Operating Instructions

416
14. Wi-Fi/Bluetooth
4
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt
maken.
5
Controleer de verzendingsinstellingen en selecteer
vervolgens [Inst.].
Om de verzendingsinstelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (423)
6
Wanneer [Afbeeldingen versturen tijdens opname] is geselecteerd:
Maak foto’s.
[ ] wordt op het opnamescherm van de camera weergegeven terwijl een
bestand verzonden wordt.
Volg onderstaande stappen om de verbinding te beëindigen:
[ ] [Wi-Fi] [Wi-Fi-functie] [Ja]
Wanneer [Afbeeldingen versturen van camera] is geselecteerd:
Selecteer een beeld.
Selecteer [Exit] om de verbinding te beëindigen.
Verzending kan mislukken, afhankelijk van de gebruiksstatus van het AV-
apparaat. Ook kan het verzenden even duren.
Wanneer [Autom. overzetten] in [Bluetooth] is ingesteld op [ON], wordt [Wi-
Fi-functie] uitgeschakeld.