Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DC-FT7 Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
De benodigde informatie vinden In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u nodig heeft op de volgende pagina’s vinden. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en snel de informatie vinden. Zoeken in “Inhoud” Klik op deze icoon om naar “Inhoud” te springen.
Gebruik van deze handleiding • De beeldschermen die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt worden, zijn voorbeelden voor de beschrijving van de handelingen. • Het ontwerp en de specificaties van het product dat in deze handleiding beschreven wordt, kunnen wegens verbeteringen afwijken van het huidige product. Over de aanduiding van de toepasbare modus Toepasbare modi: De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn.
Inhoud De benodigde informatie vinden ...............................................................................2 Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3 Inhoudsopgave van de functies ................................................................................8 1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................
Inhoud 3. Opnamemodussen Foto's maken met de automatische functie (Intelligent Auto modus)......................45 • Opnemen van nachtelijke taferelen ([iHandh. nachtop.]) ...............................47 • Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie ([iHDR]) ..........................................................................................................48 Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) ...............................
Inhoud 6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisator......................................................................................................96 Beelden maken met de zoom .................................................................................98 • Soorten zoom en gebruik ...............................................................................98 Foto's maken met de flitser ...................................................................................
Inhoud 11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Wat u kunt doen met de Wi-Fi®-functie .................................................................148 Functies Wi-Fi .......................................................................................................149 Bediening met een smartphone/tablet ..................................................................151 • Installeren van de “Image App” app voor smartphone/tablet .......................151 • Verbinden met een smartphone/tablet............
Inhoudsopgave van de functies Opnemen Opnemen Opnamefunctie ................................ P36 Panorama Shot-modus ................... P62 Macro-opname ................................ P69 [Intervalopname].............................. P93 4K-foto [4K-FOTO] .......................................P76 [Post Focus] .................................... P83 Beeldkwaliteit en kleurtoon [Gevoeligheid]..................................P71 [Witbalans] .......................................P73 [Fotostijl] .......
Inhoudsopgave van de functies Setup/Klant Basisinstellingen [Formatteren] ................................... P28 [Klokinst.] ......................................... P31 Quick Menu ..................................... P41 [Toon] ............................................ P133 [Besparing] .................................... P135 [Resetten] (initialisatie) ..................P137 Sensor [Sensorinstellingen] .......................P111 [Pas hoogtemeter] .........................P113 [Kompas ijken] .....
1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera ∫ Hantering van de camera (om waterlekken en storing te voorkomen) • Er zouden vreemde deeltjes aan de binnenkant van de zijklep (rond de rubberen afdichting of verbindingsaansluitingen) kunnen blijven zitten wanneer de zijklep geopend of gesloten wordt op plekken met zand of stof enz. Dit kan de waterbestendigheid in gevaar brengen als de zijklep gesloten wordt terwijl er vreemde deeltjes aan zijn blijven zitten.
1. Voor Gebruik ∫ Wanneer de binnenkant van de lens, zoeker of monitor beslagen is (condensatie heeft) Het betreft echter geen slechte werking of een defect van de camera. Het zou veroorzaakt kunnen worden door de omgeving waarin de camera gebruikt wordt. Wat te doen wanneer de binnenkant beslagen is • Schakel de camera uit en open de zijklep op een plaats met een constante omgevingstemperatuur, ver van hoge temperaturen, vochtigheid, zand en stof.
1. Voor Gebruik (Belangrijk) Over de waterbestendige/ stofbestendige en antischokprestatie van het toestel Waterbestendige/Stofbestendige Prestatie De waterdicht/stofvrij klassering van dit toestel komt overeen met de klassen “IPX8” en “IP6X”. Op voorwaarde dat de richtlijnen voor verzorging en onderhoud die in deze handleiding beschreven worden strikt in acht genomen worden, kan dit toestel onder water werken, tot een diepte van maximaal 31 m gedurende een tijd van maximaal 60 minuten.
1. Voor Gebruik ∫ Hanteren van het toestel • De waterbestendigheid wordt niet gegarandeerd als het toestel aan stoten blootgesteld wordt, doordat iemand er tegenaan stoot of het toestel laat vallen, enz. Als dit gebeurt, moet de camera (tegen betaling) nagekeken worden door Panasonic om na te gaan of de waterbestendigheid nog steeds effectief is.
1. Voor Gebruik Controleer voordat u het onder water gaat gebruiken Veeg de rubber afdichting op het zijdeurtje en de zone rondom de zitting van de rubber afdichting altijd af met een droge, pluisvrije doek. 1 Controleer dat er geen vreemde deeltjes aan de binnenkant of de zijklep blijven plakken. • Als onbekende deeltjes zoals pluisjes, haar, zand, enz. op de omringende zone zitten, kan binnen enkele seconden water naar binnen sijpelen en storingen veroorzaken.
1. Voor Gebruik Het gebruik van het toestel onder water • Gebruik de camera onder water tot 31 m met een watertemperatuur tussen 0 oC en 40 oC. • Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 31 m. • Het toestel niet in warm water van meer dan 40 oC (in het bad of warme bron) gebruiken. • Gebruik de camera niet langer dan 60 minuten continu onder water. • Open of sluit de zijklep niet onder water. • Geen stoten bezorgen aan het toestel onder water.
1. Voor Gebruik Zorg voor het toestel na het gebruik ervan onder water Open os sluit de zijklep niet totdat het zand en de stof verwijderd is door de camera met water af te spoelen. Zorg ervoor dat de camera schoongemaakt wordt na gebruik. • Wrijf zorgvuldig eventuele waterdruppels, zand en zout van uw handen, lichaam, haar, enz. • Het wordt aangeraden de camera binnenshuis schoon te maken, plaatsen waar water gesproeid of zand kan vallen voorkomend.
1. Voor Gebruik 2 Klop licht met de camera op uw handpalm terwijl u hem op zijn kop houdt, met de geïllustreerde zijde omlaag gericht, en veeg de waterdruppels eraf met een zachte, droge doek. • Herhaal deze stap enkele keren als water aanwezig is in het gat van microfoon A of luidspreker B. Als water in het gat van de microfoon of de luidspreker aanwezig is, kan zwakke of vervormde audio opgenomen en afgespeeld worden. • Bevestig de riem stevig om uw pols om te voorkomen dat de camera valt.
1. Voor Gebruik Namen en functies van de componenten 1 2 12 11 3 4 5 6 5 7 16 13 10 8 15 14 9 1 Camera [ON/OFF]-knop (P31) 12 [HDMI]-aansluiting (P171) 2 Filmknop (P105) 13 Batterijsleuf (P20) 3 Ontspanknop (P35) 14 [LOCK]-schakelaar (P14) 4 Flits (P101) 15 Vrijgavehendel (P20) 5 Stereomicrofoon (P194) • Zorg ervoor de microfoon niet te bedekken met uw vinger. Dat zou het geluid moeilijk opneembaar kunnen maken.
1. Voor Gebruik 17 18 19 20 21 22 30 23 29 24 25 26 31 32 31 31 17 Monitor (P34) [ 28 27 26 [MENU/SET] knop (P36, 39) ] (Post Focus)-knop (P83)/ Laadlampje (P23)/ 18 [Fn2]-knop (P42) 27 Lampje Wi-Fi®-verbinding (P149) 19 [LVF]-knop (P34) [ ] (Wis)-knop (P121)/ ] (Annuleer)-knop/ [Q.
2. Opstarten/Basisbediening Invoering en verwijdering van de (optionele) kaart/de batterij • Controleer dat dit toestel uitstaat. • Ga na dat er geen vreemde deeltjes zijn. (P14) 1 1: Verschuif de [LOCK]-schakelaar A en ontgrendel de sluiting. 2: Verschuif de vrijgavehendel B en open de zijklep. • Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet.
2. Opstarten/Basisbediening 3 Sluit het zijdeurtje tot het vast klikt en sluit de [LOCK]-schakelaar door deze naar [2] te schuiven. • Controleer of het rode deel E op de [LOCK]-schakelaar niet zichtbaar is. • Verwijder de batterij na gebruik. (Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.) • Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, schakelt u de camera uit en wacht u tot de weergave van “LUMIX” op de monitor uitgegaan is.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen van de Batterij Gebruik de speciale netadapter (bijgeleverd), USB-aansluitingskabel (bijgeleverd) en batterij. • De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op. • Laad de batterij alleen op wanneer deze in de camera zit.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen • Het wordt aanbevolen de batterij op te laden in ruimtes met een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC (dezelfde als de batterijtemperatuur). Plaats de batterij in dit toestel. Controleer dat dit toestel uitstaat. A Sluit de (bijgeleverd) F USB-aansluitingskabel (bijgeleverd) • Controleer de richting van de USB-aansluitingskabel aan op de [USB/ aansluitingen en steek de stekker, die u CHARGE]-aansluiting. vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Over de oplaadlamp Verlicht: Uit: Opladen bezig. Opladen is voltooid. (Wanneer het opladen voltooid is, de camera loskoppelen van het stopcontact of computer.) • Wanneer de oplaadlamp knippert – De batterijtemperatuur is hoog of laag. Sluit de USB-aansluitingskabel (bijgeleverd) opnieuw aan in een plaats waar de omgevingstemperatuur (en de temperatuur van de batterij) binnen een bereik van 10 oC tot 30 oC ligt en probeer opnieuw te laden.
2. Opstarten/Basisbediening • Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte. • Gebruik geen enkele andere USB-kabel dan de bijgeleverde kabel. Dit kan en slechte werking tot gevolg hebben. • Geen andere netadapters gebruiken dan de bijgeleverde adapter. • Gebruik geen USB-extensiekabel.
2. Opstarten/Basisbediening Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering • De aantallen opneembare foto's die hier in een lijst staan, zijn gebaseerd op de CIPA (Camera & Imaging Products Association) standaard. • Als een SDHC-geheugenkaart van Panasonic en de bijgeleverde batterij gebruikt worden.
