Operating Instructions

113
8. Sensor
U kunt de hoogtemeter met de hand aanpassen.
Om de hoogte met grotere nauwkeurigheid te meten, adviseren wij dat u regelmatig
aanpassingen uitvoert door een referentiehoogte op een bord, of andere nauwkeurige
hoogte-informatie, te vergelijken met de hoogte die door de camera aangeduid wordt.
1 Selecteer het menu.
2 Druk op 2/1 om de items te selecteren en druk op 3/4 om ze in te stellen.
De huidige hoogte zal weergegeven worden. Stel een waarde in die bij de huidige hoogte
past.
Hoogten buiten het weergavebereik kunnen niet ingesteld worden.
Druk op [DISP.] om opnieuw de onaangepaste hoogte in te stellen.
3 Druk op [MENU/SET].
De hoogtemeter aanpassen
> [Set-up] → [Pas hoogtemeter]
Er kan een negatief nummer als relatieve hoogte weergegeven worden, zelfs op een plaats
die zich daadwerkelijk boven de zeespiegel bevindt.
Na de bijstelling kunnen nog steeds fouten van enkele meters optreden. Lees voor informatie
over het handhaven van de bijgestelde nauwkeurigheid “De gemeten hoogte en
atmosferische druk(P112).
MENU