Operation Manual

Nl-
96
Speaker/Output Setup (Instelling Speaker/Output)
—Vervolg
Opt 1 Out, Opt 2 Out, Coax 1 Out, Coax 2 Out
Specificeer een instelling voor “DIGITAL OUT OPTI-
CAL 1-2” en “DIGITAL OUT COAXIAL 1-2”.
U kunt kiezen uit Tape 1 Rec Out, Tape 2 Rec Out,
Video 1 Rec Out, Video 2 Rec Out, Video 3 Rec Out,
Zone 2 Out, Zone 3 Out en Not Used.
Voorbeeld 1:
Als de ingang (REC) van een audio-opnameapparaat
(bijv. een MD-recorder) met TAPE 2 als ingangsbron is
aangesloten aan DIGITAL OUT OPTICAL 1, stel dan
“Opt 1 Out” in op “Tape 2 Rec Out”.
Voorbeeld 2:
Als de ingang (IN) van een beeldopnameapparaat (bijv.
een DVD-recorder) met VIDEO 2 als ingangsbron is
aangesloten aan DIGITAL OUT OPTICAL 2, stel dan
“Opt 2 Out” in op “Video 2 Rec Out”.
Als niets is aangesloten:
Selecteer “Not Used”.
HDMI Out
Dit submenu verschijnt als het HDMI-klemmenbord [L]
is geplaatst.
Met deze instelling kunt u geluidsuitvoer van de HDMI-
terminal in of uitschakelen. Gebruik deze instelling als
de HDMI terminal van een TV is aangesloten aan de
HDMI terminal van de RDC-7.1 en u wilt HDMI
geluidsuitvoer van de RDC-7.1 inschakelen vanuit de
TV-luidsprekers. Laat deze instelling normaal gespro-
ken op de standaardinstelling “Disable” staan.
Disable (Standaard):
Schakelt HDMI geluidsuitvoer
uit.
Enable:
Schakelt HDMI geluidsuitvoer in.
Dit submenu verschijnt als het video-klemmenbord [H] en
[I] is geplaatst.
Deze instelling wijst video-uitgangsbussen op de
RDC-7.1 toe aan (afspeel-)ingangsbronnen. De instel-
ling is afhankelijk van de aansluitingsomstandigheden.
De RDC-7.1 is voorzien van samengestelde video uit-
gangsaansluitingen voor vier lijnen en S-video uit-
gangsaansluitingen voor vier lijnen.
De standaardinstellingen zijn als volgt:
Composite Video 1-3, S-Video 1-3
Dit is een instelling voor de samengestelde video uit-
gangsaansluitingen (VIDEO OUT 1-3) en S video uit-
gangsaansluitingen (S VIDEO OUT 1-3).
Voor samengestelde video 1-3, kunt u kiezen uit Moni-
tor Out A, Monitor Out B, Video 1 Rec Out, Video 2
Rec Out, Video 3 Rec Out, Zone 2 Out, Zone 3 Out en
Not Used.
U kunt “Zone 2 Out” of “Zone 3 Out” alleen instellen
als “Zone 2 Out” of “Zone 3 Out” is geselecteerd in
het submenu Audio Output Assign.
Voor S Video 1-3, kunt u kiezen uit Monitor Out A,
Monitor Out B, Video 1 Rec Out, Video 2 Rec Out,
Video 3 Rec Out en Not Used.
Voorbeeld 1:
Als de videopoort van een beeldopnameapparaat (bijv.
een videorecorder) met VIDEO 1 als ingangsbron is
aangesloten aan VIDEO OUT 2, stel dan “Composite
Video 2” in op “Video 1 Rec Out”.
Voorbeeld 2:
Als u een TV-set wilt aansluiten op VIDEO OUT 3 om
ernaar te kijken in hoofdzone A, stel dan “Composite
Video 3” in op “Monitor Out A”.
Als niets is aangesloten:
Selecteer “Not Used”.
Composite Video 4, S-Video 4
De samengestelde video uitgangsaansluitingen (VIDEO
OUT 4) en S video uitgangsaansluitingen (S VIDEO
OUT 4) zijn bevestigd aan Monitor Out A. U kunt deze
instelling niet veranderen. U kunt een TV-set en een
projector voor gebruik in de hoofdzone A aansluiten aan
VIDEO OUT 4 of S VIDEO OUT 4.
Submenu Video Output Assign
22
11
OUT
2
1
4
3
S VIDEOS VIDEO VIDEOVIDEO
OUT OUT
Aansluitingen
Standaard
ingangsinstellingen
Composite Video 1 (VIDEO OUT 1) Monitor Out B
Composite Video 2 (VIDEO OUT 2) Zone 2 Out
Composite Video 3 (VIDEO OUT 3) Zone 3 Out
Composite Video 4 (VIDEO OUT 4) Monitor Out A (vast)
S-Video 1 (S VIDEO OUT 1) Video 1 Rec Out
S-Video 2 (S VIDEO OUT 2) Video 2 Rec Out
S-Video 3 (S VIDEO OUT 3) Video 3 Rec Out
S-Video 4 (S VIDEO OUT 4) Monitor Out A (vast)