Operation Manual
53
B Loodrechte vlakke straal voor horizontale werkrichting (voor grotere oppervlakken)
C Ronde straal voor hoeken, randen en moeilijk toegankelijke plaatsen.
4. Plaats de spuitkop in de afneembare houder bij de basiseenheid. Breng de draagriem met de
basiseenheid en verfspuit in de draagpositie.
5. Richt het spuitpistool op een testoppervlak of een stuk karton, voordat u met het apparaat
het eigenlijke werkoppervlak gaat bewerken.
6. Stel de aan-/uitschakelaar op positie 1. Zodra u het apparaat met de aan-/uitschakelaar hebt
geactiveerd, stroomt een continue luchtstroom uit de spuitkop.
7. Activeer het spuitmechanisme zolang, tot er verf naar buiten treedt.
8. Met het stelwiel aan het spuitpistool kunt u de hoeveelheid
verf regelen en zodoende de sterkte instellen van de verfstraal.
Draai het stelwiel met de wijzers van de klok mee, om de straal
te verminderen en tegen de wijzers van de klok in, om deze te
vergroten. Bij kleinere oppervlakken raden wij een geringere
hoeveelheid verf aan, zodat de laag van de aangebrachte verf
niet te dik wordt. Stel de hoeveelheid verf zodanig in, dat de
verf gelijkmatig wordt verdeeld en er geen dunne verfstraal
ontstaat, die tot vlekvorming leidt.