Operation Manual
19
P
RT/PTY/TP-knop: Kan gebruikt worden bij ontvangst
van het station dat de tekst informatie verzendt.
Q
MEMORY-knop: Registreert of verwijdert een station.
R
TUNING MODE-knop: Schakelt de tuning-modus.
S
USB-poort: Een USB-opslagapparaat is aangesloten
zodat muziekbestanden die hierop zijn opgeslagen
kunnen worden afgespeeld.
T
LISTENING MODE-knoppen: Hiermee kunt u de
beluisterstand selecteren.
U
AUX INPUT HDMI/MHL-aansluitingen: Een HD-
videocamera of MHL-ingeschakeld mobiel apparaat
is aangesloten. Het is mogelijk om video en audio te
versturen van een MHL-ingeschakeld mobiel apparaat.
AUX INPUT VIDEO/AUDIO, DIGITAL-aansluitingen:
Een videocamera of een dergelijk ander apparaat is
aangesloten.
V
WHOLE HOUSE MODE-knop: Controleert de WHOLE
HOUSE MODE-functie de zelfde bron te spelen in alle
in de multi-zone verbonden ruimte.
W
SETUP MIC-aansluiting: De meegeleverde
luidsprekerinstellingsmicrofoon is aangesloten.
X
Klep voor
1.
2.
4
FG
5
3
12
76
98
Display
1
Weergave van luidspreker/kanaal: Toont het
uitgangskanaal dat overeenkomt met de geselecteerde
luisterstand.
2
Z2/Z3: Gaat branden wanneer de uitvoer naar Zone 2/
Zone 3 is ingesteld op aan.
3
Gaat branden afhankelijk van het type ingevoerde
digitale signalen en de beluisterstand.
4
Blijft branden wanneer Music Optimizer is ingeschakeld.
5
Gaat branden wanneer NET of USB wordt bediend.
6
NET: Blijft branden wanneer de „NET”-ingang
is geselecteerd en de unit is verbonden met het
thuisnetwerk (LAN). Dit knippert als de verbinding niet
correct is.
USB: Blijft branden wanneer de „USB”-ingang is
geselecteerd en een USB-opslagapparaat (bijv. USB-
geheugen) is aangesloten. Dit knippert als de verbinding
niet correct is.
HDMI: Blijft branden wanneer HDMI-signalen worden
ingevoerd en de HDMI-ingang is geselecteerd.
DIGITAL: Blijft branden wanneer digitale signalen
worden ingevoerd en de digitale ingang is geselecteerd.
MUTING: Knippert wanneer op MUTING op de
afstandsbediening wordt gedrukt en het geluid tijdelijk
wordt gedempt.
ANALOG: Blijft branden wanneer analoge signalen
worden ingevoerd en de analoge ingang is
geselecteerd. Dit blijft ook branden wanneer ingangen
voor HDMI- en digitale signalen niet zijn toegewezen.
SLEEP: Blijft branden wanneer de sluimertimer is
ingesteld.
7
Afstemindicators
RDS: Blijft branden wanneer een RDS-uitzending wordt
ontvangen.
AUTO: Blijft branden wanneer de stand voor
automatisch afstemmen is ingeschakeld.
TUNED:
fe
knippert terwijl de afstemming automatisch
wordt uitgevoerd. Wanneer afgestemd is op een
radiozender, gaat „
f
TUNED
e
” in het display branden.
FM STEREO: Blijft branden wanneer een FM-uitzending
wordt ontvangen.
8
Bi AMP: Blijft branden wanneer „Front Speakers Type” is
ingesteld op „Bi-Amp”.
9
Blijft branden wanneer een hoofdtelefoon is
aangesloten.
F
Geeft verschillende informatie van de ingangssignalen
weer. Drukken op DISPLAY geeft de types digitale
ingangssignalen en de luisterstand weer.
G
Toont het volumeniveau.










