Operation Manual

Nl-
118
Listening Mode Setup (Luister-mode instellen)
—Vervolg
b. Front Speaker
Met deze optie configureert u welke voorste luidspre-
kers er moeten worden gebruikt wanneer de bron wordt
afgespeeld. Selecteer de luidsprekers die u wilt gebrui-
ken. U kunt deze instelling maken als “(Speaker B)
Front L/R” is ingesteld op “Main A” in het Speaker
Configuration submenu.
A (Standaard):
stuurt de bron uit de voorste luidspre-
kers die zijn geconfigureerd op “Speaker A”.
B:
stuurt de bron uit de voorste luidsprekers die zijn
geconfigureerd op “Speaker B”.
A+B:
stuurt de bron uit de voorste luidsprekers die zijn
geconfigureerd op “Speaker A” en “Speaker B”. Deze
optie is niet beschikbaar als de voorste luidsprekers in
Bi-amp-configuratie zijn.
c. Center Speaker
Met deze optie configureert u welke middelste luidspre-
ker er moet worden gebruikt wanneer de bron wordt
afgespeeld. Selecteer de luidspreker die u wilt gebrui-
ken. U kunt deze instelling maken als “(Speaker B)
Center” is ingesteld op “Main A” in het Speaker Confi-
guration submenu.
A (Standaard):
stuurt de bron uit de middelste luid-
spreker die is geconfigureerd op “Speaker A”.
B:
stuurt de bron uit de middelste luidspreker die is
geconfigureerd op “Speaker B”.
A+B:
stuurt de bron uit de middelste luidsprekers die
zijn geconfigureerd op “Speaker A” en “Speaker B”.
d. Surr L/R Sp
Met deze optie configureert u welke surround luidspre-
kers er moeten worden gebruikt wanneer de bron wordt
afgespeeld. Selecteer de luidsprekers die u wilt gebrui-
ken. U kunt deze instelling maken als “(Speaker B) Surr
L/R” is ingesteld op “Main A” in het Speaker Configu-
ration submenu.
A (Standaard):
stuurt de bron uit de surround luidspre-
kers die zijn geconfigureerd op “Speaker A”.
B:
stuurt de bron uit de surround luidsprekers die zijn
geconfigureerd op “Speaker B”.
A+B:
stuurt de bron uit de surround luidsprekers die
zijn geconfigureerd op “Speaker A” en “Speaker B”.
e. Subwoofer
Met deze optie configureert u welke subwoofer er moet
worden gebruikt wanneer de bron wordt afgespeeld.
Kies de aansluiting waarop de subwoofer is aangesloten
die u wilt gebruiken. U kunt deze instelling maken als
“(Speaker A) Subwoofer” niet is ingesteld op “Not
Used” in het Speaker Configuration submenu. Is
“(Speaker B) Subwoofer” echter niet ingesteld op
“Main A” in het Speaker Configuration submenu, dan
zijn de beschikbare mogelijkheden “A” of “Not Used”.
A (Standaard):
stuurt de bron alleen uit de subwoofer
die is aangesloten op de aansluiting van de SUB-
WOOFER PRE OUT A.
B:
stuurt de bron alleen uit de subwoofer die is aange-
sloten op de aansluiting van de SUBWOOFER PRE
OUT B.
A+B:
stuurt de bron uit de subwoofers die zijn aange-
sloten op de aansluitingen van de SUBWOOFER PRE
OUT A en SUBWOOFER PRE OUT B.
Not Used:
Er worden geen subwoofers gebruikt voor
weergave.
In Zone 2 kunt u de volgende opties instellen.
a. Mode
Met deze optie kunt u de breedte configureren van een
virtueel geluidsbeeld dat met twee luidsprekers wordt
gesimuleerd terwijl u het Dolby Virtual Speaker-effect
gebruikt.
Wide:
de breedte van het geluidsbeeld wordt benadrukt.
Reference (Standaard)
: het algemeen 5.1k surround-
geluid wordt gesimuleerd.
b. Decode (2ch)
Met deze optie kunt u de decode-mode selecteren voor-
dat het Dolby Virtual Speaker-effect wordt toegepast.
Dolby Pro Logic II:
het Dolby Virtual Speaker-effect
wordt toegepast nadat het signaal is gedecodeerd met
Dolby Pro Logic II.
DTS NEO:6:
het Dolby Virtual Speaker-effect wordt
toegepast nadat het signaal is gedecodeerd met DTS
NEO:6.
Met dit submenu kunt u de Dolby Headphone-functie
inschakelen en uitschakelen bij het gebruik van een
koptelefoon.
a. Mode
On (Standaard):
schakelt de Dolby Headphone-functie
in.
Off:
schakelt de Dolby Headphone-functie uit.
Submenu Dolby Headphone Setup