Operating Instructions
Table Of Contents
- Over deze gebruiksaanwijzing
- Chapters
- Inhoudsopgave
- Inhoudsopgave van de functies
- 1. Introductie
- 2. Aan de slag
- 3. Basisbediening
- 4. Opnamemodus
- 5. Beeld opnemen
- 6. Scherpstellen/Zoom
- 7. Aandrijving/Sluiter/Beeldstabilisatie
- De aandrijfstand selecteren
- Burstfoto’s nemen
- 4K-foto-opname
- Foto’s uit een 4K-burstbestand selecteren
- Post Focus-opname
- Opnemen met gebruik van de zelfontspanner
- Opnemen met Intervalopname
- Opnemen met Stop-motionanimatie
- Video’s met Intervalopname en Stop-motionanimatie
- Bracket-opname
- [Stille modus]
- [Sluitertype]
- Beeldstabilisatie
- 8. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect
- 9. Flitser
- 10. Video’s opnemen
- 11. Beelden afspelen en bewerken
- 12. Camera-aanpassing
- 13. Menugids
- 14. Wi-Fi/Bluetooth
- 15. Andere apparaten verbinden
- 16. Materialen
- Optionele accessoires gebruiken
- Weergave scherm/zoeker
- Displayberichten
- Problemen oplossen
- Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
- Aantal foto’s dat kan worden gemaakt en beschikbare opnametijd met de batterij
- Aantal stilstaande beelden dat kan worden en video-opnametijd met kaarten
- Lijst met functies die kunnen worden ingesteld in elke opnamemodus
- Specificaties
- Inhoud
- Handelsmerken en licenties
- Firmware-update
101
4. Opnamemodus
Beschikbare sluitertijden (Sec.)
[EFC] [T] (Tijd, max. ca. 60 seconden), 60 tot 1/500
[ESHTR] 1 - 1/16000
• De effecten van de ingestelde diafragmawaarde en sluitertijd zullen niet op
het opnamescherm zichtbaar zijn.
Gebruik [Voorvertoning] om de effecten op het opnamescherm te
controleren. (106)
U kunt de previewmodus instellen om de [
]-modus constant te gebruiken.
[
] [ ] [Constant preview] (343)
• De helderheid van het opnamescherm en van de op dat moment
opgenomen beelden kan verschillend zijn.
Controleer de beelden op het afspeelscherm.
• Als u een lens gebruikt die een diafragmaring heeft, zet de positie van deze
ring dan op iets anders dan [A] om de diafragmawaarde van de lens te
gebruiken.
• Sluitertijden korter dan 1/50 seconde zijn niet beschikbaar als u de flitser
activeert. (232)
• U kunt de bediening van de draaiknop aanpassen aan uw voorkeur:
[
] [ ] [Instellingen wieltje] [Wieltje toewijzen (F/SS)]/
[Draairichting (F/SS)] (340)
• Het opnamescherm kan een belichtingsmeter weergeven die het verband
tussen de diafragmawaarde en de sluitertijd aangeeft:
[
] [ ] [Lichtmeter] (347)
Handmatige belichtingsassistentie
Als de ISO-gevoeligheid op iets anders gezet is dan [AUTO],
zal handmatige belichtingsassistentie (voorbeeld:
) op het
opnamescherm weergegeven worden.
U kunt het verschil controleren tussen de huidige belichtingswaarde en de
huidige belichting (±0) die door de camera gemeten is.
• Gebruik de handmatige belichtingsassistentie als richtlijn.
Wij raden aan om tijdens de opname de beelden op het afspeelscherm te
controleren.