2. Opstarten/Basisbediening Kaartinformatie De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) SD-geheugenkaart (512 MB tot 2 GB) SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB) SDXC-geheugenkaart (48 GB tot 128 GB) • Dit toestel is compatibel met UHS-I UHS Snelheidsklasse 3 standaard SDHC/SDXC-geheugenkaarten. • De werking van de links aangeduide kaarten is bevestigd met kaarten van Panasonic.
2. Opstarten/Basisbediening • Als u de schrijfbeveiligingsschakelaar A op “LOCK” zet, kunt u de gegevens misschien niet schrijven, wissen of formatteren of ze op opnamedatum weergeven. • De gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan als gevolg van elektromagnetische golven, statische elektriciteit of het kapot gaan van de camera of de kaart. Wij raden aan belangrijke gegevens op te slaan op een PC enz. • Houd de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken te voorkomen.
2. Opstarten/Basisbediening Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd • De aantallen opneembare foto's die hier in een lijst staan, zijn gebaseerd op de CIPA (Camera & Imaging Products Association) standaard. • Als een SDHC-geheugenkaart van Panasonic en de bijgeleverde batterij gebruikt worden.
2. Opstarten/Basisbediening • Afhankelijk van de opname-omstandigheden en het type kaart kunnen het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd variëren. • Continue opnametijden bewegende beelden [Opn. kwaliteit] Continue opnametijd 4K 29 minuten en 59 seconden FHD HD Grootte-interval voor splitsen bestanden Als een SDHC-kaart gebruikt wordt: Bestanden met een grootte van meer dan 4 GB zullen voor de opname en het afspelen in kleinere bestanden gesplitst worden.
2. Opstarten/Basisbediening De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. 1 Druk op de [ON/OFF]-knop van de camera. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4. 2 Op [MENU/SET] drukken. 3 Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]. 4 Op [MENU/SET] drukken. $XE NORN LQVWHOOHQ .
2. Opstarten/Basisbediening 7 8 9 Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 10:00 Berlin Paris Rome Madrid GMT + 1:00 Inst. [Voorzorgsmaatr.] [Voorzorgsmaatr.] zal weergegeven worden. Zorg ervoor dit na te gaan zodat u de waterbestendigheid kunt behouden. Raadpleeg P13 voor details.
2. Opstarten/Basisbediening Basisbediening Doe de polsriem om en houdt het toestel voorzichtig vast Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. • Controleer, voordat u de camera gebruikt, of de bijgeleverde polsriem aan uw pols bevestigd is om te voorkomen dat de camera valt. (P18) • Zwaai het toestel niet in het rond en trek niet hard aan het toestel als de riem eraan vast zit. De riem kan breken.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de zoeker Dioptrie-instelling Draai aan de dioptrie-draaiknop. • Draai eraan tot u de lettertekens die in de zoeker weergegeven worden duidelijk kunt zien. Schakelen tussen Monitor/Zoeker Druk op [LVF] om tussen de monitor en de zoeker te schakelen. Druk op [LVF].
2. Opstarten/Basisbediening Sluiterknop (foto's maken) De sluiterknop werkt in twee stappen. De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. • De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden weergegeven. • Is het onderwerp eenmaal scherp gesteld, dan wordt de aanduiding voor de scherpstelling weergegeven. (is het onderwerp niet scherp gesteld, dan knippert deze aanduiding.
2. Opstarten/Basisbediening [MODE]-knop (Selecteren van een opnamemodus) 1 Druk op [MODE]. 2 Druk op 3/4/2/1 om de opnamemodus te selecteren. Op [MENU/SET] drukken.
2. Opstarten/Basisbediening [DISP.]-knop (omschakelen van de weergegeven informatie) Druk op [DISP.].
2. Opstarten/Basisbediening In de afspeelmodus Met informatie 4:3 L 1/98 98 Weergave van gedetailleerde informatie Weergave histogram 60 F3.3 Omgevingsinformatie 0 P 1 AWB ISO 80 WB P F3.3 60 STD. 0 ISO80 10:00 1.DEC.2018 F3.
2. Opstarten/Basisbediening Menuonderdelen instellen 1 2 3 Op [MENU/SET] drukken. Druk op 2. Druk op 3/4 om een menuselectie-icoon te selecteren, zoals [ ]. 2SQDPH )RWRVWLMO 67' $VSHFWUDWLR )RWRUHVROXWLH / 0 .ZDOLWHLW *HYRHOLJKHLG $872 [Opname] (P122) In dit menu kunt u de beeldverhouding, het aantal pixels, 4K-foto's en andere aspecten van de beelden die u aan het opnemen bent instellen. [Bewegend beeld] (P129) Dit menu stelt u in staat de [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening 5 Druk op 3/4 om het menu-item te selecteren en druk op [MENU/SET]. • U kunt ook naar de volgende pagina's gaan door op [DISP.] of op de zoomknop te drukken. &RPSUHVVLHQLYHDX YDQ IRWR LQ )RWRVWLMO )RWRUHVROXWLH / 0 Druk op 3/4 om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET]. • Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een andere manier wordt weergegeven. .
2. Opstarten/Basisbediening Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick Menu) • De beschrijvingen in dit gedeelte maken gebruik van het monitor beeldscherm als voorbeeld. 1 2 Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te geven. Druk op 2/1 om een menu-item te selecteren en druk op 4 of 3. MP4 50p 4:3 L 0 3 Druk op 2/1 om een instelling te selecteren. 50p 4:3 AWB AUTO AWB L 0 4 AUTO Druk op [Q.MENU] om het menu te verlaten als de instelling eenmaal voltooid is.
2. Opstarten/Basisbediening Toekennen van veelgebruikte functies aan de knoppen (functieknoppen) U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen toekennen. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Klant] > [Fn knopinstelling] > [Instelling in opnamemodus]/ [Instelling in afspeelmodus] Druk op 3/4 om de functieknop waaraan u een functie wilt toekennen te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. )Q )Q Druk op 3/4 om de functie die u wilt toekennen te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen U kunt de toegekende functies gebruiken door tijdens de opname op een functieknop te drukken. ∫ Functies die toegekend kunnen worden in [Instelling in opnamemodus] – [4K Fotomodus] (P76): [Fn1]¢ – [Post Focus] (P83): [Fn2]¢ – [Wi-Fi] (P149) – [Fotostijl] (P122) – [Aspectratio] (P124) – [Fotoresolutie] (P124) – [Kwaliteit] (P125) – [Gevoeligheid] (P71) – [Witbalans] (P73) – [AF mode] (P68) – [Meetfunctie] (P125) – [Burstsnelh.
2. Opstarten/Basisbediening Tekst Invoeren 1 Op 3/4/2/1 drukken om tekst te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om te registreren. $%& '() *+, -./ 012 3456 789 :;<= $ D $ D :LVVHQ ,QVW • Om continu hetzelfde teken in te voeren, verplaatst u de cursor door op [T] op de zoomknop te drukken.
3. Opnamemodussen Foto's maken met de automatische functie (Intelligent Auto modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt de camera optimale instellingen voor het onderwerp en de scène, dus wordt het aanbevolen als u wenst de instellingen aan de camera over te laten zonder erover na te moeten denken. 1 2 3 Druk op [MODE]. Druk op 3/4/2/1 om [ [MENU/SET]. ] te selecteren en druk vervolgens op Houd het toestel vast met de lens naar het onderwerp gericht.
3. Opnamemodussen De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie) ( : Tijdens het maken van foto's, : Tijdens het maken van films) [i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro] [i-Nachtportret]¢1 [iHandh. nachtop.]¢2 [i-Zonsonderg.] [i-Zacht licht] ¦ [i-Nachtl.schap] ¢1 Alleen weergegeven als de flitser op [ ] gezet is. ¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat. (P47) • [¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen ingesteld zijn.
3. Opnamemodussen Opnemen van nachtelijke taferelen ([iHandh. nachtop.]) Opnamefunctie: Als [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en uit een enkel beeld bestaan. MENU > [Opname] > [iHandh. nachtop.] > [ON]/[OFF] • De gezichtshoek zal iets smaller worden. • Beweeg de camera niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
3. Opnamemodussen Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie ([iHDR]) Opnamefunctie: Is er bijvoorbeeld een sterk contrast tussen de achtergrond en het onderwerp, dan worden meerdere foto's met verschillende belichtingen opgenomen en gecombineerd voor de creatie van één enkele foto met een rijke gradatie. [iHDR] werkt automatisch zoals vereist wordt. [ ] wordt dan op het scherm weergegeven. MENU > [Opname] > [iHDR] > [ON]/[OFF] • De gezichtshoek zal iets smaller worden.
3. Opnamemodussen Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) Opnamefunctie: Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te veranderen. 1 2 3 Druk op [MODE]. Druk op 3/4/2/1 om [ [MENU/SET].
3. Opnamemodussen Foto's maken door de belichting handmatig in te stellen (Handmatige Belichtingsmodus) Opnamefunctie: Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen. 1 2 3 Druk op [MODE]. Druk op 3/4/2/1 om [ [MENU/SET]. ] te selecteren en druk vervolgens op Druk op 3. • Bij iedere druk op 3 wordt de werking tussen de instelling van de lensopeningwaarde en de sluitertijd geschakeld. 4 Druk op 2/1 om in te stellen.
3. Opnamemodussen Optimaliseren van de ISO-gevoeligheid voor de sluitertijd en de lensopeningwaarde Als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is, stelt de camera de ISO-gevoeligheid automatisch in zodat de belichting geschikt zal zijn voor de sluitertijd en de lensopeningwaarde. • Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan het zijn dat geen geschikte belichting ingesteld wordt of dat de ISO-gevoeligheid hoger wordt. Handmatige belichtingsassistentie 0 −3 0 De belichting is goed.
