Operation Manual

Nl-57
Verhelpen van storingen—Ver volg
Geluidskwaliteit
De geluidskwaliteit is het beste ongeveer 10 tot 30 minuten nadat de CD-receiver is ingeschakeld en voldoende is opgewarmd.
Wanneer u de audiokabels met behulp van kabelriempjes samenbundelt met de luidsprekerkabels of het netsnoer, kan
dit resulteren in een slechtere geluidskwaliteit.
Overslaan van geluid.
De CD-receiver staat blootgesteld aan trillingen of de disc is bekrast of vuil (zie blz. 16).
Er kunnen geen muziekstukken aan de afspeellijst voor geheugenweergave worden toegevoegd.
Controleer of er wel een disc in de CD-receiver is. U kunt ook alleen maar geldige muziekstuknummers invoeren.
Bijvoorbeeld, als er 11 muziekstukken op een CD zijn kunt u niet muziekstuk nr. 12 invoeren.
De disc wordt niet afgespeeld.
Controleer of de disc juist geplaatst is, met de labelkant naar boven.
Controleer of het oppervlak van de disc vuil is (zie blz. 16).
Als er condens in het apparaat zou kunnen zijn, moet u het apparaat na het aanzetten ongeveer 1 uur ongebruikt laten
staan voordat u een disc afspeelt.
Het is mogelijk dat sommige CD-R/RW discs niet kunnen worden afgespeeld (zie blz. 15).
Het duurt erg lang voordat het afspelen begint.
Bij CD’s met erg veel muziekstukken of bestanden kan het even duren voordat de CD-receiver alle informatie heeft gelezen.
MP3-discs kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik alleen ISO9660 niveau-1 of niveau-2 formaat discs (zie blz. 15).
De disc is niet afgesloten. Sluit de disc af.
MP3-bestanden zonder de bestandsextensie “.mp3”of “.MP3”kunnen niet worden herkend.
Veel storing in de radio-ontvangst, ruis in FM-stereo-uitzendingen, de automatische
geheugenopslagfunctie legt niet alle zenders vast of de ST indicator licht niet op wanneer er op een
FM-stereozender is afgestemd.
Controleer de aansluiting van de antenne (zie blz. 17).
Verander de positie van de antenne (zie blz. 41).
Zet de CD-receiver verder van de TV of een in de buurt staande computer vandaan.
Auto’s of vliegtuigen kunnen interferentie veroorzaken.
Het radiosignaal wordt verzwakt als dit door een betonnen muur heen moet voordat het door de antenne wordt opgevangen.
Zet de FM-modus op mono (zie blz. 41).
Leg de netsnoeren en de luidsprekerkabels zo ver mogelijk uit de buurt van de antenne van de tuner.
Bij het luisteren naar een AM-zender kan er ruis zijn wanneer u de afstandsbediening bedient.
Als de bovenstaande maatregelen de ontvangst niet verbeteren, raden wij u aan een buitenantenne te installeren (zie blz. 18).
Als de stroom uitvalt of het netsnoer wordt uitgetrokken:
Leg de zenders opnieuw in het geheugen vast als deze verloren zijn gegaan (zie pagina 42, 43).
De klok- en timergegevens zijn verloren gegaan. Stel de klok en de timers opnieuw in (zie pagina 49, 50).
De frequentie van de radio kan niet veranderd worden.
Gebruik de snel achteruit en snel vooruit [
5
]/[
4
] toetsen om de frequentie van de radio te veranderen (zie blz. 41).
De RDS-functie werkt niet.
De FM-zender waarop u hebt afgestemd, is geen RDS-zender.
Installeer een FM-buitenantenne (zie blz. 18).
Verander de positie of de richting van de FM-buitenantenne (zie pagina 18, 41).
Plaats de FM-antenne op een zo groot mogelijke afstand van tl-lampen (zie blz. 41).
De afstandsbediening werkt niet goed.
Controleer of de batterijen in de goede richting zijn geplaatst (polariteit +/–) (zie blz. 6).
Vervang beide batterijen door nieuwe batterijen. (Verschillende soorten batterijen of oude en nieuwe batterijen niet samen gebruiken.)
De afstandsbediening is te ver weg van de CD-receiver of er is een obstakel tussen de afstandsbediening en de CD-receiver (zie blz. 6).
De afstandsbedieningssensor op de CD-receiver staat blootgesteld aan invertertype tl-licht of direct zonlicht.
De CD-receiver bevindt zich achter de glazen deuren van een audiomeubel of kast.
Afspelen van CD’s
Tuner
Afstandsbediening