Operation Manual
Nl-108
Geavanceerde instellingen—Vervolg
Resolutie
*2
Doorheen: Kies deze instelling om de video met dezelfde resolutie en zonder
omzetting door de AV-receiver te laten lopen (standaard).
Automatisch: Kies deze instelling om de AV-receiver automatisch de video te laten
omzetten bij resoluties die niet door de TV worden ondersteund. Als
“Monitoruitgang” is ingesteld op “Analoog” wordt deze instelling
gewijzigd in “Doorheen”.
480p (480/576p):
Kies deze instelling voor 480p of 576p uitvoer en video-omzetting naar vereist.
720p: Kies deze instelling voor 720p uitvoer en video-omzetting naar vereist.
1080i: Kies deze instelling voor 1080i uitvoer en video-omzetting naar vereist.
1080p: Kies deze instelling voor 1080p uitvoer en video-omzetting naar vereist.
Als “Monitoruitgang” is ingesteld op “Analoog” wordt deze instelling
gewijzigd in “1080i”.
1080p/24fs: Selecteer dit voor 1080p uitvoer en 24 frames per seconde en
videoconversie indien noodzakelijk. Als “Monitoruitgang” is ingesteld
op “Analoog” wordt deze instelling gewijzigd in “1080i”.
U kunt de uitgangsresolutie voor de HDMI-uitgangen specificeren en de AV-receiver de beeldresolutie laten
opconverteren, zodat deze overeenkomt met de resolutie die door uw TV wordt ondersteund.
Alleen beschikbaar als “Bron” is geselecteerd in de “Resolutie” van de instelling “Monitoruitgang” (pagina 53).
Helderheid
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling kunt u de beeldhelderheid bijregelen. “–50” is het donkerst. “+50” is het helderst.
Contrast
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling kunt u het contrast bijregelen. “–50” is het laagst. “+50” is het hoogst.
Tint
*2
–20 tot +20 (standaard: 0)
Met deze instelling kunt u de rood/groen-balans bijregelen. “–20” is het sterkst groen. “+20” is het sterkst rood.
Verzadiging
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling kunt u de verzadiging bijregelen. “–50” zijn de zwakste kleuren. “+50” zijn de sterkste kleuren.
Gamma
*2
–3 tot +3 (standaard: 0)
Met deze instelling kunt u de kleurbalans van het R (rood), G (groen), B (blauw)-ingangssignaal aanpassen aan
het RGB-uitgangssignaal.
Rood-helderheid
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling past u de helderheid van het rood in het beeld aan. “–50” is de donkerste stand. “+50” is de
lichtste stand.
Roodcontrast
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling past u het contrast van het rood aan. “–50” is de laagste waarde. “+50” is de hoogste waarde.
Groen-helderheid
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling past u de helderheid van het groen in het beeld aan. “–50” is de donkerste stand. “+50” is
de lichtste stand.
Groencontrast
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling past u het contrast van het groen aan. “–50” is de laagste waarde. “+50” is de hoogste waarde.
Blauw-helderheid
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling past u de helderheid van het blauw in het beeld aan. “–50” is de donkerste stand. “+50” is
de lichtste stand.
Blauwcontrast
*2
–50 tot +50 (standaard: 0)
Met deze instelling past u het contrast van het blauw aan. “–50” is de laagste waarde. “+50” is de hoogste waarde.
Opmerking:
*2 Als de instelling “ISF-mode” op “Dag” of “Nacht” staat, kan deze instelling niet worden geselecteerd.