3. Opnamemodussen Foto's maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus) Opnamefunctie: U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren en deze op het scherm na te kijken. 1 2 3 Druk op [MODE]. Druk op 3/4/2/1 om [ [MENU/SET]. ] te selecteren en druk vervolgens op Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te selecteren. A Weergave voorvertoning 4 Op [MENU/SET] drukken. Weergave van de beschrijving van ieder beeldeffect Druk op [DISP.
3. Opnamemodussen • Als u de [ ]-tab op het menuscherm selecteert, kunt u de =HOIJHNR]HQ LQVWHOOLQJHQ YRRU volgende menu-items selecteren: (;36 )LOWHUHIIHFW – [Filtereffect]: Geeft het selectiescherm van het beeldeffect 2)) *HOLMNWLMGLJ ]RQG ILOWHU (filter) weer. – [Gelijktijdig zond. filter]: Stelt u in staat de camera in te stellen voor het gelijktijdig met en zonder beeldeffect maken van een foto. • Witbalans zal vastgesteld zijn op [AWB] en [Gevoeligheid] zal vastgesteld zijn op [AUTO].
3. Opnamemodussen Soorten beeldeffecten [Expressief] [Retro] [Vroeger] [Overbelichting] [Donker] [Sepia] [Zwart-wit] [Dynamisch zwart/ wit] [Ruw zwart-wit] [Zacht zwart-wit] [Expressieve indruk] [Hoge dynamiek] [Kruisproces] [Speelgoedcam.effect] [Speelgoedcamera levendig] [Bleach bypass] [Miniatuureffect] [Zachte focus] [Fantasie] [Sterfilter] [Kleuraccent] [Zonneschijn] ∫ De kleur aanpassen met [Kruisproces] en [Speelgoedcam.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect]) 1 Selecteer [Miniatuureffect] en druk vervolgens op [MENU/SET]. 2 Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te verplaatsen. FrameKnopbediening oriëntering 3 Beschrijving van de bediening 3/4 Beweegt het frame omhoog en omlaag. 2/1 Verandert de frame-oriëntering in verticaal. 3/4 Verandert de frame-oriëntering in horizontaal. 2/1 Beweegt het frame naar links en rechts. • Als u op [DISP.
3. Opnamemodussen ∫ Stel de kleur in die u overlaat ([Kleuraccent]) 1 Selecteer [Kleuraccent] en druk vervolgens op [MENU/SET]. 2 Stel de kleur af die u in het kader in het midden van het scherm wenst te laten en druk vervolgens op [MENU/SET]. Controleer de kleur die u ingesteld heeft en druk vervolgens op [MENU/SET]. 3 • Als u op [DISP.] drukt, keert u terug naar stap 2. • Druk op [MODE] om de instelling te veranderen en selecteer opnieuw [Kleuraccent].
3. Opnamemodussen Foto's maken die overeenkomen met de scène die opgenomen wordt (Scene Guide modus) Opnamefunctie: Als u een scène selecteert die overeen moet komen met het onderwerp en de opname-omstandigheden, zal de camera de optimale belichting, kleur en focus instellen en u zo in staat stellen een opname te maken die passend is voor de scène. 1 2 3 4 Druk op [MODE]. Druk op 3/4/2/1 om [ [MENU/SET]. ] te selecteren en druk vervolgens op Druk op 2/1 om de scène te selecteren. Op [MENU/SET] drukken.
3. Opnamemodussen Soorten Scene Guide modussen Weergave van de beschrijving van iedere scène en opnametips Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van de scène weergegeven wordt. • Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, worden een gedetailleerde uitleg en tips weergegeven.
3. Opnamemodussen [Heldere nachtopname] [Koele nachtopname] [Warme nachtopname] [Fonkelende verlichting] [Nachtop. uit hand] [Nachtportret] • Beweeg het toestel niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is. • De gezichtshoek zal iets smaller worden. • Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken. • Als [Nachtportret] geselecteerd is, houd het onderwerp dan ongeveer 1 seconde stil nadat de foto genomen is.
3. Opnamemodussen Maak buitenbeelden uitdrukkelijk Opnamefunctie: Door de Opnamefunctie op[ ], [ ], [ ] of [ ] in te stellen, kunnen beter foto's gemaakt worden omdat de afstemming op omstandigheden als sporten, sneeuw, strand & surfen beter is. • Scènes waarvoor de geselecteerde modus niet bedoeld is, kunnen opgenomen worden met kleurtonen die afwijken van de daadwerkelijke kleurtonen. • Het volgende kan niet ingesteld worden als de camera automatisch afstelt.
3. Opnamemodussen Strand & Surfmodus Dit is optimaal voor onderwater fotograferen tot op een diepte van 3 m en op het strand. 1 2 Druk op [MODE]. Druk op 3/4/2/1 om [ ] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ Het brandpunt vastzetten (AF-vergrendeling) U kunt de scherpstelling vastzetten voordat u een opname maakt met vergrendelde AF. Dit is handig als u opnamen wenst te maken van bijvoorbeeld een heel snel bewegend object. Druk op het opnamescherm op 2 om het brandpunt vast te zetten.
3. Opnamemodussen Panoramafoto's maken (Panorama Shot-modus) Opnamefunctie: Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal of verticaal beweegt en deze worden gecombineerd om een enkel panoramabeeld te maken. 1 2 Druk op [MODE]. Druk op 3/4/2/1 om [ [MENU/SET]. ] te selecteren en druk vervolgens op • Na het beeldscherm waarin u gevraagd wordt om de opnamerichting te controleren weergegeven is, zullen de horizontale/verticale richtlijnen weergegeven worden.
3. Opnamemodussen ∫ De instellingen van panoramafoto's veranderen MENU > [Opname]> [Panorama-instellingen] [Richting] [Fotoresolutie] [Filter selecteren] Stelt de opnamerichting in. Stelt de gezichtshoek in (beeldformaat). [STANDARD]/[WIDE] • U kunt hetzelfde beeldeffect als de Creative Control modus toevoegen door op dezelfde wijze te werk te gaan. (met uitzondering van [Speelgoedcam.
3. Opnamemodussen ∫ Over afspelen Door op 3 te drukken, zal het afspelen automatisch in dezelfde richting als die van de opname langs gelopen worden. 1/98 • De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden tijdens het langslopen. 3 Start panorama afspelen/Pauze¢ 4 Stop ¢ U kunt frame-by-frame vooruit/achteruit uitvoeren door tijdens een pauze op 1/2 te drukken. • De zoompositie is vastgezet op Wide. • Het type sluiter is vastgezet op elektronische sluiter.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Automatisch instellen van het brandpunt Toepasbare modi: Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. 1 Selecteer het menu. MENU > [Opname] > [AF mode] De camera detecteert automatisch iemands gezicht. • De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel de gezichten vindt. Geel: Dit is de AF-zone die voor de persoon scherp gesteld moet worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ([49-zone]) Er kunnen tot 49 AF-zones scherp gesteld worden. Dit is zelfs werkzaam als een onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt. Het toestel stelt scherp op het onderwerp in de AF-zone op het scherm. ([1-zone]) Ù ([Punt]) De camera stelt scherp op een beperkte, nauwe zone op het scherm. • Druk de sluiterknop tot halverwege in om het menu te verlaten. 2 Druk de sluiterknop tot halverwege in.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk is • Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast. • Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen. • Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone instellen Toepasbare modi: U kunt de positie van de AF-zone instellen met [š], [ modus. ], [Ø] of [Ù] van de Auto Focus • Als u de AF-zone met [š] naar iets anders beweegt dan naar de gedetecteerde gezichten, werkt Auto Focus op dezelfde manier als wanneer [Ø] gebruikt wordt. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Opname] > [AF mode] Selecteer [š], [ ], [Ø] of [Ù] en druk op 4.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Close-up’s maken Toepasbare modi: Deze functie laat het u toe beelden van dichtbij te maken van een onderwerp, bijv. wanneer u beelden maakt van bloemen. 1 2 Druk op 2 (#). Druk op 2/1 om de modus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ([Macro-AF]) ([Macro zoom]) ([Uit]) U kunt foto's van een onderwerp maken op een afstand van slechts 5 cm van de lens door de zoomknop helemaal naar Wide (1k) te duwen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Belichtingscompensatie Toepasbare modi: Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. 1 2 Druk op 3 (È). Druk op 2/1 om de belichting te compenseren en druk vervolgens op [MENU/ SET]. • De waarde van de belichtingscompensatie verschijnt op het scherm. • Kies [0] om terug te keren naar de originele belichting.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instellen van de lichtgevoeligheid Toepasbare modi: Hiermee kan de gevoeligheid voor het licht (ISO-gevoeligheid) worden ingesteld. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Opname] > [Gevoeligheid] Druk op 2/1 om de ISO-gevoeligheid te selecteren. Op [MENU/SET] drukken om in te stellen. AUTO ISO AUTO ISO AUTO 80 De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis van de helderheid.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Kenmerken van de ISO-gevoeligheid 80 Opnamelocatie Sluitertijd Ruis Schommelen van het onderwerp Wanneer het licht is (buiten) 3200 Wanneer het donker is Langzaam Snel Minder Verhoogd Verhoogd Minder • Voor informatie over het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P104. •[ ] is niet beschikbaar in de handmatige belichtingsmodus.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans instellen Toepasbare modi: In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron. 1 Selecteer het menu. > MENU 2 [Opname] > [Witbalans] Druk op 2/1 om de witbalans te selecteren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Onder fluorescente verlichting, LED-verlichtingsarmaturen enz., zal de geschikte witbalans variëren afhankelijk van het verlichtingstype, gebruik daarom [AWB] of [Ò]. • De witbalans wordt alleen berekend voor onderwerpen die binnen het bereik van de flitser van het toestel liggen. (P104) • In de Scene Guide modus worden de instellingen gemaakt die geschikt voor iedere scène zijn.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans fijn afstellen Toepasbare modi: U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans. 1 2 3 Selecteer de witbalans en druk vervolgens op 4. Druk op 3/4/2/1 om de witbalans fijn in te stellen. 