Operation Manual

47
Nl
Film Mode
*2
` Video:
Werkt niet in “3:2” of “2:2”.
` Auto:
Past zich aan de beeldbron aan, door het automatisch
selecteren van “Picture Mode”.
` 3:2:
Geselecteerd wanneer beeldbron film, enz. is.
` 2:2:
Geselecteerd indien de beeldbron computerafbeel-
dingen, animaties, enz. zijn.
De AV-receiver stelt afhankelijk van de beeldbron in en
verwerkt “3:2” of “2:2” (Film Mode). De bron wordt
automatische naar het juiste progressieve signaal gecon-
verteerd om de natuurlijke kwaliteit van het originele
beeld te reproduceren.
Als de instelling “Film Mode” op “Auto” staat, detecteert
de AV-receiver automatisch de beeldbron en verwerkt die
in “3:2” of “2:2”. In sommige gevallen zal het beeld
echter beter zijn als u “Film Mode” zelf instelt.
Opmerking
Indien de “Game Mode” instelling op “On” ( 46) staat, staat
deze instelling vast op “Video”.
Edge Enhancement
*2
` 0 tot +10
Met deze instelling kunt u de scherpte van randen in het
het beeld bijregelen. “0” is het zachtst. “+10” is het
scherpst.
Noise Reduction
*2
` Off:
Ontstoring uit.
` Low
:
Vermindering van lage ruis.
` Mid:
Vermindering van gemiddelde ruis.
` High:
Vermindering van hoge ruis.
Met deze instelling kunt u ruis op het scherm verminde-
ren.
Opmerking
Indien de “Game Mode” instelling op “On” ( 46) staat, staat
deze instelling vast op “Off”.
Brightness
*1*2
` –50 tot 0 tot +50
Met deze instelling kunt u de beeldhelderheid bijre-
gelen. “–50” is het donkerst. “+50” is het helderst.
Contrast
*1*2
` –50 tot 0 tot +50
Met deze instelling kunt u het contrast bijregelen.
–50” is het laagst. “+50” is het hoogst.
Hue
*1*2
` –20 tot 0 tot +20
Met deze instelling kunt u de rood/groen-balans bij-
regelen. “–20” is het sterkst groen. “+20” is het
sterkst rood.
Saturation
*1*2
` –50 tot 0 tot +50
Met deze instelling kunt u de verzadiging bijregelen.
–50” zijn de zwakste kleuren. “+50” zijn de sterkste
kleuren.
Tip
*1
Deze procedure kan ook worden uitgevoerd vanaf de afstands-
bediening met behulp van het hoofdmenu ( 22).
*2
Druk op CLR als u de standaardwaarde wilt terugzetten.
U kunt een standaard luistermodus toewijzen aan elke
ingangsbron, die daarop automatisch wordt geselecteerd
als u de ingangsbron selecteert. U kunt bijvoorbeeld de
standaard luistermodus instellen, die moet worden
gebruikt bij Dolby Digital ingangssignalen. U kunt andere
luistermodus selecteren tijdens de weergave, maar de hier
gespecificeerde modus zal weer worden gebruikt nadat de
AV-receiver op standby is gezet.
Hoofdmenu Listening Mode Preset
Analog / PCM
Met deze instelling kunt u de luistermodus opgeven die
moet worden gebruikt als een analoog (CD, TV, LD,
VHS, MD, draaitafel, radio, cassette, kabel, satelliet,
enz.) of PCM digitaal (CD, DVD, enz.) audiosignaal
wordt weergegeven.
Mono/Multiplex Source
Met deze instelling kunt u de luistermodus opgeven die
moet worden gebruikt bij de weergave van een mono
digitaal audiosignaal (DVD, enz.).
2ch Source
Met deze instelling specificeert de standaard luistermo-
dus voor 2-kanaals (2/0) stereobronnen in een digitaal
formaat, zoals Dolby Digital of DTS.
Listening Mode Preset
1
Gebruik q/w voor het selecteren van de ingangs-
bron die u wilt instellen, en dan drukken op
ENTER.
Het volgende menu wordt zichtbaar.
Voor de TUNER ingangsselector is alleen “Analog
beschikbaar.
Opmerking
Als u een ingangscomponent (zoals een UP-A1 docking-
station met een iPod) aansluit op de UNIVERSAL
PORT, dan kunt u alleen luistermodi voor analoog geluid
toewijzen aan de PORT-selector.
2
Gebruik q/w voor het selecteren van het signaal-
formaat die u wilt instellen, en gebruik daarna
e/r voor het selecteren van een luistermodus.
Alleen luistermodi die kunnen worden gebruikt in
combinatie met dat ingangssignaalformaat kunnen
worden geselecteerd ( 31 tot 35).
De optie “Last Valid” betekent dat de laatst geselec-
teerde luistermodus gebruikt zal worden.
1. BD/DVD
2. VCR/DVR
3. CBL/SAT
4. GAME
5. PC
6. AUX
7. TUNER
8. TV/CD
9. PORT
5. Listening Mode Preset