Operation Manual
Inschakelen & basisbediening
Nl-26
Het is noodzakelijk de draadloze LAN-instelling uit te
voeren om een draadloze netwerkverbinding te
verkrijgen. De instelling kan automatisch of
handmatig worden uitgevoerd.
U gebruikt uw AV-receiver draadloze client
(draadloze aansluiting) en sluit deze aan op een PC
of op het internet.
Automatische draadloze LAN-instelling
Instellingen van het draadloze netwerk
uitvoeren
Een draadloos LAN (WLAN) is een lokaal
zonenetwerk dat steunt op draadloze
communicatie.
Voor het tot stand brengen van een draadloze
netwerkverbinding moet u over de volgende
component beschikken:
■ Toegangspunt
Ook bekend als basisstation. Het verbindt uw AV-
receiver (draadloze client) met een PC of netwerk.
Toegangspunten vallen in twee categorieën: het
brugtype dat alleen gegevensoverdracht uitvoert in
een lokaal zonenetwerk of het routertype dat
beschikt over een ingebouwde routerfunctie.
1
Druk op RECEIVER gevolgd door HOME.
2
Gebruik e/r of q/w om “Setup” te selecteren,
en druk vervolgens op ENTER.
3
Gebruik q/w om “Hardware Setup” te
selecteren, en druk vervolgens op ENTER.
4
Gebruik q/w om “Network” te selecteren, en
druk vervolgens op ENTER.
5
Gebruik q/w om “Network Connection” te
selecteren, en e/r om “Wireless” te
selecteren, en druk vervolgens op ENTER
(➔ pagina 71).
Het “Wireless Setup” menu wordt weergegeven.
Tip
• Dezelfde instelling is beschikbaar zelfs als “Wireless”
bij de oorspronkelijke installatie op “Network
Connection” is ingesteld (➔ pagina 22).
6
Druk op q/w om “Push Button Configuration
(Select from Router)” te selecteren, en druk op
ENTER.
De methode voor het aanbrengen van
instellingen door “Push Button Configuration”
wordt weergegeven en biedt de volgende twee
mogelijkheden:
■ Druktoets methode
1. Gebruik q/w om “Push Button” te selecteren,
en druk vervolgens op ENTER.
2. Druk op de WPS-toets op uw
Toegangspuntapparaat.
Tip
• Hoe lang de WPS-toets moet worden ingedrukt
verschilt afhankelijk van het type
Toegangspuntapparaat. Zie de handleiding
meegeleverd met uw Toegangspuntapparaat voor de
bediening.
■ PIN-code methode
1. Gebruik q/w om “PIN Code” te selecteren, en
druk vervolgens op ENTER.
Een 8-cijferige PIN-code wordt weergegeven.
De PIN-code wordt weergegeven bij het
schuiven op het AV-receiver display.
2. Voer de meegeleverde code in op uw
Toegangspunt.
Voor details over het registratieproces,
raadpleeg de gebruiksaanwijzing
meegeleverd met uw Toegangspuntapparaat.
7
Druk op ENTER om te bevestigen.
De aansluiting op het toegangspunt wordt
uitgevoerd en de Wi-Fi-indicator knippert. Na
voltooiing van de aansluiting op uw
toegangspunt, gaat de Wi-Fi-indicator branden
en wordt de aansluitingsstatus weergegeven op
het scherm.
Dit beëindigt de draadloze LAN-instelling.
U kunt uw instelling controleren met de “Status”
optie in het “Wireless Setup” menu.
Opmerking
• Als het indicatielampje Wi-Fi niet brandt, is de
aansluiting op uw toegangspunt niet goed uitgevoerd.
Stel deze instellingen opnieuw in (➔ pagina 84).










