotgun microfoon DMW-MS2 Stereomicrofoon VW-VMS10 Cameradop DMW-BDC1 Montageadapter Statiefadapter3 DMW-MA1, DMW-MA2M, DMW-MA3R DMW-DCC11 DMW-TA1 1 Geleverd met een netadapter en een USB-aansluitkabel.
14. Materialen Specificaties De specificaties zijn aan wijzigingen onderhevigter verbetering van de prestaties.
14.
14. Materialen Belichtingsbediening Lichtmeetsysteem Lichtmeetmodus 1728-zone meting, multimeting / centrummeting / spotmeting Meetbereik EV 0 tot EV 18 (F2.
14. Materialen Flitser Flitser TTL AUTO ingebouwde uitklapflitser gelijk aan GN 5.1 (ISO200·m) [GN 3.6 equivalent (ISO100·m)] Flitsmodus Auto, Auto/Rode-ogenreductie, Gedwongen aan, Gedwongen aan/Rode-ogenreductie, Langz. sync., Langz. sync./Rode-ogenreductie, Gedwongen uit Synchronisatiesnelheid Kleiner dan of gelijk aan 1/50 seconde flitser Flitsbereik Ongev. 0,4 m tot 4,1 m Ongev.
14. Materialen Externe afmetingen/ massa Externe afmetingen Ongeveer 115,6 mm (B)×82,5 mm (H)×54,2 mm (D) (de uitstekende delen niet meegerekend) Massa Ongeveer 345 g (met één kaart en de batterij) Ongeveer 303 g (alleen camerabody) Besturingsomgeving Aanbevolen werktemperatuur 0 °C tot 40 °C Toelaatbare relatieve vochtigheid 10%RH tot 80%RH Wi-Fi Voldoet aan norm IEEE 802.
14. Materialen Netadapter (Panasonic SAE0012D): informatie voor uw veiligheid Ingang: 110 V–240 V Uitgang: 5,0 V 50/60 Hz 0,2 A 1,0 A • Voor meer informatie over de energie-efficiëntie van het product kunt u op onze website, www.panasonic.com, het modelnummer in het zoekvenster typen.
14. Materialen Onderling verwisselbare lens H-FS12032 "LUMIX G VARIO 12–32 mm/F3.5–5.6 ASPH./ MEGA O.I.S." H-FS35100 "LUMIX G VARIO 35–100 mm/F4.0–5.6 ASPH./MEGA O.I.S." Brandpuntsafstand f=12 mm tot 32 mm (equivalent aan 35 mmfilmcamera: 24 mm tot 64 mm) f=35 mm tot 100 mm (equivalent aan 35 mmfilmcamera: 70 mm tot 200 mm) Diafragmatype 7 diafragmabladen/ cirkelvormige diafragmaopening 7 diafragmabladen/ cirkelvormige diafragmaopening Maximaal diafragma F3.5 (Wide) tot F5.6 (Tele) F4.
14.
Handelsmerken en licenties • Micro Four Thirds™ en Micro Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen. • Four Thirds™ en Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen. • SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Handelsmerken en licenties • Het Bluetooth® woordmerk en logo’s zijn gedeponeerde handelsmerken die het bezit zijn van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van dergelijke merken door Panasonic Corporation vindt plaats onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van de respectievelijke eigenaren. • Het Wi-Fi CERTIFIED™-logo is een keurmerk van Wi-Fi Alliance®. • Het Wi-Fi Protected Setup™-logo is een keurmerk van Wi-Fi Alliance®.
Handelsmerken en licenties Dit product bevat de volgende software: (1) de software die onafhankelijk ontworpen is door of voor Panasonic Corporation, (2) de software van derden die onder licentie verstrekt is aan Panasonic Corporation, (3) de software verstrekt onder de licentie van GNU General Public License, Version 2.0 (GPL V2.0), (4) de software verstrekt onder de licentie van GNU LESSER General Public License, Version 2.1 (LGPL V2.
EU Manufactured by: Panasonic Corporation Kadoma, Osaka, Japan Representative in Europe: Panasonic Marketing Europe GmbH Panasonic Testing Centre Winsbergring 15, 22525 Hamburg, Germany Panasonic Corporation Web Site: http://www.panasonic.