Operation Manual

Nl-57
Configureren van de DVD-receiver—Vervolg
Kantelfrequentie
Deze instelling is alleen van toepassing op de luidspre-
kers die u als “Small” hebt opgegeven in de “Grootte van
de voorluidsprekers” op blz. 56.
Voor een optimale lagetonenweergave via de luidspre-
kers moet u de wisselfrequentie instellen overeenkom-
stig de grootte en het frequentiebereik van de
luidsprekers.
Gebruik de diameter van de kleinste luidsprekers in uw
systeem bij het selecteren van de wisselfrequentie.
* Kies de instelling die geschikt is voor uw luidspreker. Ga door met
stap
Opmerkingen:
Om een meer nauwkeurige instelling te maken, kunt u
het frequentiebereik van de luidsprekers opzoeken in
de daarbij geleverde handleiding en op basis daarvan
de instelling maken.
Kies een hogere wisselfrequentie als u meer geluid via
de subwoofer wilt weergeven.
Wanneer een DVD-Audio of een SACD wordt afge-
speeld in de akoestiekfunctie Stereo, zal geen effect
worden gereproduceerd.
Wanneer de akoestiekfunctie is ingesteld op Direct of
Pure Audio, zal geen effect worden gereproduceerd.
AM Frequency Step Setup (niet op
Europese modellen)
U moet de AM-frequentiestap opgeven die in uw land
wordt gebruikt. Wanneer deze instelling wordt veran-
derd, worden alle voorkeuzezenders uit het geheugen
gewist.
10 kHz: Kies deze instelling als in uw land 10 kHz stap-
pen worden gebruikt.
9kHz: Kies deze instelling als in uw land 9 kHz stap-
pen worden gebruikt.
Instellen van de audio-ingang
Als u een apparaat aansluit op een digitale ingang, moet
u die ingang toewijzen aan een ingangsbron. Bijvoor-
beeld, als u een DVD-recorder aansluit op de COAXIAL
DIGITAL AUDIO IN-ingang, moet u deze ingang toe-
wijzen aan de “Video 1 Input”. Standaard is de
COAXIAL DIGITAL AUDIO IN-ingang toegewezen
aan de “Video 2 Input”, maar dat kan worden veranderd
Hier volgen de standaardtoewijzingen.
OPT: optische, digitale audio-ingang
Coax: coaxiale, digitale audio-ingang
ANA: analoge audio-ingang
Opmerking:
Dezelfde audio-ingang kan niet gelijktijdig worden toe-
gewezen aan zowel VIDEO 1 INPUT als VIDEO 2/
DOCK INPUT.
Signaalformaat van het digitale
ingangssignaal
De formaten van de digitale ingangssignalen zijn alleen
beschikbaar voor ingangsbronnen waaraan u een digitale
ingangsstekerbus hebt toegewezen (zie boven).
Normaal gesproken stelt de DVD-receiver het signaal-
formaat automatisch vast. Gewoonlijk detecteert de
DVD-receiver het signaalformaat automatisch. Als ech-
ter een van de volgende problemen optreedt bij het
afspelen van PCM of DTS-materiaal, kunt u het signaal-
formaat handmatig op PCM of DTS instellen:
Als het begin van de tracks van een PCM-bron weg-
valt, kunt u het formaat omschakelen naar PCM.
Als er ruis is bij het vooruit- of terugspoelen van een
DTS CD, kunt u het formaat omschakelen naar DTS.
DTS of PCM: De DTS- of PCM-indicator, afhankelijk
van welk signaalformaat u hebt ingesteld, knippert en
alleen de signalen van dat formaat worden uitgevoerd.
Digitale signalen in andere formaten worden genegeerd.
Auto (standaardinstelling): Het signaalformaat wordt
automatisch vastgesteld. Als geen digitaal ingangssig-
naal aanwezig is, wordt in plaats daarvan het overeen-
komstige analoge ingangssignaal gebruikt.
Diameter van
luidsprekerconus
Wisselfrequentie
Meer dan 20 cm 40/50/60 Hz*
16–20 cm 80 Hz
13–16 cm
100 Hz (standaardinstel-
ling)
9–13 cm 120 Hz
Minder dan
9 cm 150/200 Hz*
Ingang Standaardtoewijzing
VIDEO 1 INPUT OPT
VIDEO 2/DOCK INPUT Coax