Operating instructions
48
ONDERHOUD & REINIGING ONDERHOUD & REINIGING
• Schakel de voeding uit voordat u het apparaat reinigt.
• Raak niet de aluminium vin aan, het scherpe deel kan letsel
veroorzaken.
REINIGINGSINSTRUCTIES
REINIGINGSINSTRUCTIES
• Gebruik geen benzeen, verdunner of schuurpoeder.
• Gebruik alleen zeep ( pH7) of milde reinigingsmiddelen
voor huishoudelijk gebruik.
• Gebruik geen water dat warmer is dan 40°C.
TIP
TIP
• Als u er zeker van wilt zijn dat de unit optimaal functioneert, is het
nodig regelmatig schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden
uit te voeren. Wanneer de unit vuil is, kan dat leiden tot storingen
en zal mogelijk foutcode “H99” verschijnen. Wij verzoeken u dan
de geautoriseerde dealer om advies te vragen.
OPGEPAST
CLOSE
OPEN
CLOSE
CLOSE
O
PEN
CLOSE
OPE
N
OPE
N
CLOSE
BINNENDEEL
BINNENDEEL
Veeg de installatie zachtjes
af met een zachte, droge
doek.
LUCHTFILTER
LUCHTFILTER
• Het is aan te raden de luchtfi lters om de
zes weken schoon te maken.
• Was/spoel de fi lters voorzichtig met water
om schade aan het oppervlakte van de
fi lters te voorkomen.
• Droog de fi lters goed in de schaduw, uit
de buurt van vuur of direct zonlicht.
2
2
Trek de inlaatrooster
Trek de inlaatrooster
langzaam naar
langzaam naar
beneden.
beneden.
3
3
Verwijder de luchtfi lter uit de
Verwijder de luchtfi lter uit de
lipjes en trek hem naar
lipjes en trek hem naar
beneden.
beneden.
1
1
Druk op de knoppen.
Druk op de knoppen.
Verwijderen
Verwijderen
VOOR SEIZOENSINSPECTIE, NADAT HET APPARAAT
VOOR SEIZOENSINSPECTIE, NADAT HET APPARAAT
LANG NIET IN GEBRUIK WAS
LANG NIET IN GEBRUIK WAS
• Controleer de batterijen van de afstandsbediening.
• Controleer de inlaat- en uitlaatopeningen op blokkades.
• Gebruik de Auto OFF/ON-toets om de koel-/verwarmingsfunctie te
kiezen; na 15 minuten looptijd is het volgende temperatuurverschil tussen
inlaat- en uitlaatlucht normaal:
Bij koelen: ≥ 8°C Bij verwarmen: ≥ 14°C
OMSTANDIGHEDEN WAARIN U HULP MOET
OMSTANDIGHEDEN WAARIN U HULP MOET
INROEPEN
INROEPEN
SCHAKEL DE STROOMTOEVOER UIT en consulteer een
bevoegde installateur, onder de volgende omstandigheden:
• Een abnormaal lawaai tijdens de werking.
• Water of vreemde deeltjes zijn in de afstandsbediening
binnengedrongen.
• Er lekt water uit de binnendeel.
• De zekering springt regelmatig uit.
• De stroomdraad wordt onnatuurlijk warm.
• De schakelaars of knoppen werken niet zoals het hoort.
BIJ LANGDURIGE INACTIVITEIT
BIJ LANGDURIGE INACTIVITEIT
• Activeer de verwarmingsmodus gedurende 2~3 uur, om de vochtigheid,
die achtergebleven is in de binnendelen, volkomen te verwijderen.
• Schakel de voeding uit.
• Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.