2 : [A] (AMBER: ORANJE) 1 : [B] (BLAUW: BLAUWACHTIG) 3 : [G] (GROEN: GROENACHTIG) 4 : [M] (MAGENTA: ROODACHTIG) • Door op [DISP.] te drukken, wordt de positie opnieuw op het midden gezet.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4K-foto's maken Toepasbare modi: De camera stelt u in staat burst-foto's van (ongev.) 8 miljoen pixels te maken met 30 frames/seconde. Nadat deze foto's genomen zijn, kunt u het gewenste moment opslaan, dat uit het burst-bestand geëxtraheerd wordt. • Gebruik een kaart met UHS-snelheidsklasse 3. (P27) 1 Druk op [ ]. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door op de [ ] (4) te drukken en 2/1 te gebruiken om een 4K-foto-icoon ([ ], enz.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 3 Maak een 4K-foto. • [Continu AF] zal tijdens de opname werken. Het brandpunt zal continu bijgesteld worden. 1 2 A Op drukken en ingedrukt houden B Het opnemen wordt uitgevoerd • Druk de knop kort van te voren volledig in. De opname start ongeveer 0,5 seconde nadat de knop volledig ingedrukt werd.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ 4K-Foto's wissen In stap 2 selecteert u [ ]. (P76) • De handeling kan geannuleerd worden door op [ ([Enkel]) of [ ] te selecteren. ] (4) te drukken en vervolgens [ ] Leeg raken batterij en temperatuur camera • Als [ ] ([4K-voorburst]) ingesteld is, raakt de batterij sneller leeg en stijgt de temperatuur van de camera. Selecteer [ ] ([4K-voorburst]) alleen tijdens de opname.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Instelling voor de 4K Photo-functie van de camera De instelling van de camera wordt automatisch geoptimaliseerd voor de 4K Photo-opname.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en bewaren. 1 Selecteer een beeld met de [ ]-icoon op het afspeelscherm en druk op 3. • Het scherm met het dia-overzicht, waarop u de foto's selecteert, wordt weergegeven. 2 Druk op 2/1 om het frame te selecteren dat als een foto opgeslagen wordt. • Selecteer [ ]/[ ] en druk op [MENU/SET] om naar het vorige of volgende dia-overzicht te schakelen. • Druk op [Fn1] om naar de markeerbediening te schakelen.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Bediening tijdens het selecteren van foto's ∫ Navigeren in het diascherm Positie van het weergegeven frame Fn2 Knopbediening 2/1 Selecteer / > [MENU/SET] Fn1 Beschrijving van de bediening Selecteert een frame. • U kunt een frame uit 60 frames selecteren (continue burst-tijd van ongeveer 2 seconden). Geeft de vorige of de volgende frames (45 foto's) als diavoorstelling weer. Vergroot de weergave. Verkleint de weergave (tijdens vergrote weergave).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Navigeren in het 4K-burst-afspeelscherm Fn1 Fn2 Fn1 Tijdens pauze Knopbediening Tijdens continu afspelen Beschrijving van de bediening 3 Continu afspelen/Pauze (tijdens continu afspelen). 4 Continu achteruit/Pauze (tijdens continu terugspoelen). 1 Snel vooruit/Frame-by-frame vooruit (tijdens pauze). 2 Snel achteruit/Frame-by-frame achteruit (tijdens pauze). Vergroot de weergave (tijdens pauze). Verkleint de weergave (tijdens vergrote weergave).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus) Toepasbare modi: De camera stelt u in staat 4K-burst-foto's te nemen terwijl het brandpunt naar verschillende zones verschoven wordt. Nadat deze foto's genomen zijn, kunt u de gewenste focuszone selecteren. Deze functie is geschikt voor het opnemen van stilstaande objecten. 4K-burst-opname terwijl de focus automatisch verplaatst wordt. Selecteer het gewenste focuspunt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 Druk de sluiterknop volledig in om de opname te starten. • Het brandpunt verandert automatisch tijdens het opnemen. Als de icoon (B) verdwijnt, wordt de opname automatisch beëindigd. Vanaf het moment dat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt tot het einde van de opname: • Handhaaf dezelfde afstand tot het onderwerp en dezelfde compositie. • Er zal een film in MP4-formaat opgenomen worden (er zal geen audio opgenomen worden).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto 1 Selecteer een beeld met de [ afspeelscherm en druk op 3. 2 Druk op 3/4/2/1 om het scherpstelgebied te selecteren. ]-icoon op het • Als een scherp gesteld beeld niet beschikbaar is voor het geselecteerde gebied zal een rood kader weergegeven worden. In dit geval kunt u het beeld niet bewaren. • U kunt de randen van het scherm niet selecteren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus Toepasbare modi: U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de sluiterknop drukt. 1 2 Druk op 4 ( ). Druk op 2/1 om de drivemodus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 1 [Enkel] Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt slechts één beeld opgenomen. 2 [Burstfunctie] (P87) Er worden achtereenvolgende opnames gemaakt terwijl de sluiterknop ingedrukt is.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opnamen maken met de burstfunctie Toepasbare modi: Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt. 1 2 3 Druk op 4 ( ). Druk op 2/1 om de burst-icoon te selecteren ([ ], enz.) en druk vervolgens op 3. Selecteer de burst-snelheid met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Als [ ] ingesteld is, zullen de belichting en de witbalans vastgezet zijn op de instellingen van de eerste foto. Als [ ] of [ ] ingesteld is, zullen de belichting en de witbalans voor iedere foto aangepast worden. • Als [ ] ingesteld is kan de opname, afhankelijk van veranderingen in de helderheid van het onderwerp, vanaf het tweede beeld helderder of donkerder kunnen zijn.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto's maken met Auto Bracket Toepasbare modi: Er zullen binnen het bereik van de belichtingscompensatie maximaal 7 beelden met verschillende belichtingsinstellingen opgenomen worden, telkens wanneer op de sluiterknop gedrukt wordt. Compensatiebereik: [3•1/3] 1 2 3 1ste beeld 2de beeld 3de beeld d0 EV j1/3 EV i1/3 EV Druk op 4 ( ). Druk op 2/1 om de icoon van Auto Bracket ([ 3 1/3 ], enz.) te selecteren en druk vervolgens op 3.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Annuleren van Auto Bracket Selecteer [ ] ([Enkel]) of [ ] uit de aandrijfstanden. (P86) • Wanneer u opnamen maakt met Auto Bracket nadat u de waarde van de belichtingscompensatie hebt ingesteld, worden de foto's met de gekozen belichtingscompensatie gemaakt. In deze gevallen niet beschikbaar: • De Auto Bracket wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opnamen maken met de zelfontspanner Toepasbare modi: 1 2 3 Druk op 4 ( ). Druk op 2/1 om de icoon van de zelfontspanner ([ 10 ], enz.) te selecteren en druk vervolgens op 3. Druk op 2/1 om de tijdinstelling van de zelfontspanner in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. Beeld wordt 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt gemaakt. Na 10 seconden maakt het toestel 3 foto’s met tussenpozen van ongeveer 2 seconden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Annuleren van de zelfontspanner Selecteer [ ] ([Enkel]) of [ ] uit de aandrijfstanden. (P86) • De zelfontspanner kan ook geannuleerd worden door de camera uit te schakelen. (Wanneer [Zelf ontsp. auto uit] (P136) op [ON] gezet is) • Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner. • De flitser-output kan licht variëren als [ ] geselecteerd is.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Automatisch beelden opnemen met ingestelde tijdsintervallen ([Intervalopname]) Toepasbare modi: De camera kan automatisch onderwerpen opnemen zoals dieren en planten, terwijl de tijd verstrijkt, en een film creëren. • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P31) • De opgenomen beelden worden weergegeven als een reeks groepsbeelden. 1 Selecteer het menu.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 3 Druk de ontspanknop geheel in. • De opname start automatisch. • Tijdens opname standby zal de stroom automatisch uitgeschakeld worden als gedurende bepaalde tijd geen handelingen verricht worden. Time Lapse Shot wordt zelfs voortgezet als de stroom uitgeschakeld is. Wanneer de opnamestarttijd bereikt wordt, wordt de stroom automatisch ingeschakeld. Druk om de camera met de hand in te schakelen op de [ON/OFF]-knop van de camera.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Deze functie dient niet voor gebruik met een veiligheidscamera. • Het maken van lange opnames op koude plaatsen, zoals ski-oorden of op grote hoogte, dan wel in een warme, natte omgeving, kan een slechte werking veroorzaken, dus wees voorzichtig. • We raden u af om [Intervalopname] onder water te gebruiken. • [Intervalopname] wordt in de volgende gevallen op pauze gezet.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisator Toepasbare modi: m.b.v. deze functie, wordt schudden opgemerkt tijdens het maken van een foto en compenseert de camera automatisch voor het schudden, het zo mogelijk makend onbewogen foto’s te maken. MENU > [Opname] > [Stabilisatie] Verticaal en horizontaal schudden wordt gecompenseerd. ([Normaal]) ([Panning]) [OFF] •[ Toestel schudden wordt gecorrigeerd voor op/ neerbewegingen.
6. Stabilisator, zoom en flitser • Er wordt aanbevolen de beeldstabilisator uit te schakelen als een statief gebruikt wordt. • De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beelden maken met de zoom U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om landschappen in brede hoek op te nemen. Gebruik (Wide) om objecten verder weg te laten lijken Druk op de zoomknop op [W]. Gebruik (Tele) om objecten dichterbij te laten lijken Druk op de zoomknop op [T]. Soorten zoom en gebruik ∫ Schermweergave De illustratie is een voorbeeld voor wanneer de optische zoom, [i.Zoom] en [Dig.
6. Stabilisator, zoom en flitser Extra optische zoom Toepasbare modi: Deze functie werkt als een van de beeldformaten geselecteerd wordt (P124) die aangeduid wordt met . U kunt verder inzoomen dan met de optische zoom, zonder dat de beeldkwaliteit aangetast wordt. Maximum vergroting: 9k (Dit bevat de optische zoomvergroting. Het vergrotingsniveau verschilt afhankelijk van [Fotoresolutie] instelling.
