Operating Instructions
199
Gebruik van menufuncties
Menulijst
→ [Voorkeuze]→ [Bediening]
[Inst. belichtingscomp scherm]
■
[Cursorknoppen (omh./oml.)]
Een functie instellen om toe te wijzen aan op het scherm voor belichtingscompensatie.
Instellingen: [ ] ([Belichtingsbracket]) / [OFF]
■
[Voorste/achterste wielen]
Een functie instellen om aan de wieltjes toe te wijzen op het scherm voor
belichtingscompensatie.
[Belichtingscomp.]/[Belichtingscomp.]
[Flitser instel.]/[Belichtingscomp.]
[OFF]/[Belichtingscomp.]
[Belichtingscomp.]/[Flitser instel.]
[Belichtingscomp.]/[OFF]
[Instelling Vergrendeling]
U kunt een object instellen waarvoor de werking wordt uitgeschakeld wanneer [Vergrend.
Bediening] is toegewezen aan de functieknop met [Fn knopinstelling] (→54) in het menu
[Voorkeuze] ([Bediening]).
[Cursor] De werking van de cursorknop en de [MENU/SET]-knop uitschakelen.
[Touch scherm] De aanraakbediening via het aanraakscherm uitschakelen.
[Draaiknop]
Hiermee wordt de werking van het functiewieltje achterop, het functiewieltje
voorop en de bedieningsring uitgeschakeld.
[Videotoets]
De filmknop in-/uitschakelen.
[Touch inst.]
Aanraakbediening in-/uitschakelen.
[Touch scherm] Volledige aanraakbediening.
[Touch tab]
Bediening van tabs, zoals [
], weergegeven aan de rechterkant van het scherm.
[Touch AF]
Bediening om de scherpstelling [AF] of zowel de scherpstelling als de helderheid
[AF+AE] te optimaliseren voor een aangeraakt onderwerp.
[Touchpad AF]
Bediening om het AF-gebied verplaatsen door het scherm aan te raken wanneer
de zoeker wordt gebruikt. (→101)










