Operation Manual
16
1
46
8
2 3 5 7
FG9 H I
Achterpaneel
1
RI REMOTE CONTROL-aansluiting: Een Onkyo-
product met RI-aansluiting kan worden verbonden en
gesynchroniseerd met deze unit.
2
#06'00##/(/ŝCCPUNWKVKPI: De
meegeleverde antennes zijn aangesloten.
3
COMPONENT IN/OUT-aansluitingen: Component
video ingang/uitgang-aansluitingen
4
ETHERNET-poort: Gebruikt voor ethernetaansluiting
5
HDMI IN/OUT-aansluitingen: Digitale videosignalen en
audiosignalen worden verzonden tussen de unit en de
verbonden apparaten.
6
SPEAKERS-aansluitingen: Luidsprekers zijn
aangesloten. Om de multi-zonefunctie te gebruiken, sluit
de luidsprekers in de aparte ruimte aan op de ZONE2-
luidsprekeraansluitingen.
7
Netsnoer
8
DIGITAL IN COAXIAL/OPTICAL-aansluitingen:
Digitale audiosignalen worden ingevoerd.
9
GND-aansluiting: De aarddraad van de platenspeler is
aangesloten.
F
Samengestelde video en analoge audio-aansluitingen:
Analoge videosignalen en audiosignalen worden uitgevoerd.
G
MONITOR OUT V-aansluiting: Videosignalen worden
uitgevoerd naar de aangesloten monitor of TV via een
composiet videokabel.
H
LINE OUT ZONE 2-aansluitingen: Audio-
uitgangsaansluitingen aangesloten op de geïntegreerde
versterker voor multi-zoneweergave in een aparte
kamer.
I
PRE OUT SUBWOOFER-aansluitingen: Een
subwoofer met ingebouwde versterker is aangesloten.
14 623 75
98
Display
1
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„Z2”: ZONE 2-uitgang is aan. / „HDMI”: HDMI-signalen
worden ingevoerd en HDMI-ingangskeuzeknop is
geselecteerd. / „ARC”: Audiosignalen worden ingevoerd
vanaf ARC compatibele TV en TV/CD-ingangsselector
is geselecteerd. / „3D”: Ingangssignalen zijn 3D. /
„USB” (
¼
): „USB”-ingang is geselecteerd en een
USB-opslagapparaat is aangesloten. / „NET” (
¼
):
„NET”-ingang is geselecteerd en de unit is verbonden
met het netwerk. / „DIGITAL”: Digitale signalen
worden ingevoerd en de digitale ingangsselector is
geselecteerd. / Cursorindicatoren: NET of USB wordt
bediend.
¼
„USB” en „NET” zal knipperen als de verbinding niet juist is.
2
Blijft branden wanneer een hoofdtelefoon is
aangesloten.
3
Licht op wanneer NET of USB wordt bediend.
4
Gaat branden afhankelijk van het type ingevoerde
digitale signalen en de beluisterstand.
5
Blijft branden wanneer Music Optimizer is ingeschakeld.
6
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„AUTO”: Tuningstand is auto. / „
f
TUNED
e
”: AM/
FM-radio ontvangen.
fe
knippert terwijl tuning
automatisch wordt uitgevoerd. / „FM STEREO”: FM
stereo ontvangen. / „RDS”: Tijdens ontvangst van een
RDS-uitzending.
7
„MUTING”: Knippert als dempen is ingeschakeld.
8
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„SLEEP”: Slaaptimer is ingesteld. / „ASb” (Auto Stand-
by): Auto Stand-by is aan. / „ch”: Kanaal wordt ingesteld.
/ „Hz”: Crossover-frequenties worden ingesteld. /
„m/ft”: Luidsprekerafstanden worden ingesteld. / „dB”:
Luidsprekervolume wordt ingesteld.
9
Geeft verschillende informatie van de ingangssignalen
weer. Drukken op DISPLAY geeft de types digitale
ingangssignalen en de luisterstand weer.