Operation Manual

47
6.6.2 Zittingbespanning naspannen
De zittingbespanning hoeft bij het gebruiksklaar maken van een nieuwe rolstoel gewoonlijk niet te worden aange
past. Verandering van de mate waarin de zittingbespanning doorhangt, is wel mogelijk. Correcties van het zwaarte
punt moeten worden uitgevoerd door het veranderen van de instellingen van het frame, de aseenheid en de zwenk
wielen.
Zittingbespanning 'ultralight'
De zittingbespanning 'ultralight' heeft geen instelmogelijkheden.
Zittingbespanning 'naspanbaar' en zittingbespanning met opbergvakken
> Voorwaarde: Het zitkussen is verwijderd.
1) Verwijder de beschermkap (zie afb.48, pos 1).
2) Trek de zittingbespanning uit de kruisschoor (zie afb.48, pos.2).
3) Maak het klittenband aan de onderkant van de zittingbespanning los (zie afb.49).
4) Trek de zittingbespanning strakker aan.
5) Maak het klittenband weer vast.
6) Schuif de zittingbespanning op de kruisschoor.
7) Breng de beschermkap terug op zijn plaats.
8) Vouw de rolstoel uit. De kruisschoor moet nu helemaal in de steunen vallen.
48 49
6.7 Beensteunen instellen
De afstand tussen de voetsteunen en de zitting beïnvloedt de stabiliteit waarmee de gebruiker in de rolstoel zit. De
hoogte-instelling heeft invloed op het bekken en de zitbeenderen.
6.7.1 Onderbeenlengte instellen
Hoe hoog de voetsteunen moeten worden ingesteld, is afhankelijk van de lengte van de onderbenen van de gebrui
ker en van de dikte van het gebruikte zitkussen.
Beensteunen/voetbeugels bij de Avantgarde DS
1) Draai de inbusbout in het voorframe los (zie afb.50).
23Avantgarde 4
Instellingen