Operation Manual

58
Montage (afb. 34)
• Schuif het velglint over het ventiel en steek het ventiel vervolgens door de opening in de velg.
Bevestig de ventielmoer. U kunt het velglint nu gemakkelijk op zijn plaats brengen.
• Zorg ervoor dat alle spaaknippels zijn afgedekt.
Banden (afb. 35)
Druk de onderkant van de buitenband over de velgrand. Begin hiermee achter het ventiel.
Pomp zoveel lucht in de binnenband dat deze rond begint te worden, en leg de binnenband
dan in de buitenband.
Controleer of de binnenband over de gehele lengte glad in de buitenband zit en laat als dit
niet het geval is, wat lucht uit de band lopen. Nu kunt u de bovenzijde van de band met beide
handen voorzichtig op zijn plaats brengen. Begin hiermee tegenover het ventiel en werk naar
het ventiel toe.
34 35
Oppompen
Controleer rondom aan weerszijden of de binnenband niet tussen de hiel van de band en de
velg zit ingeklemd.
Duw het ventiel iets terug en trek het weer naar buiten, zodat de binnenband goed om het
ventiel komt te zitten.
Pomp de band nu zover op dat deze nog goed met de duim kan worden ingedrukt. Als de
afstand tussen de controlelijnen aan weerszijden van de band en de velg overal even groot
is, is de band goed gecentreerd. Laat anders de band weer leeglopen en richt hem opnieuw
uit. Pomp de band nu op tot deze de maximale bandenspanning heeft (zie de opdruk op de
band), bevestig het stofkapje op het ventiel en draai het kapje stevig vast.