Operation Manual
49
Gevaar!
Houd er rekening mee dat u, als de aandrijfwielen ver naar voren staan, bij een 
ongunstige lichaamshouding zelfs op een vlakke ondergrond al achterover kunt 
kantelen!
Gevaar! 
Ongeoefende rolstoelgebruik(st)ers wordt dringend aanbevolen een anti-kiepsteun 
te gebruiken. Ditzelfde geldt voor een situatie waarbij de aandrijfwielen in de 
uiterste stand staan.
Gevaar!
Bij personen bij wie één of beide bovenbenen zijn geamputeerd, moeten de 
aandrijfwielen beslist naar achteren worden verzet!
Aanwijzing!
Voor de Start M1 Intro, M2 Effect, M3 Hemi en M6 Junior: draai de bouten 
A van de aandrijfwieladapter (afb. 20) los uit het frame en bevestig de 
aandrijfwieladapter omgekeerd in de gewenste positie. Als de contramoer aan de 
buitenzijde van het frame wordt versteld, kan de afstand tussen aandrijfwiel en 
zijdeel traploos worden ingesteld.
Aanwijzing!
Vergeet niet na het veranderen van een instelling de bouten en moeren weer 
stevig aan te trekken. Het juiste aanhaalmoment voor de schroefverbinding van de 
aandrijfwieladapter bedraagt 8 Nm.
Aanwijzing!
Bij de Start M4 XXL en M5 Comfort moeten de 4 bouten B (afb. 21) die de 
aandrijfwieladapter verbinden met het frame, worden losgedraaid en verwijderd. 
De adapter kan dan over de framebuis en de kunststofadapter in de gewenste 
positie worden geschoven.
Als u de basisinstelling af fabriek wilt veranderen, moeten enkele onderdelen van de rolstoel 
opnieuw worden ingesteld (zie punt 6.3 en 6.4).
6.3 De zwenkwielen
Balhoofdhoek instellen (afb. 26)
Nadat u de aandrijfwielen heeft gemonteerd in de stand die voor u het prettigst is, moet de 
balhoofdhoek opnieuw worden ingesteld.
Voor een optimaal rijgedrag van de rolstoel moet de schroefas zoveel mogelijk parallel lopen aan 
de grond. Met behulp van de zwenkwieladapter kunt u de hoek traploos instellen.










