Operation Manual
Nl-
140
Andere instellingen voor de afstandsbediening
—Vervolg
Afstandsbedieningsmodes verwijderen
Afstandsbedieningsmodes die u niet nodig hebt, zoals
modes voor componenten die u niet bezit, kunnen wor-
den verwijderd.
De AMP-mode kan niet worden verwijderd.
Afstandsbedieningsmodes toewijzen
U kunt de combinatie wijzigen door de ingangsbron en
de mode van de afstandsbediening gelijktijdig te selec-
teren met het bladerwiel. Wanneer bijvoorbeeld de
ingangsbron (bovenaan) “TAPE1” is en de mode van de
afstandsbediening (onderaan) “AMP”, kunt u alleen
“AMP” (de mode van de afstandsbediening) in “CDR”
veranderen.
1
Druk op de [Custom]-knop en
houd deze ten minste drie secon-
den ingedrukt.
De afstandsbediening gaat naar de aan-
passingsmode.
2
Draai aan het bladerwiel om
“MODE” te selecteren en druk dan
op het bladerwiel.
3
Draai aan het bladerwiel om “DEL”
te selecteren en druk dan op het
bladerwiel.
4
Draai aan het bladerwiel om de
mode te selecteren die u wilt ver-
wijderen en druk dan op het bla-
derwiel.
Als het verwijderen is gelukt, wordt
eerst “OK” weergegeven, waarna het
DEL display (stap 3) opnieuw ver-
schijnt.
Custom
1
Druk op de [Custom]-knop en
houd deze ten minste drie secon-
den ingedrukt.
De afstandsbediening gaat naar de aan-
passingsmode.
2
Draai aan het bladerwiel om
“MODE” te selecteren en druk dan
op het bladerwiel.
3
Draai aan het bladerwiel om
“ASSGN” te selecteren en druk
dan op het bladerwiel.
4
Draai aan het bladerwiel om een
ingangsbron te selecteren en druk
dan op het bladerwiel.
5
Draai aan het bladerwiel om de
mode te selecteren die u aan de
gespecificeerde ingangsbron wilt
toewijzen en druk dan op het bla-
derwiel.
Als de toewijzing is gelukt, wordt eerst
“OK” weergegeven, waarna het ASSGN
display (stap 3) opnieuw verschijnt.
Custom