Operation Manual
Nl-127
NET/USB—Vervolg
MAC-adres
Dit is het MAC (Media Access Control)-adres van de
AV-receiver. Dit adres kan niet worden gewijzigd.
DHCP
Deze instelling bepaalt of de AV-receiver al dan niet
DHCP gebruikt om de instellingen van zijn IP-adres,
subnet mask, gateway en DNS-server automatisch te
configureren.
Inschakelen: DHCP ingeschakeld.
Uitschakelen: DHCP uitgeschakeld.
Als u “Uitschakelen” selecteert, moet u de “IP-adres”,
“Subnetmasker”, “Gateway” en “DNS server”
instellingen zelf configureren.
IP-adres
Als u de “DHCP” instelling op “Uitschakelen” zet, moet
u een IP-adres opgeven. Voer een statisch IP-adres in dat
u van uw internetprovider hebt ontvangen.
Het IP-adres moet binnen de volgende bereiken liggen.
Klasse A: 10.0.0.0 tot 10.255.255.255
Klasse B: 172.16.0.0 tot 172.31.255.255
Klasse C: 192.168.0.0 tot 192.168.255.255
De meeste routers gebruiken een klasse C IP-adres.
Subnetmasker
Als u de “DHCP” instelling op “Uitschakelen” zet, moet
u een subnet mask-adres opgeven.
Voer het subnet mask-adres in dat u van uw
internetprovider hebt ontvangen (meestal:
255.255.255.0).
Gateway
Als u de “DHCP” instelling op “Uitschakelen” zet, moet
u een gateway-adres opgeven.
Voer het gateway-adres in dat u van uw internetprovider
hebt ontvangen.
DNS server
Als u de “DHCP” instelling op “Uitschakelen” zet, moet
u een DNS-server opgeven.
Voer de DNS-server in die u van uw internetprovider
hebt ontvangen.
Proxy URL
Om een internetproxy te gebruiken, moet u de URL
ervan hier invoeren.
Proxypoort
Als u een internetproxy gebruikt, moet u hier een
proxypoortnummer invoeren.
Regeling
Deze instelling schakelt de bediening via het netwerk in
of uit.
Inschakelen: Bediening via het netwerk ingeschakeld.
Uitschakelen: Bediening via het netwerk
uitgeschakeld.
Opmerking:
Als de instelling op “Inschakelen” staat, neemt het
stroomverbruik in standby enigszins toe.
■ Port Number
Dit is de netwerkpoort die wordt gebruikt voor bediening
via het netwerk.
Opmerking:
Stel het poortnummer in tussen “49152” en “65535”.
USB kan worden gebruikt om muziekbestanden af te
spelen die op USB-massaopslagapparaten zijn
opgeslagen (zoals USB-geheugensticks en MP3-
spelers), die in de USB-poort van de AV-receiver kunnen
worden aangebracht.
Ondersteunde audiobestandsformaten
De AV-receiver ondersteunt muziekbestandsformaten
voor het afspelen van USB-massaopslagapparaten.
Zie “Ondersteunde audiobestandsformaten” op
pagina 124
Vereisten voor USB-
massaopslagapparaten
• De AV-receiver ondersteunt USB-apparaten die in de
classificatie USB-massaopslagapparaat vallen.
• Afspelen is niet mogelijk met sommige USB-
apparaten, zelfs wanneer deze in de classificatie USB-
massaopslagapparaat vallen.
• USB-apparaten geformatteerd met het FAT16 of
FAT32 bestandssysteem worden ondersteund.
• Als het opslagapparaat gepartitioneerd is, wordt
iedere sectie behandeld als een onafhankelijk
apparaat.
• Elke map kan tot 20000 muziekbestanden en –mappen
bevatten en de mappen mogen tot 16 niveaus diep
gaan.
• USB-hubs en USB-apparaten met hub-functies
worden niet ondersteund.
Betreffende USB










