Operation Manual
Nl-41
Geavanceerde instellingen—Vervolg
1. Digitale audio-ingang
Als u op een digitale audio-ingang een component
aansluit, moet u die ingang aan een ingangkeuzetoets
toewijzen. Als u uw cd-speler bijvoorbeeld op
OPTICAL IN 1 aansluit, moet u “OPTICAL1” aan de
ingangskeuzetoets “CD” toewijzen.
Hier zijn de standaardtoewijzingen.
COAXIAL1, COAXIAL2, OPTICAL1, OPTICAL2:
Selecteer de overeenkomende digitale audio-ingang
waaraan het component is aangesloten.
–––––:
Selecteer of het component op een analoge audio-ingang
is aangesloten.
Opmerkingen:
• De beschikbare samplefrequentie voor PCM-signalen
van een digitale ingang (optisch en coaxiaal) is 32/
44,1/48/88,2/96 kHz/16, 20, 24 bit.
• Als u een component (zoals UP-A1-dock met iPod) op
de bus UNIVERSAL PORT (universele poort)
aansluit, kunt u geen enkele ingang aan de POORT-
keuzetoets toewijzen.
2. Broninstellingen
Intelli Volume
Zie pagina 40.
Intelli Volume kan niet voor Zone 2 worden gebruikt.
Name (naam)
Dit verandert de naam die door de INPUT-keuzetoets
wordt weergegeven. Gebruik eerst de INPUT-keuzetoets
om de naam van de bron te selecteren die u wilt wijzigen
en gebruik dan dit instellingenmenu om de weergegeven
naam te wijzigen. Gebruik de toetsen []/[] om door
de volgende namen te bladeren.
––– Blu-ray DVD HD DVD VCR DVR
Tivo CableSTB SAT STB PS3 Wii
Xbox PC TV CD TAPE iPod –––
Name Edit (Naam bewerken)
U kunt de naam van de radio-preset bewerken als een
FM- of AM-presetzender wordt ontvangen. (Zie
pagina 25)
3. Hardware-instellingen
Impedantie luidspreker
Zie “De impedantie van de luidspreker configureren” op
pagina 12.
AM/FM-frequentie-instellingen (Noord-Amerikaans
model)
Opdat een AM/FM-afstemming goed werkt, moet u de
AM/FM-frequentiestap (10 kHz/200 kHz of 9 kHz/50
kHz) die in uw gebied wordt gebruikt, aangeven. Let op
dat als deze instelling wordt gewijzigd, alle radio-presets
worden verwijderd.
Standaardinstelling: 10 kHz/200 kHz
AM-frequentie-instelling (Europees model)
Opdat een AM-zender goed werkt, moet u de AM-
frequentiestap (9 kHz/10 kHz) die in uw gebied wordt
gebruikt, aangeven. Let op dat als deze instelling wordt
gewijzigd, alle radio-presets worden verwijderd.
Standaardinstelling: 9 kHz
Auto Standby (Automatische stand-by)
Wanneer “Auto Standby” op “ON” (aan) is ingesteld,
gaat de ontvanger automatisch naar de stand-bymodus
als gedurende 30 minuten geen audio- of video-
signaalinvoer heeft plaatsgevonden.
Standaardinstelling:
Off (uit) (Noord-Amerikaans model),
On (aan) (Europees model)
Opmerkingen:
• Bij sommige bronnen kan de functie Auto Standby
tijdens het afspelen zichzelf activeren.
• Als Zone 2 is ingeschakeld, zal de functie Auto
Standby niet werken.
UP-A1 Charge Mode (UP-A1 opladingsmodus)
Als de ontvanger in de Stand-bymodus is, kunt u
aangeven hoe uw iPod/iPhone wordt gevoed.
Auto: Netvoeding wordt onderbroken zodra uw iPod/
iPhone volledig is opgeladen.
On: Netvoeding gaat zelfs door als uw iPod/iPhone
volledig is opgeladen.
Off: Uw iPod/iPhone is niet opgeladen.
Standaardinstelling: Auto
Opmerkingen:
• Dit kan niet worden geselecteerd als op de
UNIVERSAL PORT geen apparaat is aangesloten.
• Deze instelling kan onder de volgende
omstandigheden niet worden geselecteerd:
– het UP-A1-dock bevat een iPod/iPhone en is niet op
de ontvanger aangesloten, of
– het model iPod/iPhone in het dock wordt niet
ondersteund.
Geavanceerde instellingenmenu
Ingangskeuzetoets Standaardtoewijzing
BD/DVD COAXIAL 1
VCR/DVR –––––
CBL/SAT COAXIAL 2
GAME OPTICAL 1
TV/TAPE –––––
CD OPTICAL 2
PHONO –––––
PORT –––––










