Operating Instructions

117
4. Opnamemodus
Fotograferen met verschillende onscherpte- en
helderheidsniveaus
Helderheid
Druk op [ ].
Draai of om de helderheid aan
te passen.
Druk de ontspanknop half in om terug te
keren naar het opnamescherm.
Onscherpte van de achtergrond
(onscherpteregelingsfunctie) instellen
Druk op [ ] en vervolgens op [Fn4].
8.05.64.0
250 125 60 30 15
Draai of om de
achtergrondonscherpte aan te passen.
Druk de ontspanknop half in om terug te
keren naar het opnamescherm.