Operation Manual
18
1 46
8
2 3 5 7
FG9 H I
Achterpaneel
1
RI REMOTE CONTROL-aansluiting: Een Onkyo-
product met RI-aansluiting kan worden verbonden en
gesynchroniseerd met deze unit.
2
: De meegeleverde antennes
zijn aangesloten.
3
COMPONENT VIDEO IN/OUT-aansluitingen:
Component video ingang/uitgang-aansluitingen.
4
ETHERNET-poort: Gebruikt voor ethernetaansluiting.
5
HDMI IN/OUT-aansluitingen: Digitale videosignalen en
audiosignalen worden verzonden tussen de unit en de
verbonden apparaten.
6
SPEAKERS-aansluitingen: Luidsprekers zijn
aangesloten. Om de multi-zonefunctie te gebruiken,
sluit de luidsprekers in de aparte ruimte aan op de
SPEAKERS ZONE2-luidsprekeraansluitingen.
7
Netsnoer
8
DIGITAL IN COAXIAL/OPTICAL-aansluitingen:
Digitale audiosignalen worden ingevoerd.
9
GND-aansluiting: De aarddraad van de platenspeler is
aangesloten.
F
COMPOSITE VIDEO/AUDIO IN-aansluitingen:
Analoge videosignalen en audiosignalen worden
uitgevoerd.
G
MONITOR OUT V-aansluiting: Videosignalen worden
uitgevoerd naar de aangesloten monitor of TV via een
composiet videokabel.
H
LINE OUT ZONE2-aansluitingen: Audio-
uitgangsaansluitingen aangesloten op de geïntegreerde
versterker voor multi-zoneweergave in een aparte
kamer.
I
PRE OUT SUBWOOFER-aansluitingen: Een
subwoofer met ingebouwde versterker is aangesloten.
14 623 75
98
Display
1
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„Z2”: ZONE 2-uitgang is aan. / „HDMI”: HDMI-signalen
worden ingevoerd en HDMI-ingangskeuzeknop is
geselecteerd. / „ARC”: Audiosignalen worden ingevoerd
vanaf ARC compatibele TV en TV/CD-ingangsselector
is geselecteerd. / „3D”: Ingangssignalen zijn 3D. /
„USB” (
¼
): „USB”-ingang is geselecteerd en een
USB-opslagapparaat is aangesloten. / "NET" (
¼
):
„NET”-ingang is geselecteerd en de unit is verbonden
met het netwerk. / „DIGITAL”: Digitale signalen
worden ingevoerd en de digitale ingangsselector is
geselecteerd. / Cursorindicatoren: NET of USB wordt
bediend.
¼
„USB” en „NET” zal knipperen als de verbinding niet juist is.
2
Blijft branden wanneer een hoofdtelefoon is
aangesloten.
3
Licht op wanneer NET of USB wordt bediend.
4
Gaat branden afhankelijk van het type ingevoerde
digitale signalen en de beluisterstand.
5
Blijft branden wanneer Music Optimizer is ingeschakeld.
6
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„AUTO”: Tuningstand is auto. /
„TUNED”: AM/FM-radio ontvangen. knippert terwijl de
afstemming automatisch wordt uitgevoerd. /
„FM STEREO”: FM stereo ontvangen. /
„RDS”: Tijdens ontvangst van een RDS-uitzending.
7
„MUTING”: Knippert als dempen is ingeschakeld.
8
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„SLEEP”: Slaaptimer is ingesteld. /
„ASb”: Auto Stand-by is aan. /
"ch": Kanaal wordt ingesteld. /
„Hz”: Crossover-frequenties worden ingesteld. /
„m/ft”: Luidsprekerafstanden worden ingesteld. /
„dB”: Luidsprekervolume wordt ingesteld.
9
Geeft verschillende informatie van de ingangssignalen
weer. Drukken op DISPLAY geeft de types digitale
ingangssignalen en de luisterstand weer.