Operation Manual

Geavanceerde bediening
Nl-69
Bedienings-
procedure
( page 59)
Intelligent volume
Intelligent volume
` –12dB tot 0dB
tot +12dB in stappen van 1 dB
Met IntelliVolume kunt u het ingangsniveau voor elke
ingangsselector individueel instellen. Dit is nuttig
indien een van de broncomponenten luider of zachter
is dan de andere.
Gebruik e/r om het niveau in te stellen.
Als een component duidelijk luider is dan de andere
luidsprekers, gebruik dan e om het invoerniveau te
verminderen. Als het duidelijk zachter is, gebruik dan
de r om het ingangsniveau te verhogen.
Opmerking
IntelliVolume werkt niet voor Zone 2/3.
Audio/video synchronisatie
Audio/video synchronisatie
` 0msec
tot 800msec in stappen van 5 msec
Bij gebruik van progressieve scanning op uw Blu-ray
Disc/dvd-speler, kunt u de indruk krijgen dat het beeld
en het geluid niet synchroon lopen. Met deze
instelling kunt u dit corrigeren door de audiosignalen
te vertragen.
Druk op ENTER om het tv-beeld tijdens het instellen
van de vertraging te zien wanneer de videobron wordt
weergegeven op HDMI OUT MAIN.
Druk om terug te gaan naar het vorige scherm op de
toets RETURN.
De waardenreeks die u kunt aanpassen kan
verschillen, afhankelijk van het gegeven of uw tv of
display HDMI Lip Sync ondersteunt, en als de “Lip
Sync” instelling op “Aan” staat of niet ( pagina 75).
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar in elk van de volgende
gevallen:
–DeTV audio-uitgang (Hoofd)” instelling staat op Aan
( pagina 74) of de “TV audio-uitgang (Sub)” instelling
staat op “Aan” ( pagina 74) en u luistert via de
luidsprekers van uw TV.
–“HDMI CEC (RIHD)” staat op “Aan” ( pagina 73) en u
luistert via de luidsprekers van uw tv.
A/V Sync wordt uitgeschakeld als de luistermodus Pure
Audio of Direct wordt gebruikt bij een analoge ingangsbron.
Deze instelling kan niet worden gebruikt met de NET, USB
en BLUETOOTH ingangsselectoren.
Programmanaam bewerken
U kunt een eigen naam invoeren voor elke
ingangsselector en voorkeuzezender om de
identificatie te vergemakkelijken. Indien er een naam
is ingevoerd, wordt deze op het scherm zichtbaar.
De eigen naam wordt bewerkt vanaf het
toetsenbordscherm.
Naam
a Schakelt tussen kleine- en hoofdletters.
*1
b De cursor naar links of rechts verplaatsen in
het invoergebied naam.
c Verplaatst de cursor achterwaarts en
verwijdert een teken.
*2
d Vult een spatieteken in.
e Bevestigt uw selectie.
Tip
Voor het benoemen van een voorkeuzezender, gebruik
TUNER voor het selecteren van AM of FM, en selecteer
daarna de voorkeuzezender ( pagina 40).
Om een standaardnaam te herstellen, wist u alle tekens
met CLR, selecteer “OK” en druk daarna op ENTER.
*1
Dit kan ook worden uitgevoerd vanaf de
afstandsbediening met behulp van de toets +10.
*2
Druk op CLR op de afstandsbediening om alle tekens te
verwijderen die u heeft ingevuld.
Opmerking
Deze instelling kan niet worden gebruikt voor de NET, USB
en BLUETOOTH ingangsselectoren.
1
Gebruik q/w/e/r om een teken te selecteren,
en druk vervolgens op ENTER.
Herhaal deze stap om tot 10 lettertekens in te
voeren.
2
Zorg ervoor wanneer u klaar bent om voor het
opslaan van een naam “OK” te selecteren via
q/w/e/r, en daarna op ENTER te drukken.
BD/DVD
4-4. Programmanaam bewerken
Naam
+10 CLR
a b c d e f g h i j k l m
n o p q r s t u v w x y z
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 – ^ \
Space
Back Space
Shift OK
, . / ; : @ [ ]
Shift Alles wissen
A B C D E F G H I J K L M
N O P Q R S T U V W X Y Z
+ ?
` { } < >
! ˝ # $ % &
) ( _ = | ˜
Shift Alles wissen
+10 CLR
Space
Back Space
Shift OK
a eb d c
Invoergebied naam
*1 *2