Operating Instructions
219
8. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect
1 [AWB] zal met dit bereik werken.
2 Blauwe lucht
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 Zonlicht
6 Wit fluorescerend licht
7 Gloeilamp
8 Zonsopgang en zonsondergang
9 Kaarslicht
K=Kelvintemperatuur en kleuren
• Onder verlichting zoals fluorescente of LED-verlichting zal de geschikte
witbalans variëren afhankelijk van het type verlichting.
Gebruik [AWB], [AWBc], [AWBw] of [
] tot [ ].
• De witbalans is vastgezet op [AWB] terwijl [Filterinstellingen] gebruikt wordt.
• De witbalans werkt mogelijk niet goed als u foto’s maakt met een flitser en
het onderwerp wordt opgenomen buiten het effectieve bereik van de flitser.
• In de [
]-modus worden instellingen gemaakt die geschikt zijn voor elke
scène.
• In de [
]-modus zullen de instellingen van de witbalans (met inbegrip van
de fijnafstelling van de witbalans) door het veranderen van de scène of de
opnamemodus weer op [AWB] gezet worden.










