Operation Manual
71
Er wordt een pop-up menu met opties voor
tabletten op het scherm weergegeven.
Gebruik Tablet A-E om maximaal vijf
tabletten toe te wijzen. Als u bijvoorbeeld
glipizide tabletten gebruikt, kunt u deze
toewijzen als “Tablet A”. U kunt de echte
namen van de tabletten invoeren via de
OneTouch
™
diabetesbeheersoftware.
Gebruik de pijltjestoets om naar de
door u gewenste optie te bladeren en druk
op OK .
“Tablet 2” wordt automatisch gemarkeerd.
Selecteer om een tweede soort
diabetestabletten in te voeren Tablet B-E om
de tweede soort tabletten toe te wijzen en
druk op OK . Herhaal deze stappen om
andere soorten tabletten in te voeren.
Selecteer “Bewaren” als u klaar bent met
het invoeren van de soorten
diabetestabletten en druk op OK . Druk
zo nodig op de terugtoets om de
soorten tabletten opnieuw in te voeren.
OK
OK
OK
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 71