Operation Manual
Nl-
101
Setupmenu
Input Setup (Invoer van instellingen)
—Vervolg
(Main A/B)
Pure Audio, Direct, Stereo, Mono
,
PLIIx/NEO:6 (Satn-
daard)
,
THX, Mono Movie, Enhance, Orchestra,
Unplugged, Studio-Mix, TV Logic, All Ch Stereo, Full
Mono
,
Dolby VS en Last.
(Zone 2)
Direct, Stereo, Mono, Dolby VS en Last.
D.F. Mono
Hier kunt u de luister-mode specificeren voor het afspe-
len van digitale signalen zoals Dolby Digital en in mono
opgenomen AAC. Deze optie kan worden ingesteld
voor zowel Main B en Zone 2 als voor Main A.
U kunt kiezen uit de onderstaande luister-modes:
(Main A/B)
Pure Audio, Direct, Stereo, Mono (Standaard), Mono
Movie, Enhance, Orchestra, Unplugged, Studio-Mix,
TV Logic, All Ch Stereo, Full Mono, Dolby VS en Last.
(Zone 2)
Direct, Stereo, Mono, Dolby VS en Last.
D.F. Multiplex
Hier kunt u de luistermode specificeren voor multiplex
uitzendingen van AAC-geluid (bijv. een tweetalige uit-
zending). Deze optie kan worden ingesteld voor zowel
Main B en Zone 2 als voor Main A.
U kunt kiezen uit de onderstaande luister-modes:
(Main A/B)
Pure Audio, Direct, Stereo, Mono, Multiplex (Stan-
daard), Mono Movie, Enhance, Orchestra, Unplugged,
Studio-Mix, TV Logic, All Ch Stereo, Full Mono,
Dolby VS en Last.
(Zone 2)
Direct, Stereo, Mono, Multiplex, Dolby VS en Last.
Multichannel
Deze optie verschijnt als het meerkanaals-klemmenbord
[E] is geplaatst.
Hier kunt u de luister-mode specificeren voor een ana-
loge meerkanaalsaansluiting.
U kunt kiezen uit de onderstaande luister-modes:
(Main A/B)
Pure Audio, Direct, Stereo, Mono, Multichannel (Stan-
daard), THX, Mono Movie, Enhance, Orchestra,
Unplugged, Studio-Mix, TV Logic, All Ch Stereo, Full
Mono, Dolby VS, en Last.
176.4/192 kHz
Hier kunt u de luister-mode specificeren voor het afspe-
len van audio uitgangssignalen op 192 kHz en 176.4
kHz zoals DVD-Audio. Deze optie kan worden inge-
steld voor zowel Main B en Zone 2 als voor Main A.
U kunt kiezen uit de onderstaande luister-modes:
(Main A/B)
Pure Audio, Direct, Stereo en Last.
(Zone2)
Direct, Stereo en Last.
Character Display
Specificeer of de naam die u heeft gegeven aan een
ingangsbron al dan niet moet worden weergegeven.
No
: De gegeven naam wordt niet weergegeven. Alleen
de naam van de ingangsbron wordt weergegeven.
Yes (Standaard)
: De gegeven naam wordt weergege-
ven wanneer de ingangsbron wordt vervangen.
Character
Als hierboven “Yes” is geselecteerd voor “Character
Display”, kunt u de ingangsbron een naam geven.
U kunt maximaal tien tekens invoeren.
Voer de volgende handelingen uit op het scherm Cha-
racter Input:
Om alle ingevoerde tekens te wissen:
Druk bij stap 1 hierboven op de knop [ ] in plaats van
op de knop [ ].
Submenu Character Edit
1
Druk op de knop [ ] om “Character” te
selecteren en druk dan op de knop [ ]
om het scherm Character Input weer te
geven.
2
Druk op de knoppen [ ]/[ ]/[ ]/[ ] om
de tekens te selecteren die u wilt invoeren
en druk dan op de knop [Enter].
3
Herhaal bovenstaande stap 2 om maxi-
maal tien tekens in te voeren.
In het geval dat u een verkeerd teken heeft
geselecteerd:
Door op [Return] te drukken beweegt de cursor
terug naar het vorige teken.
Om een teken te veranderen:
1. Druk op de knop [Enter] (herhaaldelijk) om de
cursor op het te corrigeren teken te plaatsen.
2. Druk op de knoppen [ ]/[ ] om het
nieuwe teken te selecteren en druk dan op de
knop [Enter].
Voer spaties in als de naam korter is dan tien tekens
om de naam uit tien tekens te laten bestaan.
4
Druk op de [Setup]-knop.
De setup is voltooid en het menuscherm verdwijnt.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
123456789012345678901234
2-4.Character Input
Input:VIDEO3
b.Character
:
ABCDEFGHIJKLM
NOPQRSTUVWXYZ
abcdefghijklm
nopqrstuvwxyz
0123456789-.’
()+*/=,:;!?_