6. Stabilisator, zoom en flitser Digitale zoom Toepasbare modi: Ofschoon de beeldkwaliteit afneemt telkens wanneer u verder inzoomt, kunt u tot vier keer verder inzoomen dan de oorspronkelijke zoomvergroting. MENU > [Opname]/ [Bewegend beeld] > [Dig. zoom] Instellingen: [ON]/[OFF] • Als u [i.Zoom] gebruikt, wordt de maximum vergroting van de Digitale zoom beperkt tot 2k. • Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P91) aan om opnamen te maken.
6. Stabilisator, zoom en flitser Foto's maken met de flitser Toepasbare modi: A Flitser • Bedek de flitser niet met uw vingers of andere voorwerpen. In de volgende gevallen staat de flitser vast op [Œ] (flitser geforceerd uit).
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de flitsermodus De flits instellen voor opnamen. 1 2 Druk op 1 (‰). Druk op 2/1 om de instelling te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ‡ ([Auto]) ([Auto])¢1 De flitser wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flitser wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Beschikbaar flitsbereik (bij benadering) De randen van geflitste foto's die gemaakt zijn zonder het gebruik van de zoom op korte afstand (vlakbij de groothoekstand) kunnen donker lijken. Dit kan verbeterd worden door iets meer in te zoomen. Breed Tele [AUTO] in 0,3 m tot 5,6 m [Gevoeligheid] 0,3 m tot 3,1 m • Dit is het bereik wanneer [ISO-limiet] (P128) ingesteld is op [OFF].
7. Films opnemen Opnemen van films/4K-films Toepasbare modi: U kunt films en 4K-films in het MP4-opnameformaat opnemen. De audio wordt stereo opgenomen. 1 Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. A Verstreken opnametijd B Beschikbare opnametijd • Het is mogelijk om geschikte video’s voor iedere functie op te nemen. • De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen tijdens het opnemen van bewegende beelden. • Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
7. Films opnemen • Het bedrijfsgeluid van de zoom of knopwerking zou opgenomen kunnen worden wanneer deze gehanteerd worden tijdens de opname van een bewegend beeld. • De zoomsnelheid neemt af tijdens de opname van een film. • Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van bewegende beelden. Dit is geen storing. • Wanneer de instelling van de beeldverhouding anders is in foto's en in films, zal de gezichtshoek veranderen wanneer de filmopname begint. Als [Opn.
7. Films opnemen Grootte en snelheid van het opnameframe instellen MENU > [Bewegend beeld] > [Opn.
7. Films opnemen Scherpstellen tijdens het opnemen van een video ([Continu AF]) Toepasbare modi: Stel de Auto Focus in tijdens de filmopname te werken. MENU > [Bewegend beeld] > [Continu AF] [ON] De camera zal tijdens het opnemen automatisch op onderwerpen blijven scherpstellen. [OFF] De camera handhaaft de brandpuntpositie bij de start van de opname. • Het brandpunt wordt opnieuw aangepast als u de sluiterknop tot halverwege indrukt terwijl een film opgenomen wordt.
7. Films opnemen Foto’s maken terwijl u een film maakt Toepasbare modi: Er kunnen foto’s gemaakt worden terwijl u een film opneemt (simultaan opnemen). Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te maken. • De simultane opname-indicator wordt weergegeven tijdens het maken van de foto’s. 13 • De beeldverhouding zal vaststaan op [16:9]. Foto's zullen opgenomen worden met een beeldgrootte van 1920k1080. • Er kunnen tijdens het opnemen van films tot 30 foto’s gemaakt worden.
7. Films opnemen Slow motion films opnemen ([Film in hoge snelheid]) Toepasbare modi: U kunt films opnemen met een slow motion van ongeveer 1/4k door een high speed opname bij 100 frames/seconde uit te voeren. De beweging wordt tijdens het afspelen langzamer weergegeven. • De opname zal uitgevoerd worden met [HD/10M/25p]. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Bewegend beeld] > [Film in hoge snelheid] > [ON] Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken.
8. Sensor De sensoren (kompas/hoogtemeter) worden bediend Toepasbare modi: • Informatie gemeten op dit toestel is slechts een grove indicatie. Gebruik het niet voor technische doeleinden. • Wanneer u dit toestel gebruikt voor serieus bergbeklimmen of wandeltochten, dient u de gemeten informatie (richting, hoogte) alleen als grove aanwijzing te gebruiken en altijd een kaart en doelgerichte meetapparatuur mee te nemen.
8. Sensor Gebruik van de hoogtemeter Toepasbare modi: U kunt de hoogte van de huidige locatie controleren. Op het moment van aankoop is de hoogtemeter niet afgesteld. • Het weergavebereik is j500 m tot 9000 m. P 1 A Hoogte B Huidige hoogte ∫ Hoogteconversie De weergegeven hoogte is de relatieve hoogte¢1. De hoogte is een waarde die berekend wordt door een atmosferische druk binnenin het toestel om te zetten in een hoogte van 0 m (zeespiegel) u 1013 hPa¢2 als referentie.
8. Sensor De hoogtemeter aanpassen U kunt de hoogtemeter met de hand aanpassen. Om de hoogte met grotere nauwkeurigheid te meten, adviseren wij dat u regelmatig aanpassingen uitvoert door een referentiehoogte op een bord, of andere nauwkeurige hoogte-informatie, te vergelijken met de hoogte die door de camera aangeduid wordt. 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Set-up] → [Pas hoogtemeter] Druk op 2/1 om de items te selecteren en druk op 3/4 om ze in te stellen.
8. Sensor Gebruik van het kompas Toepasbare modi: De 16 richtingen worden weergegeven gebaseerd op de richting waarin de lens van de camera gericht is. • Het gekleurde deel van de kompasnaald is naar het noorden gericht. A Noorden • Het zou niet correct kunnen meten wanneer u meet met het toestel op zijn kop. • De camera maakt gebruik van een magnetisch kompas om de posities te meten.
8. Sensor Afstellen van het kompas Stel het kompas af wanneer de meetwaarde niet bij de huidige richting past. 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Set-up] → [Kompas ijken] Houd het toestel stevig verticaal vast en verricht de afstelling door het een 8 te laten maken door uw pols een aantal keren te draaien. • Een bericht dat aangeeft dat de afstelling voltooid is wordt weergegeven wanneer de afstelling succesvol is. • Voer de afstelling uit met de riem om uw pols om te voorkomen dat het toestel valt.
9. Afspelen en bewerken van beelden Opnamen terugspelen 1 Druk op [(]. 2 Druk op 2/1. 1/98 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen • Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter elkaar afspelen. ∫ Het terugspelen stoppen Druk opnieuw op [(] of druk de sluiterknop tot halverwege in. • Als de camera uitgeschakeld is, druk dan op [(] en houd deze ingedrukt. Als u hem op deze manier inschakelt, zal het afspeelscherm automatisch weergegeven worden.
9. Afspelen en bewerken van beelden Bewegende beelden terugspelen Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van het MP4-formaat. • Bewegende beelden worden weergegeven met de filmicoon ([ ]). Druk op 3 om af te spelen. 12s A Opnametijd film • Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven. 8 minuten en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven als [8m30s].
9. Afspelen en bewerken van beelden Creëren van foto’s uit een video 1 2 Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te zetten. • Druk op 2/1 om de pauzepositie precies in te stellen terwijl de film gepauzeerd is. Op [MENU/SET] drukken. • Foto's zullen bewaard worden met de [Aspectratio] op [16:9] en de [Kwaliteit] op [A]. Het aantal pixels zal verschillen, al naargelang de film die u afspeelt.
9. Afspelen en bewerken van beelden Omschakelen van de afspeelwijze De terugspeelzoom gebruiken Druk op de zoomknop op [T]. 2.0X 1k > 2k > 4k > 8k > 16k • Als u na het vergroten van het display op de zoomknop op [W] drukt, zal de uitvergroting verkleind worden. • U kunt de vergrote zone bewegen door op 3/4/2/1 te drukken. Weergeven van meerdere schermen (Multi Playback) Druk op de zoomknop op [W].
9. Afspelen en bewerken van beelden Afspelen van groepsbeelden Een beeldengroep bestaat uit meerdere beelden. U kunt beelden in een groep continu dan wel een voor een afspelen. • U kunt alle beelden in een groep in een keer bewerken of wissen. (als u bijvoorbeeld een beeldengroep wist, worden alle beelden in de groep gewist.) [ ]: Een beeldengroep die in één keer bewaard is met [4K-FOTO In Bulk Opslaan]. (P142) [ ]: Een beeldengroep bestaande uit beelden die in een Time Lapse Shot gemaakt zijn.
9. Afspelen en bewerken van beelden Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. ∫ Om een enkele opname uit te wissen 1 Selecteer het te wissen beeld in de afspeelmodus en druk vervolgens op [ ]. 2 Druk op 3 om [Apart wissen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ Wissen van meer beelden of van alle beelden 1 Druk in de afspeelmodus op [ ]. 2 Druk op 3/4 om de methode voor het wissen van het beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
10. De menufuncties gebruiken Menulijst [Opname] P122 [Klant] P130 [Bewegend beeld] P129 [Set-up] P132 [Afspelen] P138 [Opname]-menu : • [Fotostijl] (P122) • [Aspectratio] (P124) • [Fotoresolutie] (P124) • [Kwaliteit] (P125) • [Gevoeligheid] (P71) • [Witbalans] (P73) • [AF mode] (P65) • [Meetfunctie] (P125) • [Burstsnelh.] (P87) • [4K-FOTO] (P76) • [Auto bracket] (P89) • [Zelf ontsp.] (P91) • [Int.dynamiek] (P126) • [iHandh. nachtop.
