Operation Manual
Nl-
99
Setupmenu
Input Setup (Invoer van instellingen)
—Vervolg
SBL/SBR (7.1 ch) (Standaard):
Selecteer dit bij
gebruik van het surround achter kanaal.
Subwoofer Sensitivity
Deze optie verschijnt als het meerkanaals-klemmenbord
[E] is geplaatst.
Hieronder volgen meer instellingen voor “Multichannel
1” of “Multichannel 2” (ze kunnen niet afzonderlijk
worden gespecificeerd voor iedere ingangsbron).
Sommige DVD-decks geven het LFE-kanaal 15 dB
lager weer dan de andere kanalen in de meerkanaals-
weergave.
De niveau-instelling onder het submenu Level Calibra-
tion wordt toegepast op zowel de analoge en digitale
ingangen als de meerkanaalsingang. Daarom kunt u in
deze instelling het optimale LFE-kanaalniveau instel-
len, toegepast op alleen de meerkanaalsingang.
U kunt kiezen uit 0 (Standaard), +5, +10 en +15 dB.
Digital Audio
Hieronder volgen instellingen voor digitale audio-uit-
gang.
Opt 1-Opt 6:
Selecteer het apparaat dat is aangesloten
aan “DIGITAL IN OPTICAL 1-6”.
Coax 1-Coax 6:
Selecteer het apparaat dat is aangeslo-
ten aan “DIGITAL IN COAXIAL 1-6”.
AES/EBU:
Selecteer het apparaat dat is aangesloten aan
“DIGITAL IN (BALANCED) AES/EBU”. De “AES/
EBU” is beschikbaar als het bord [E], dat is voorzien van
AES/EBU-terminal, is geplaatst.
No:
Selecteer dit wanneer geen apparaat is aangesloten.
Digital Format
Voor digitale aansluitingen kunt u instellen dat de digi-
tale signalen preferentieel gedetecteerd worden. Deze
optie wordt niet weergegeven als “Digital Audio” is
ingesteld op “No” op het bovenstaande submenu Audio
Assign.
Auto
: Detecteert automatisch het formaat van ingangs-
signalen. Het formaat van het signaal (Dolby Digital,
DTS, PCM, AAC, enz.) dat gebruikt wordt voor de
geselecteerde bron, wordt automatisch gedetecteerd om
de vereiste decodeerprocedure uit te voeren.
DTS:
Selecteer dit voor DTS-decodering. U kunt deze
optie selecteren als het detecteren van de signalen naar
uw gevoel te lang duurt met “Auto” geselecteerd of als u
zich stoort aan de geluiden van CD’s die snel vooruit of
achteruit gespoeld worden.
Als er een ander geluid dan DTS binnenkomt, is er geen
geluid.
PCM:
Selecteer dit voor PCM-decodering. U kunt deze
optie selecteren als u zich stoort aan het weglaten van
een volgend muziekstuk met “Auto” geselecteerd.
Als er een ander geluid dan PCM binnenkomt, is er
geen geluid.
Opmerking:
Selecteer altijd “Auto” en “DTS” bij het afspelen van
een DTS-type CD of LD. Als u “PCM” selecteert ver-
oorzaakt dat ruis.
i.LINK
Deze optie verschijnt als het i.LINK (AUDIO)-klem-
menbord [A] is geplaatst.
Als u meerdere apparaten aansluit met de i.LINK
(AUDIO) interface, verschijnen de namen van de appa-
raten in de i.LINK-aansluiting en daaruit kunt u het
ingangsapparaat selecteren met de cursorknoppen
([ ]/[ ]). Het hier geselecteerde apparaat wordt het
voorkeurapparaat onder de aangesloten
i.LINK(AUDIO)-apparaten.
No:
Selecteer dit wanneer de aangesloten
i.LINK(AUDIO)-apparaten niet zijn geselecteerd als
ingangsapparaten.
Dit submenu verschijnt als het ETHERNET-klemmenbord
[B] (voor Net Audio) is geplaatst.
Select Server
Als de ingang Music Server is geselecteerd uit NET
AUDIO, kunt u een aan te sluiten server specificeren
(Zie pagina 77).
Hieronder volgen instellingen voor video.
Dit submenu verschijnt als het video-klemmenbord [H] en
[I] is geplaatst.
Composite video
1-6:
Selecteer het apparaat dat is aangesloten aan de
aansluiting “VIDEO IN 1-6”.
Last:
Selecteer dit als u een videosignaal wilt uit het
apparaat dat u het laatste als uitgang heeft geselecteerd
.
No:
Selecteer dit als er geen apparaat is aangesloten.
S-Video
1-6:
Selecteer het apparaat dat is aangesloten aan de
aansluiting “S VIDEO IN 1-6”.
Last:
Selecteer dit als u een videosignaal wilt uit het
apparaat dat u het laatste als uitgang heeft geselecteerd
.
No:
Selecteer dit wanneer geen apparaat is aangesloten.
Component Video
RCA 1-4:
Selecteer het apparaat dat is aangesloten aan
de aansluiting “COMPONENT VIDEO IN 1-4”. De
“RCA 4” is beschikbaar als het video-klemmenbord [J]
de RCA-type COMPONENT VIDEO IN 4-klemmen
bevat.
BNC:
Selecteer het apparaat dat is aangesloten aan de
BNC-aansluiting “COMPONENT VIDEO IN”. De
“BNC” is beschikbaar als het video-klemmenbord [J] de
BNC-type COMPONENT VIDEO IN-klemmen bevat.
Last:
Selecteer dit als u een videosignaal wilt uit het
apparaat dat u het laatste als uitgang heeft geselecteerd
.
No:
Selecteer dit als er geen apparaat is aangesloten.
HDMI
Deze optie verschijnt als het HDMI-klemmenbord [L] is
geplaatst.
1:
Selecteer het apparaat dat is aangesloten aan de aan-
sluiting “HDMI IN 1”. Als u dit selecteert zal het video-
signaal van de aansluiting HDMI IN 1 ook uitgevoerd
worden naar de aansluiting HDMI OUT.
Submenu Music Server (Als ingang
NET AUDIO is)
Submenu Video Assign