Operation Manual

6 Instellingen
6.1 Voorwaarden
WAARSCHUWING
Verkeerd uitgevoerde instelwerkzaamheden
Omkantelen, vallen of een verkeerde houding van de gebruiker door verkeerde instellingen
Instel- en montagewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door daarvoor opgeleide vakspecia
listen.
Er mogen alleen instelwerkzaamheden worden verricht die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven.
Om de stabiliteit niet in gevaar te brengen, moeten de instellingen binnen de toegestane instelgebieden lig
gen (zie dit hoofdstuk en het hoofdstuk "Technische gegevens"). Neem bij vragen contact op met de klanten
service van de fabrikant (zie de achterkant van de omslag voor de adressen).
Voer controles altijd uit in aanwezigheid van een tweede persoon die u hierbij kan helpen.
Tenzij uitdrukkelijk anders beschreven, mogen instelwerkzaamheden niet worden uitgevoerd terwijl er iemand
in het product zit.
Zorg er bij alle controles voor dat de gebruiker niet uit het product kan vallen.
Draai alle schroefverbindingen stevig aan, voordat u de gewijzigde instellingen gaat testen terwijl de gebruiker
in het product zit.
Controleer voor aflevering van het product of het goed functioneert.
VOORZICHTIG
Schroefverbindingen niet geborgd
Klemmen, beknellen; omkantelen, vallen van de gebruiker door montagefouten
Draai na het verrichten van in- en verstelwerkzaamheden de bevestigingsbouten en -moeren altijd weer stevig
aan. Houd u daarbij aan de voorgeschreven aanhaalmomenten.
Vervang schroefverbindingen met schroefdraadborging na het losdraaien door nieuwe of borg de oude even
tueel met een schroefdraadborgmiddel van gemiddelde sterkte (bijv.Loctite® 241).
VOORZICHTIG
Verkeerd gebruik van zelfborgende moeren
Omkantelen, vallen van de gebruiker door het losraken van schroefverbindingen
Vervang zelfborgende moeren na demontage altijd door nieuwe zelfborgende moeren.
Het nauwkeurig afstemmen en instellen van het product op de concrete fysieke en psychische situatie van de
gebruiker moet altijd gebeuren in aanwezigheid van de gebruiker.
Vóór het instellen dienen alle onderdelen van het product grondig te worden gereinigd.
De voor de instel- en onderhoudswerkzaamheden benodigde gereedschappen staan vermeld in het hoofdstuk "Bij
lagen" (zie pagina34 e.v.).
6.2 Aandrijfwielen instellen
WAARSCHUWING
Fijnafstelling van de aandrijfwielen niet uitgevoerd
Omkantelen, vallen van de gebruiker door instelfouten
Controleer de voorinstellingen van de rolstoel op kantelstabiliteit en werking van de aandrijfwielen. Vermijd
extreme instellingen.
WAARSCHUWING
Verkeerd ingestelde wielbasis
Omkantelen, vallen van de gebruiker door instabiele instellingen
Houd er rekening mee dat gebruikers als de aandrijfwielen ver naar voren staan en bij een ongunstige
lichaamshouding zelfs op een vlakke ondergrond al achterover kunnen kantelen.
Gebruik voor ongeoefende gebruikers en wanneer de aandrijfwielen ver naar voren of naar achteren staan,
een antikiepsteun.
Verzet voor gebruikers bij wie één of beide onderbenen geamputeerd zijn, de aandrijfwielen altijd naar achte
ren. Dit vergroot de stabiliteit van de rolstoel.
9Avantgarde 4
Instellingen