10. De menufuncties gebruiken ∫ Bijstellen van de beeldkwaliteit 1 2 6WDQGDDUG Druk op 2/1 om het type Photo Style te selecteren. Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen. -5 0 +5 ±0 S ±0 ±0 ±0 DISP.カスタム登録 [r] Verhoogt het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op het beeld. [s] Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op het beeld. [r] Het beeld is zeer scherp. [s] Het beeld is onscherp.
10. De menufuncties gebruiken [Aspectratio] Toepasbare modi: Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het afdrukken of het terugspelen past. MENU > [Opname] > [Aspectratio] [4:3] [Aspectratio] van een 4:3 TV [3:2] [Aspectratio] van een 35 mm filmcamera [16:9] [Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz. [1:1] Vierkante aspectratio [Fotoresolutie] Toepasbare modi: Stel het aantal pixels in.
10. De menufuncties gebruiken [Kwaliteit] Toepasbare modi: De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden. > MENU [Opname] > [Kwaliteit] Instellingen Bestandsformaat Beschrijving van instellingen Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven werd. [A] JPEG [›] Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit. Dit is nuttig voor het veranderen van het aantal opnames zonder het aantal pixels te verhogen.
10. De menufuncties gebruiken [Int.dynamiek] Toepasbare modi: Contrast en belichting worden gecompenseerd als het verschil in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp groot is, enz. MENU > [Opname] > [Int.dynamiek] Instellingen: [AUTO]/[OFF] In deze gevallen niet beschikbaar: • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • In het volgende geval werkt [Int.
10. De menufuncties gebruiken [Sluitertype] Toepasbare modi: U kunt foto's maken met een van de twee sluiters: de mechanische sluiter of de elektronische sluiter. MENU > [AUTO] [MSHTR] [Opname] > [Sluitertype] Schakelt het type sluiter automatisch tussen de mechanische sluiter en de elektronische sluiter om bij de opname-omstandigheden en de sluitertijd te passen. Gebruikt alleen de mechanische sluitermodus om een foto te maken.
10. De menufuncties gebruiken [Rode-ogencorr] Toepasbare modi: Wanneer de rode-ogen-reductie ([ ], [ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de rode-ogen-verwijdering telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld. MENU > [Opname] > [Rode-ogencorr] Instellingen: [ON]/[OFF] • [ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is. • Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
10. De menufuncties gebruiken [Bewegend beeld]-menu : • [Fotostijl] (P122) • [Opn. kwaliteit] (P107) • [Film in hoge snelheid] (P110) • [AF mode] (P65) • [Continu AF] (P108) • [Meetfunctie] (P125) • [Int.dynamiek] (P126) • [i.Zoom] (P99) • [Dig. zoom] (P100) • [Windreductie] (P129) [Windreductie] Toepasbare modi: De camera zal de windruis daadwerkelijk verlagen als geluid opgenomen wordt.
10. De menufuncties gebruiken : [Klant]-menu • [AF ass. lamp] (P130) • [Histogram] (P130) • [Richtlijnen] (P131) • [Opn.gebied] (P131) MENU > • [Rest-aanduiding] (P131) • [Auto review] (P131) • [Fn knopinstelling] (P42) [Klant] [AF ass. lamp] AF-assist lamp zal het onderwerp oplichten wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt om het zo gemakkelijker te maken om te focussen wanneer er in omstandigheden van weinig licht opgenomen wordt.
10. De menufuncties gebruiken [Richtlijnen] Dit zal het patroon van de richtlijnen instellen dat weergegeven wordt wanneer een foto genomen wordt. Als [ ] ingesteld is, kunnen de posities van de richtlijnen ingesteld worden door op 3/4/2/1 te drukken. • De richtlijn wordt in de panoramafotomodus niet weergegeven. [Opn.gebied] Dit verandert de zichthoek tijdens de bewegende beeldopname en stilstaande beeldopname. [ ] Geeft de opnamezone weer volgens de gezichtshoek voor de opname van foto's.
10. De menufuncties gebruiken : [Set-up]-menu • [Voorzorgsmaatr.] (P13) • [Online handleiding] (P132) • [Klokinst.] (P31) • [Wereldtijd] (P133) • [Wi-Fi] (P133) • [Sensorinstellingen] (P111) • [Pas hoogtemeter] (P113) • [Kompas ijken] (P115) • [Toon] (P133) • [Live View Modus] (P134) • [Scherm]/[Zoeker] (P134) • [Helderheid scherm] (P134) MENU > • [LED-licht] (P135) • [Besparing] (P135) • [TV-verbinding] (P136) • [Taal] (P136) • [Versie disp.] (P136) • [Belichtingscomp. reset] (P136) • [Zelf ontsp.
10. De menufuncties gebruiken [Wereldtijd] Stelt de tijden in voor de regio waar u woont en uw vakantiebestemming. • [Bestemming] kan ingesteld worden na het instellen van [Home]. Druk na de selectie van [Bestemming] of [Home] op 2/1 om een gebied te selecteren en druk op [MENU/SET] om het in te stellen. “ [Bestemming]: U reisbestemming 7RN\R 6HRXO A Huidige tijd van het bestemmingsgebied B Tijdverschil met thuiszone – [Home]: Uw woongebied Inst.
10. De menufuncties gebruiken [Live View Modus] Stel de frame-snelheid van het opnamescherm in (Live View- scherm). [30fps] Verlaagt het energieverbruik en verlengt de werktijd. [60fps] Toont vloeiender bewegingen. • De [Live View Modus] instelling is niet van invloed op de opgenomen beelden. • De zoeker is vastgezet op [60fps]. [Scherm]/[Zoeker] De helderheid, kleur of de rode of blauwe tint van de monitor/zoeker worden ingesteld.
10. De menufuncties gebruiken [LED-licht] Het LED-lampje gaat branden terwijl een film opgenomen wordt. Gebruiken als gewoon licht Als u [ON] instelt en op het stand-by-scherm van de opname op 1 (‰) drukt en die ingedrukt houdt, zal het LED-licht ongeveer 60 seconden lang gaan branden. Het gebruik van het LED-licht is nuttig als eenvoudige verlichting wanneer u op een donkere plaats uw onmiddellijke omgeving wilt verlichten. Om het licht op ieder gewenst moment uit te schakelen, drukt u op [MENU/SET].
10. De menufuncties gebruiken [TV-verbinding] [Video uit]: Instellen voor aanpassing aan het kleurentelevisiesysteem van ieder land als de HDMI-microkabel verbonden is. [NTSC] [PAL] Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld. Video-output wordt op PAL systeem ingesteld. • Dit werkt alleen tijdens het afspelen. [Taal] De taal op het scherm instellen. • Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen. [Versie disp.
10. De menufuncties gebruiken [Nr. resetten] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001. • Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. • U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Het mapnummer moet gerest worden voordat het 999 bereikt. We raden aan de kaart (P28) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen heeft. • Om het mapnummer op 100 te resetten: 1 Voer [Formatteren] uit om de kaart te formatteren. 2 Voer [Nr.
10. De menufuncties gebruiken : [Afspelen]-menu • [Diashow] (P139) • [Afspeelfunctie] (P140) • [Locatie vermelden] (P141) • [4K-FOTO In Bulk Opslaan] (P142) • [Titel bew.] (P142) • [Tekst afdr.] (P143) • [Splits video] (P144) • [Intervalvideo] (P144) • [Nw. rs.] (P145) • [Bijsnijden] (P146) • [Beveiligen] (P147) • De items van het [Afspelen]-menu hieronder bewaren de bewerkte beelden als nieuwe bestanden. Als de kaart vol is, kunnen geen nieuwe beelden gecreëerd worden.
10. De menufuncties gebruiken [Diashow] U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die bestaat uit alleen foto’s, alleen films, enz. We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het toestel aan een TV.
10. De menufuncties gebruiken ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor afspelen van diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het diavoorstellingmenuscherm. [Effect] Dit biedt u de mogelijkheid de schermeffecten te selecteren wanneer u van het ene naar het andere beeld schakelt. [Duur] [Herhalen] [Set-up] [Geluid] • [Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
10. De menufuncties gebruiken [Locatie vermelden] U kunt de locatie-informatie die van een smartphone verstuurd is (breedtegraad en lengtegraad) op beelden schrijven. • U kunt locatie-informatie versturen en deze op beelden schrijven met gebruik van een smartphone. (P157) • U dient “Panasonic Image App” op uw smartphone te installeren. (P151) • Lees de [Help] in het “Image App”-menu voor meer details over hoe te werk te gaan. Voorbereiding: Locatie-informatie naar de camera versturen vanaf de smartphone.
10. De menufuncties gebruiken [4K-FOTO In Bulk Opslaan] U kunt foto's van een 4K-burst-bestand bewaren die tijdens ongeacht welke periode van 5 seconden in één keer geëxtraheerd werden. MENU 1 2 > [Afspelen] > [4K-FOTO In Bulk Opslaan] Druk op 2/1 om de 4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/ SET]. • Als de burst-tijd 5 seconden of minder is, zullen alle frames als foto's bewaard worden. Selecteer het eerste frame van de foto's die in één keer bewaard moeten worden.
10. De menufuncties gebruiken [Tekst afdr.] U kunt opname-informatie op de opgenomen beelden stempelen. MENU 1 2 3 > [Afspelen] > [Tekst afdr.] Selecteer de opname. (P138) • [‘] verschijnt op het scherm als het beeld afgedrukt wordt met tekst. Druk op 3/4 om [Instellen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op 3/4 om het onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET]. [Opnamedatum] Drukt de opnamedatum af. [Titel] 4 5 De Titelinvoer in de [Titel bew.] zal afgedrukt worden.
10. De menufuncties gebruiken [Splits video] De opgenomen video kan in twee delen gesplitst worden. Dit wordt aanbevolen wanneer u een deel dat u nodig heeft wilt afsplitsen van een deel dat u niet nodig heeft. Het splitsen van een video is permanent: Denk goed na voordat u splitst! MENU > [Afspelen] > [Splits video] 1 Druk op 2/1 om de te splitsen video te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 2 Druk op 3 op het punt waarop u wilt splitsen.
