Operation Manual
50
Aanwijzing!
Draai de twee bouten A tussen de zwenkwieladapter en het frame los (afb. 26).
De stuurwieladapter kan nu traploos over de framebuis worden verschoven.
Met behulp van de meegeleverde waterpas kunt u bepalen in welke stand de
schroefas parallel loopt aan de grond.
Aanwijzing!
Vergeet niet de lenskopbouten weer stevig aan te trekken. Het juiste
aanhaalmoment bedraagt 8 Nm (afb. 26).
26
A
6.4 De kniehevelrem
Als u de stand van de aandrijfwielen wilt veranderen, verdient het aanbeveling eerst de beves-
tigingsbouten van de klemadapters voor de kniehevelrem los te draaien en deze naar voren te
schuiven. Als de aandrijfwielen in de juiste stand staan, wordt de kniehevelrem zo gemonteerd
dat de binnenwerkse afstand tussen band en remaandrukbout bij niet-bediende rem maximaal
4 mm bedraagt (technische wijzigingen voorbehouden) (afb. 27). Controleer regelmatig of de
bandenspanning van de aandrijfwielen in orde is en of de remmen goed werken. De juiste ban-
denspanning is op de banden aangegeven, maar moet minimaal 3,5 bar (350 kPa) bedragen.
Om zeker te kunnen zijn van een goede remwerking, mogen er alleen originele aandrijfwielen
worden gebruikt met een gecontroleerde hoogteslag van maximaal ±1 mm.
Aanwijzing!
Vergeet niet na het veranderen van een instelling de bouten en moeren weer stevig
aan te draaien!
Aanwijzing!
De bevestiging van de kniehevelrem moet worden aangedraaid met een
aanhaalmoment van 10 Nm.