Operation Manual
Nl-42
Geavanceerde instellingen—Vervolg
• Als de instelling “UP-A1 Charge Mode” (UP-A1-
opladingsmodus) op “On” of op “Auto” is ingesteld
terwijl uw iPod/iPhone wordt opgeladen, zal de
SLEEP-indicator (sluimerindicator) gedempt in
stand-bymodus branden. Onder dergelijke
omstandigheden wordt het stroomverbruik van de
ontvanger iets verhoogt.
4. Zone 2-instellingen
Zone2 Out
Als u uw Zone 2-luidsprekers op een versterker zonder
volumeregeling hebt aangesloten, stelt u de instelling
Zone 2 Out in op Variable (variabel) zodat u het volume,
de balans en de toonklant van de zone op de ontvanger
kunt instellen.
Fixed: Het Zone 2-volume moet op de versterker
op die zone worden ingesteld.
Variable: Het Zone 2-volume kan op de ontvanger
worden ingesteld.
Standaardinstelling: Vast
Z2 Bass
Met deze instelling kunt u van de luidsprekers voor Zone
2 geluidsuitvoer van lage frequenties versterken of
uitknippen.
De uitvoer kan, in stappen van 2 dB, tussen –10 dB en
+10 dB worden afgesteld.
Standaardinstelling: 0 dB
Z2 Treble
Met deze instelling kunt u van de luidsprekers voor Zone
2 geluidsuitvoer van hoge frequenties versterken of
uitknippen.
De uitvoer kan, in stappen van 2 dB, tussen –10 dB en
+10 dB worden afgesteld.
Standaardinstelling: 0 dB
Z2 Balance
Met deze instelling kunt u voor Zone 2 het relatieve
volumeniveau van de linker- en rechterluidspreker regelen.
Standaardinstelling: 0
5. Netwerkinstellingen
Deze paragraaf legt uit hoe handmatig de
netwerkinstellingen van de ontvanger te configureren.
Als de DHCP-server van uw router is ingeschakeld,
hoeft u geen van deze instellingen te wijzigen omdat de
ontvanger is op gebruik van DHCP is ingesteld en om
zichzelf standaard automatisch te congigureren (d.w.z.
DHCP is op “Enable” (inschakelen) ingesteld). Als de
DHCP-server van uw router echter is uitgeschakeld (u
gebruikt bijvoorbeeld statische IP), moet u deze
instellingen zelf configureren waarvoor kennis
betreffende Ethernet-netwerk essentieel is.
Opmerking:
Nadat de ontvanger is ingeschakeld, is de display van het
setup-menu (instellingenmenu) gedurende enkele
tienden van seconden beschikbaar.
Wat is DHCP?
DHCP (Dynamisch host-configuratieprotocol) wordt
door routers, computers, de ontvanger en andere
apparaten gebruikt om zichzelf automatisch op een
netwerk te configureren.
Wat is DNS?
De DNS (domeinnaamsysteem) vertaalt domeinnamen
in IP-adressen. Als u bijvoorbeeld een domeinnaam
zoals www.onkyousa.com in uw webbrowser invoert,
gebruikt uw browser voordat het toegang tot de site
neemt, DNS om dit in een IP-adres te vertalen. In dit
geval is dat 63.148.251.142.
MAC-adres
Dit is het MAC-adres (mediatoegangscontrole) van de
ontvanger. Dit adres kan niet worden gewijzigd.
DHCP
Deze instelling bepaalt of de ontvanger wel of niet
DHCP gebruikt om automatisch de instellingen van het
IP-adres, subnetmasker, gateway en DNS-server te
configureren.
Enable (inschakelen) (standaardinstelling)
Disable (uitschakelen)
Opmerking:
Als u “Disable” (uitschakelen) selecteert, moet u zelf de
instellingen voor “IP Address”, “Subnet Mask”,
“Gateway” en “DNS Server” configureren.
IP-adres
Klasse A: “10.0.0.0” tot “10.255.255.255”
Klasse B: “172.16.0.0” tot “172.31.255.255”
Klasse C: “192.168.0.0” tot “192.168.255.255”
Voer een statis IP-adres in die door uw ISP wordt
geleverd.
De meeste routers gebruiken IP-adressen van klasse C.
Subnetmasker
Voer het subnetmaskeradres in dat door uw ISP wordt
geleverd (meestal 255.255.255.0).
Gateway
Voer het gateway-adres in dat door uw ISP wordt
geleverd.
DNS-server
Voer een statis DNS-serveradres in die door uw ISP
wordt geleverd.
Proxy URL
VOer hier de URL in om een web-proxy te gebruiken.
Proxy-poort
Alsu een web-proxy gebruikt, voert u hier een proxy-
poortnummer in.