10. De menufuncties gebruiken [Nw. rs.] Om gemakkelijk posten naar webpagina's, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd. MENU > [Afspelen] > [Nw. rs.] Selecteer het beeld en het formaat. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om de grootte te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
10. De menufuncties gebruiken [Bijsnijden] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Bijsnijden] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Gebruik de zoomknop en druk op 3/4/2/1 om de bij te snijden delen te selecteren. : Reductie : Vergroting 3/4/2/1 3 : Verplaats Op [MENU/SET] drukken. • De beeldkwaliteit van het geknipte beeld zal slechter worden.
10. De menufuncties gebruiken [Beveiligen] U kunt een beveiliging instellen voor opnames waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. MENU > [Afspelen] > [Beveiligen] Selecteer de opname. (P138) ∫ Alle [Beveiligen] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Zelfs als u beelden niet beveiligt op een kaart, kunnen deze niet gewist worden wanneer de Schrijfbeveiligingschakelaar van de kaart ingesteld staat op [LOCK].
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Wat u kunt doen met de Wi-Fi®-functie Bediening met een smartphone/tablet (P151) Opnames maken met een smartphone (P155) Afspelen of bewaren van beelden die op de camera opgeslagen zijn, ze uploaden naar websites van sociale media (P156) Schrijven van locatie-informatie op beelden die opgeslagen zijn in de camera (P157) Gemakkelijke verbinding U kunt eenvoudig een rechtstreekse verbinding met uw smartphone instellen zonder een password in te voeren.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Functies Wi-Fi ∫ Voor Gebruik • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P31) • Om de Wi-Fi-functie op dit toestel te gebruiken, wordt een draadloos toegangspunt vereist, dan wel een bestemmingstoestel dat uitgerust is met de draadloze LAN-functie.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie • De camera kan niet gebruikt worden voor verbinding aan een openbare draadloze LAN-verbinding. • Gebruik een met IEEE802.11b, IEEE802.11g of IEEE802.11n compatibele inrichting wanneer u een draadloos toegangspunt gebruikt. • Wanneer u een draadloos toegangspunt gebruikt, raden wij ten zeerste aan een versleuteling in te stellen om de veiligheid van de informatie te handhaven. • Er wordt aangeraden een geheel opgeladen batterij te gebruiken wanneer u beelden verzendt.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Bediening met een smartphone/tablet Met een smartphone kunt u op afstand beelden opnemen, beelden op de camera afspelen of ze op de smartphone bewaren. • U moet de “Panasonic Image App” (van nu af “Image App” genoemd) op uw smartphone installeren. Installeren van de “Image App” app voor smartphone/tablet De “Image App” is een applicatie die door Panasonic verstrekt wordt. • OS App voor AndroidTM: Android 4.2 of hoger App voor iOS: 1 2 3 4 iOS 9.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verbinden met een smartphone/tablet Verbinding maken zonder het password U kunt eenvoudig een rechtstreekse verbinding met uw smartphone instellen zonder een password in te voeren. Op de camera MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID • Als de camera gereed is om met de smartphone verbonden te worden, wordt de SSID weergegeven. • U kunt de informatie ook weergeven door op de camera op [Wi-Fi] te drukken.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Gebruik van een password om een verbinding tot stand te brengen Verbinding maken met een password zorgt voor meer veiligheid. U kunt een QR-code scannen of een password handmatig invoeren om een verbinding tot stand te brengen.
11.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Fotograferen via een smartphone (remote opname) 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P152) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. 2 Neem een beeld op. • De opgenomen beelden worden in de camera bewaard. • Sommige functies, zoals 4K Photo, Post Focus en 4K filmopname, zijn niet beschikbaar.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Afspelen/bewaren van beelden die op de camera opgeslagen zijn, of ze uploaden naar websites van sociale media. 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P152) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. • U kunt de weer te geven beelden omschakelen door de icoon (A) linksboven op het scherm te selecteren. Om de beelden weer te geven die in de camera opgeslagen zijn, selecteert u [LUMIX]. (Om het beeld af te spelen) 2 Raak het beeld aan om het te vergroten.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Toevoegen van locatie-informatie afkomstig van de smartphone op beelden die in de camera opgeslagen zijn U kunt locatie-informatie die met een smartphone verkregen is naar de camera versturen. Na het versturen van de informatie kunt u deze ook op de beelden schrijven die in de camera bewaard worden. • Is de locatie-informatie eenmaal naar de camera gezonden, dan kunt u deze op beelden schrijven door [Locatie vermelden] (P141) in het [Afspelen]-menu ten uitvoer te brengen.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Opnemen van locatie-informatie en beelden 1 Start het opnemen van locatie-informatie met de smartphone. 1 2 3 4 2 3 Start “Image App”. (P151) Selecteer [ ]. Selecteer [Geogr. labell.]. Selecteer [ ] om het opnemen van de locatie-informatie te starten. Neem beelden op met de camera. Stop het opnemen van de locatie-informatie met de smartphone. Selecteer [ ] om het opnemen van de locatie-informatie te stoppen.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verzenden van beelden Als u beelden verstuurt, selecteer dan de methode om ze te versturen na [Nieuwe verbinding] te hebben geselecteerd. Nadat de verbinding tot stand gekomen is, kunnen de instellingen voor het versturen, zoals de beeldgrootte, ook veranderd worden.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Afbeeldingen versturen van camera De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden. [Enkelvoudig select.] instelling 1 2 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. Op [MENU/SET] drukken. ,QVW [Multi selecteren] instelling 1 2 Druk op 3/4/2/1 om het beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] (herhalen). • De instelling wordt gewist als opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt. 8LWYRHU Druk op 2 om [Uitvoer.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verzenden van beelden naar een smartphone/ tablet Voorbereiding: • Installeer van tevoren “Image App”. (P151) 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [Smartphone] > [Direct] Druk op 3/4 om de verbindingsmethode te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie 3 4 Druk op 3/4 om de smartphone te selecteren waarmee u verbinding wilt maken en druk vervolgens op [MENU/SET]. Controleer de instelling van de verzending en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (P160) 5 Wanneer [Afbeeldingen versturen tijdens opname] geselecteerd is Maak foto's. (P159) Wanneer [Afbeeldingen versturen van camera] geselecteerd is Selecteer de opname.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Versturen van beelden naar een PC Voorbereiding: • De computer inschakelen. • Gereed maken van mappen om beelden op de PC te ontvangen. (P163) • Als de werkgroep van de PC van bestemming veranderd is en niet meer de standaardinstelling heeft, dan dient u ook de instelling van dit toestel te veranderen in [PC-verbinding].
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Versturen van beelden naar een PC 1 Selecteer het menu. MENU 2 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [PC] > [Via netwerk] Druk op 3/4 om de verbindingsmethode te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op de WPS-knop op het draadloze toegangspunt om een verbinding tot stand te brengen. [WPS (knop)] b.v.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie 3 4 5 Druk op 3/4 om de PC te selecteren waarmee u een verbinding wilt maken en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Als de PC waarmee u verbinding wilt maken niet weergegeven wordt, selecteer dan [Handmatige invoer] en voer de computernaam van de PC in (naam van NetBIOS voor Apple Mac computers). Druk op 3/4 om de map van bestemming op de PC te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Controleer de instelling van de verzending en druk vervolgens op [MENU/SET].
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Als u niet zeker bent over de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Uit lijst]) • Bevestig encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de netwerkauthenticatie gecodeerd is. 1 2 Druk op 3/4 om het draadloze toegangspunt te selecteren waarmee u verbinding maakt en druk op [MENU/SET]. • Het drukken op [DISP.] zal het zoeken naar een draadloos toegangspunt opnieuw starten.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie Snel verbinding maken met dezelfde instellingen als voorheen Als de Wi-Fi-functie gebruikt wordt, wordt een record in de historie bewaard. U kunt de records als favorieten registreren. Met gebruik van de geschiedenis of de favorietenlijst kunt u gemakkelijk verbinding maken met dezelfde instellingen die u eerder gebruikte.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Bewerken van de geschiedenis die in favorieten geregistreerd is 1 Selecteer het menu. MENU 2 3 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Selecteer doelapparaat uit favorieten] Druk op 3/4 om de geschiedenis te selecteren in de lijst met favorieten die u wilt bewerken, en druk vervolgens op 1. Druk op 3/4 om het onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET].
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie [Wi-Fi setup] Menu Configureer de instellingen die nodig zijn voor de Wi-Fi-functie. De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding is. MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] [Wi-Fi-wachtwoord] U kunt de veiligheid verbeteren door de invoering van het password in te schakelen voor een directe verbinding met een smartphone. [ON] Verbindt de camera met de smartphone met gebruik van een SSID en een password.
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie [Wi-Fi-functievergrend.] Om incorrecte hantering of gebruik van de Wi-Fi functie door derden te voorkomen en om opgeslagen informatie te beschermen, wordt het aanbevolen dat u de Wi-Fi functie met een wachtwoord beschermt. Instellen van een wachtwoord zal automatisch het wachtwoord-invoerscherm weergeven wanneer de Wi-Fi functie gebruikt wordt. Voer een 4-cijferig nummer in als het wachtwoord.
12. Verbinding met andere apparatuur maken Beelden terugspelen op een TV-scherm Voorbereidingen: Het toestel en de televisie uitschakelen. 1 Verbind de camera en de TV met een HDMI-microkabel. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten. (Door de stekker schuin naar binnen te steken, of in de verkeerde richting, kan een slechte werking ontstaan door vervorming van de aansluiting.
12. Verbinding met andere apparatuur maken • Afhankelijk van de [Aspectratio] kunnen er zwarte stroken afgebeeld worden bovenaan en onderaan of links en rechts van de beelden. • Verander het beeldscherm op uw TV als het beeld met afgesneden boven- of onderkant weergegeven wordt. • De HDMI-uitvoer zal geannuleerd worden als een (bijgeleverd) USB-verbindingskabel gelijktijdig verbonden wordt.
