Operation Manual
Nl-29
Voorkeuzekanalen een naam geven
(model dat niet bestemd is voor Europa)
Tijdens de ontvangst van een FM- of AM-voorkeuzezender, kan een maximum van 8 tekens, bestaande uit letters,
nummers en bepaalde symbolen, worden opgeslagen die bijvoorbeeld de zendernaam aangeven.
U kunt geen naam geven aan een RDS-zender (voor Europees model).
Neem als voorbeeld een FM-zender met de frequentie
89,50 MHz, die wordt vastgelegd als voorkeuzezender
nummer 2 en de naam “ONKYO” krijgt.
Opmerking:
Druk op de [DISPLAY]-toets als u de frequentie wilt
zien terwijl u de tekens invoert.
Tekens die kunnen worden ingevoerd: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 – * /
Opmerking: duidt op een spatie.
CHARACTER
TUNING DOWN/UP
Cijfertoetsen
Een naam invoeren
1
Selecteer het gewenste
voorkeuzekanaal.
(Zie “Het selecteren van een
voorkeuzezender” op pagina 26.)
2
Druk op de [CHARACTER]-toets
op het voorpaneel.
De frequentie op het display gaat uit en
de cursor ( _ ) knippert.
3
Blijf op de [5MNO]-toets drukken
tot “O” wordt weergegeven.
Iedere keer dat op de toets wordt gedrukt,
verandert het teken dat verschijnt op het
display met één stap, in de volgende
volgorde: 5 → M → N → O → 5...
Als niet binnen één seconde op een
toets wordt gedrukt, gaat de cursor
automatisch naar de volgende positie.
4
Blijf drukken op de cijfertoetsen om
de gewenste tekens in te voeren.
Druk op de [5MNO]-toets om N in te voeren.
Druk op de [4JKL]-toets om K in te voeren.
Druk op de [9YZ-]-toets om Y in te voeren.
Model dat niet
bestemd is voor
Europa
Model dat niet
bestemd is voor
Europa
5
Druk op de [CHARACTER]-toets
om de ingevoerde tekens vast te
leggen.
Als niet binnen 16 seconden op een
toets is gedrukt, wordt de handeling
automatisch beëindigd.
Een teken corrigeren
1
Selecteer de gewenste zender.
(Zie “Het selecteren van een voorkeuzezender”
op pagina 26.)
2
Druk op de [CHARACTER]-toets.
Het eerste teken en de cursor knipperen
afwisselend.
3
Druk op de TUNING [ DOWN] of [UP ]
-toets om de cursor onder het teken dat u
wilt wijzigen te zetten.
De cursor beweegt naar rechts als op de
[UP ]-toets wordt gedrukt en beweegt naar
links als op de [ DOWN]-toets wordt
gedrukt.
Om alle tekens te wissen:
Druk op de toets [DIRECT TUNING].
4
Voer het gewenste teken in.
Het vorige teken wordt vervangen door een
nieuw teken.
5
Druk op de [CHARACTER]-toets.










