Operation Manual
Bijlage
Nl-64
■ Alleen de voorluidsprekers produceren geluid
■ Alleen de middenluidspreker produceert geluid
■ De surround luidsprekers produceren geen
geluid
■ De middenluidspreker produceert geen geluid
■ De subwoofer produceert geen geluid
■ Er is geen geluid bij een bepaald signaalformaat
■ Kan de luistermodus Pure Audio niet selecteren
■ Geen 5.1 weergave
■ Het vereiste geluidsniveau van de luidsprekers
kan niet worden ingesteld
■ Er is ruis hoorbaar
■ De Late Night-functie werkt niet
■ Over de DTS signalen
■ Het begin van audio die wordt ontvangen door
een HDMI IN is niet hoorbaar
■ Er is geen beeld
Specificeer de luidsprekerafstanden en regel de individuele
luidsprekerniveaus. (➔ pagina’s 47, 48)
Controleer of de luidspreker meetmicrofoon niet meer
aangesloten is.
Het ingangssignaalformaat is ingesteld op “PCM” of “DTS”.
Zet het op “Off”. (➔ pagina 51)
Met de Stereo of Mono-luistermodus geselecteerd,
produceren alleen de voorste luidsprekers en de
subwoofer geluid. (➔ pagina 37)
Zorg dat de luidsprekers correct geconfigureerd zijn.
(➔ pagina 46)
Indien u de Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic II
Music, of Dolby Pro Logic II Game luistermodus gebruikt
met een monobron, zoals een AM-radiostation of mono TV-
programma is het geluid geconcentreerd in de
middenluidspreker.
Zorg dat de luidsprekers correct geconfigureerd zijn.
(➔ pagina 46)
Wanneer de T-D (Theater-Dimensional), T-D of Stereo of
Mono-luistermodus is geselecteerd, produceren de
surround luidsprekers geen geluid.
Naargelang de bron en de actuele luistermodus, kan het
gebeuren dat er niet veel geluid wordt geproduceerd door
de surround luidsprekers. Probeer een andere
luistermodus te selecteren. (➔ pagina 35)
Zorg dat de luidsprekers correct geconfigureerd zijn.
(➔ pagina 46)
Bij het selecteren van de Stereo of Mono-luistermodus,
geeft de centrale luidspreker geen geluid.
Zorg dat de luidsprekers correct geconfigureerd zijn.
(➔ pagina 46)
Bij de weergave van bronmateriaal dat geen informatie in
het LFE kanaal bevat, produceert de subwoofer geen
geluid.
Zorg dat de luidsprekers correct geconfigureerd zijn.
(➔ pagina 46)
Controleer de instellingen van de digitale audio-uitgang op
het aangesloten apparaat. Bij sommige spelconsoles,
zoals deze die DVD ondersteunen, is de standaard-
instelling uit.
Bij sommige DVD-videodiscs moet u een audio-
uitgangsformaat kiezen in een menu.
Naargelang het ingangssignaal kunnen sommige
luistermodus niet worden geselecteerd. (➔ pagina’s 35 op
38)
De Pure Audio luistermodus kan niet worden geselecteerd
als Zone 2 aan staat.
U kunt niet altijd alle luistermodes selecteren, afhankelijk
van het aantal aangesloten luidsprekers. (➔ pagina’s 35
op 38)
Als het volume van elke afzonderlijke luidspreker is
geregeld, dan kan het maximum volume verlaagd worden.
(➔ pagina 48)
Als het volume van elke afzonderlijke luidspreker is
ingesteld op hoge positieve waarden, dan kan het
maximum hoofdvolume verlaagd worden. Merk op dat de
volumesterktes van de afzonderlijke luidsprekers
automatisch worden ingesteld nadat de Audyssey MultEQ
®
ruimtecorrectie en luidsprekerinstelling is uitgevoerd.
(➔ pagina’s 21, 48)
Het gebruik van kabelbinders om audio-snoeren samen te
binden met stroomkabels, luidsprekerkabels, enz. kan de
audioprestaties doen afnemen. Vermijd dit daarom.
Een audiokabel kan storing oppikken. Probeer de kabels
anders te leggen.
Controleer of het bronmateriaal Dolby Digital, Dolby Digital
Plus, of Dolby TrueHD is. (➔ pagina 43)
Als een DTS programmamateriaal eindigt en de DTS
bitstream stopt, blijft de AV-receiver in de DTS
luistermodus, en blijft de dts indicator aan. Dat is zo om
ruis te voorkomen tijdens het pauzeren, het snel vooruit of
terugspoelen van uw speler. Als u uw speler omschakelt
van DTS naar PCM, kan het zijn dat u geen geluid hoort
omdat de AV-receiver formaten niet meteen omschakelt. In
dat geval kunt u het afspelen het beste stoppen en na drie
seconden weer hervatten.
Bij sommige CD- en LD-spelers kunt u DTS-materiaal niet
correct weergeven, hoewel uw speler verbonden is met
een digitale ingang van de AV-receiver. Dit is gewoonlijk
omdat de DTS bitstream bewerkt werd (bijv.
uitgangsniveau, sampling-frequentie of
frequentieweergave veranderd) en de AV-receiver deze
niet herkent als een origineel DTS signaal. In dergelijke
gevallen kan het gebeuren dat u ruis hoort.
Bij de weergave van DTS programmamateriaal kan het bij
pauzeren, snel vooruit of terug spoelen gebeuren dat u een
kort ruisgeluid hoort. Dit is geen storing.
Omdat het langer duurt om het formaat van een HDMI-
signaal te identificeren dan bij andere digitale
audiosignalen, start de audio-output mogelijk niet meteen.
Video
Controleer of alle video-stekkers volledig ingestoken zijn.
(➔ pagina 17)
Controleer of elke videocomponent correct is aangesloten.
(➔ pagina 14)
Indien de videobron aangesloten is op een component
videosignaal, moet u die ingang toewijzen aan een
ingangsselector, en moet uw TV aangesloten zijn op
COMPONENT VIDEO OUT. (➔ pagina’s 14, 46)
Indien de videobron aangesloten is op een composiet
video-ingang, moet uw TV worden aangesloten op de
overeenkomstige composiet video-uitgang. (➔ pagina 14)
Indien de videobron aangesloten is op een HDMI-ingang,
moet u die ingang toewijzen aan een ingangsselector, en
moet uw TV aangesloten zijn op HDMI OUT.
(➔ pagina’s 14, 45)