12. Verbinding met andere apparatuur maken Bewaren van foto's en films op uw PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw PC. ∫ PC die gebruikt kan worden Het toestel kan op ongeacht welke PC aangesloten worden die in staat is massa-opslagapparatuur te herkennen. • Ondersteuning van Windows: Windows 7/Windows 8/Windows 8.
12. Verbinding met andere apparatuur maken • Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de PC communiceren, hoort u het alarm. Maak de USB-aansluitingskabel op veilige wijze los. Gebeurt dat niet dan kunnen gegevens verloren gaan. • Voordat u een kaart erin doet of verwijdert, het toestel uitzetten en de USB-aansluitkabel loskoppelen. Anders zouden gegevens beschadigd kunnen raken.
12. Verbinding met andere apparatuur maken Beelden afdrukken Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u de af te drukken beelden selecteren en opdracht geven dat het printen van start gaat op de monitor van de camera. • Groepsbeelden zullen niet als groepsbeelden maar als enkele beelden weergegeven worden. • Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw printer.
12. Verbinding met andere apparatuur maken 4 Afdrukinstellingen maken [Print met dat.] Stelt de datumafdruk in. [Aantal prints] Stelt het aantal af te drukken beelden in (tot 10 beelden). [Papierafmeting] Stelt het papierformaat in. [Lay-out pagina] Stelt in of al dan niet randen toegevoegd moeten worden en hoeveel beelden op ieder vel papier afgedrukt worden.
13. Overige Display Monitor/Display Zoeker • De beschrijvingen in dit gedeelte maken gebruik van het monitor beeldscherm als voorbeeld. In Opname MP4 50p 4:3 L ラュン 0 3.3 60 1 80 AWB 98 2 EXPS 1 Opnamefunctie (P36) š Kwaliteit (P125) A› Ø Ù AF-modus (P65) Photo Style (P122) ‰ Œ 50p 4:3 STD.
13. Overige 3 5 Huidige datum en tijd/Instelling reisbestemming¢2:“ (P133) Belichtingsmeter Zoom (P98) AWB VÐîÑ Ò 98 4 AF-zone (P68) R 8m30s Fijnafstelling witbalans (P75) Witbalans (P73) Aantal opneembare beelden (P29) Beschikbare opnametijd¢1 (P29) Puntfocussing (P125) ¢1 m: minuut, s: seconde Zelfontspanner (P91) ¢2 Dit wordt ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer de camera ingeschakeld wordt, nadat de klok ingesteld is en nadat van de afspeelmodus naar de opnamemodus geschakeld is.
13. Overige In Terugspelen 4:3 L 1/98 IRWR 80 0 F3.
13. Overige In Terugspelen Weergave van gedetailleerde informatie 60 F3.3 0 WB ISO AWB 80 P STD. 10:00 1.DEC.
13. Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [Sommige foto's kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden] • Dit kenmerk kan alleen gebruikt worden voor beelden die aan de DCF-standaard voldoen. Voer het formatteren (P28) op dit toestel uit na de benodigde gegevens op een PC, enz., bewaar te hebben.
13. Overige [Controleer om lekkage te voorkomen zorgvuldig of het klepje dicht is.] • Raadpleeg “Over het waarschuwingsbericht over waterlekkage” op P21 voor details. [Kan geen verbinding maken met draadloos toegangspunt]/[De verbinding is mislukt]/[Kan draadloos toegangspunt niet vinden] • De informatie van het draadloze toegangspunt die op dit toestel ingesteld is, is verkeerd. Controleer het authentificatietype, encryptietype en de encryptiesleutel.
13. Overige Problemen oplossen Probeer als eerste de volgende procedures (P183 tot P191). Als het probleem niet verholpen is, kan het verbeterd worden door de selectie van [Resetten] (P137) in het [Set-up]-menu. Batterijen en stroom Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat. Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is. • De batterij is op. Laad de batterij op. (P22) Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld. • [Besparing] is ingeschakeld.
13. Overige Het beeld is te licht of te donker. • Controleer of de belichting correct gecompenseerd is. (P70) Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen. • Is de aandrijfstand op een andere modus dan [Enkel] gezet? (P86) Het object is niet goed scherp. • Het onderwerp ligt buiten het brandpuntbereik van de camera. (P35) Het opgenomen beeld is wazig. De beeldstabilisator is niet doeltreffend.
13. Overige De helderheid van de tint van het gemaakte beelden verschilt van de eigenlijke scène. • Wanneer u onder fluorescente of LED-verlichting enz. opneemt, zou het verhogen van de sluitertijd kleine veranderingen m.b.t. de helderheid en de kleur met zich mee kunnen brengen. Deze veranderingen zijn een resultaat van de eigenschappen van de lichtbron en duiden niet op storing.
13. Overige Flitser De flits is niet geactiveerd. • Is de flitserinstelling op [Œ] gezet? > De flitserinstelling wijzigen. (P102) • Als de elektronische sluiter gebruikt wordt, is de flitser niet geactiveerd. > Zet [Sluitertype] op [MSHTR]. (P127) Monitor/Zoeker De monitor/zoeker gaat uit hoewel het toestel ingeschakeld is. • Als gedurende de ingestelde tijdsduur geen handelingen uitgevoerd worden, wordt [Auto LVF/ scherm uit] (P135) geactiveerd en schakelt de monitor/zoeker uit.
13. Overige Functies Wi-Fi Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht worden. Radiogolven verliezen hun verbinding. Het draadloze toegangspunt wordt niet weergegeven. ∫ Tips van algemene aard voor het gebruik van een Wi-Fi-verbinding • Gebruik het toestel binnen het communicatiebereik van het apparaat dat aangesloten moet worden. • Bevindt zich er een inrichting, zoals een microwave-oven, een draadloze telefoon, enz.
13. Overige Als ik probeer een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen met een PC met Windows 8, worden mijn gebruikersnaam en password niet herkend dus kan ik geen verbinding met de PC maken. • Sommige versies besturingssystemen, met inbegrip van Windows 8, maken gebruik van twee soorten accounts: een locale account en een Microsoft account. Controleer of u de gebruikersnaam en het password van de locale account gebruikt. De PC wordt niet herkend als ik een Wi-Fi-verbinding gebruik.
13. Overige TV, PC en printer Het beeld verschijnt niet op de TV. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? (P171) > Zet de TV-ingang op de HDMI-ingang. Kan niet met de PC communiceren. • Wordt de camera correct herkend door de PC? > Selecteer [PC] wanneer u verbinding maakt. (P173) > Schakel dit toestel uit en in. De kaart wordt niet door de PC herkend. (er wordt een SDXC-geheugenkaart gebruikt.) • Controleer of uw PC compatibel is met SDXC-geheugenkaarten.
13. Overige Overige [Voorzorgsmaatr.] wordt herhaaldelijk weergegeven wanneer dit toestel ingeschakeld wordt. • Druk op [MENU/SET] na het bekijken van het laatste scherm (12/12). Voor details, raadpleeg P13. Er klinkt een ratelend of gelijkaardig geluid uit de camera. • Dit is het geluid van de bewegende lens en is in de volgende gevallen geen storing: > Er wordt een ratelend geluid gehoord als u de camera schudt terwijl hij uitgeschakeld is of in de afspeelmodus staat.
13. Overige De zijklep zal niet sluiten. • Zitten onbekende deeltjes in het toestel vast? > Verwijder de onbekende deeltjes. (P14) • Bij het sluiten moet u de [LOCK] schakelaar niet in de vergrendelde stand zetten. Dit kan schade of lekkage veroorzaken. > Ontgrendel de schakelaar. (P20) Sommige delen van de camera, zoals de knoppen, de draaiknop en de zijklep, kunnen niet bewogen worden.
13. Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik De waterdichtheid/stofdichtheid en de anti-schokprestaties van de camera • Voor meer informatie, “(Belangrijk) Over de waterbestendige/stofbestendige en antischokprestatie van het toestel” (P12) raadplegen.
13. Overige Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon. Hierdoor kan ruis ontstaan met een nadelige invloed op beeld en/of geluid.
13. Overige Over de Monitor/Zoeker • Druk niet overmatig hard op de monitor. Anders kan namelijk een slechte werking veroorzaakt worden. • Als het toestel zeer koud wordt op koude plaatsen zoals ski-oorden of op grote hoogte, kan het zijn dat de werking van de monitor tijdelijk uitvalt onmiddellijk nadat dit toestel ingeschakeld wordt, bijv. het beeld op de monitor is iets donkerder dan normaal of er verschijnen spookbeelden. Houd de camera warm als hij in een koude omgeving gebruikt wordt.
13. Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. • Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen voorwerpen (paperclips, enz.).
13. Overige Kaart De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht. De kaart niet plooien of laten vallen. • De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen worden. • De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of vervoert.
13. Overige Wanneer u het toestel niet gebruikt gedurende een lange tijdsperiode • De batterij op een koele en droge plaats opbergen met een relatief stabiele temperatuur: (Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40%RH tot 60%RH) • De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen. • Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het toestel uitstaat.
13. Overige Functies Wi-Fi ∫ Gebruik de camera als een draadloze LAN-inrichting Wanneer u apparatuur of computersystemen gebruikt die betrouwbaardere veiligheid vereisen dan draadloze LAN-inrichtingen, zorg er dan voor dat de juiste metingen genomen worden voor veiligheidsontwerpen en -defecten voor de systemen die gebruikt worden. Panasonic zal geen verantwoordelijk op zich nemen voor schade die ontstaat bij het gebruiken van de camera voor andere doeleinden dan dat van een draadloze LAN-inrichting.
13. Overige • SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • De begrippen HDMI, HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing Administrator, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. • Adobe is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen. Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen. Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest van het huishoudelijk afval.