Operation Manual
Nl-9
Kennismaking met de receiver—Vervolg
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor
verdere informatie.
1 Indicatoren A- en B-luidsprekers
Indicator A licht op als luidsprekerset A aan is.
Indicator B licht op als luidsprekerset B aan is.
2 Dempingsindicator (MUTING)
Knippert als het geluid van de receiver is gedempt.
3 ZONE 2-indicator
Licht op als Zone 2 aan is.
4 Directindicator (DIRECT)
Licht op als de functie DIRECT is ingeschakeld.
5 Radio-indicatoren
TUNED: Licht op als is afgestemd op een
radiozender.
AUTO: Licht op voor AM- en FM-radio als
automatisch afstemmen is geselecteerd en verdwijnt
als handmatig afstemmen wordt geselecteerd.
RDS (alleen voor Europese modellen): Licht
op als is afgestemd op een radiozender die RDS
(Radio Data Systeem) informatie uitzendt.
SIRIUS (alleen model voor Noord-Amerika) :
De indicator gaat branden wanneer is afgestemd op
SIRIUS satellietradio.
XM (alleen model voor Noord-Amerika) :
De indicator gaat branden wanneer is afgestemd op
XM satellietradio.
MEMORY: Licht op als voorkeuzezenders worden
geprogrammeerd.
FM STEREO: Licht op als is afgestemd op een
stereo FM-radiozender.
6 Sluimerindicator (SLEEP)
Licht op als de sluimerfunctie is ingesteld.
7 Berichtengebied
Geeft uiteenlopende informatie weer over de
geselecteerde ingangsbron.
Display
21
7
354
6










