Operation Manual

Stand aandrijfwiel Effecten
Rolstoel kan bij het overwinnen van hindernissen gemakkelijker achterover
worden gekanteld
Door verplaatsing van het zwaartepunt zit de gebruiker verder naar achte
ren/stabieler in de rolstoel
Door ook de zwenkwielen in hoogte te verstellen, kunt u de zithoogte ver
der aanpassen
Naar onderen verzetten
Hoe lager het aandrijfwiel zit, hoe minder de zitting naar achteren helt
Rolstoel kan bij het overwinnen van hindernissen moeilijker achterover
worden gekanteld
Door ook de zwenkwielen in hoogte te verstellen, kunt u de zithoogte ver
der aanpassen
6.2.2.1 Instellen in de aandrijfwieladapter
Het aandrijfwiel kan op zes verschillende hoogtes in de aandrijfwieladapter worden gemonteerd (zie afb.74 resp.
zie afb.76 in het hoofdstuk "Technische gegevens"). Door de aandrijfwieladapters aan de linker- en de rechterkant
om te wisselen en tegelijkertijd te draaien, zijn er nog eens zes hoogtestanden mogelijk (zie afb.75 resp. zie
afb.77 in het hoofdstuk "Technische gegevens").
Hoogte instellen binnen de aandrijfwieladapter
1) Draai de moeren aan weerszijden van de steekashouder een stukje los (zie afb.7, zie afb.8).
2) Trek de afstandsringen (zie afb.9, pos.2 en 3) zo ver naar buiten, dat u de steekashouder kunt verschuiven.
3) Verschuif de steekashouder met de moeren, de afstandsringen en de huls tot hij in de gewenste stand staat.
4) Let bij de montage van de steekashouder op het volgende:
Wielvlucht instellen: via de hoek van het boorgat in de steekashouder (zie afb.10, pos.1, zie pagina13
voor de beschrijving).
5) Draai de moeren aan weerszijden van de steekashouder aan met 40Nm.
De linker en de rechter steekashouder moeten na het verzetten op dezelfde hoogte in de aandrijfwieladapter zit
ten.
7 8
9 10
12
Instellingen
Avantgarde 4