DCO_06158102A_OUS_OBC_NL 5/21/03 9:12 AM Bloedglucosemeter Meter en elektronisch logboek inéén Handleiding Page i
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page i ® UltraSmart Bloedglucosesysteem Handleiding ™
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page ii Symbolen SN Serienummer LOT Lotnummer IVD In vitro diagnostisch medisch hulpmiddel Vervaldatum Gesteriliseerd door bestraling ii
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page iii Beste gebruiker van dit OneTouch® UltraSmart™ systeem: U hebt gekozen voor een van de beste bloedglucosesystemen op de markt. In deze handleiding vindt u belangrijke informatie over het OneTouch® UltraSmart™ bloedglucosesysteem. Lees de handleiding zorgvuldig. Het controleren van de bloedglucosespiegel speelt een belangrijke rol bij het onder controle houden van diabetes.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page iv BEDOELD GEBRUIK: Het OneTouch® UltraSmart™ bloedglucosesysteem is bedoeld om te worden gebruikt voor de kwantitatieve meting van glucose in vers capillair volbloed.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page v Belangrijke informatie • Ernstige dehydratatie en buitensporig vochtverlies kunnen onjuiste lage resultaten veroorzaken. Neem onmiddellijk contact op met een arts/diabetesverpleegkundige als u denkt dat u aan ernstige dehydratie lijdt. • Testresultaten lager dan 70 mg/dL (3.9 mmol/L) betekenen een lage bloedglucosespiegel (hypoglykemie). Testresultaten hoger dan 240 mg/dL (13.3 mmol/L) betekenen een hoge bloedglucosespiegel (hyperglykemie).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page vi INHOUD HET OneTouch® UltraSmart™ SYSTEEM . . . . . . . . . . . . 1 OneTouch® UltraSmart™ meter . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Navigatietoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 SmartButtons™ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Symbolen op het scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Schermcontrast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 OneTouch® Ultra™ teststrips . . . . . . . . . .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page vii BERICHTEN OP HET SCHERM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 WAARSCHUWINGEN EN FOUTBERICHTEN . . . . . . . . 50 INSTELLING VAN DE METER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Toegang tot de basisinstellingenmodus . . . . . . . 58 De schermtaal selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 De datum en tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 PERSOONLIJKE INSTELLING VAN DE METER . . . . . . . 62 Instelmenu . . . . . . . . . . .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM viii Page viii
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 1 HET OneTouch® UltraSmart™ SYSTEEM Het OneTouch® UltraSmart™ systeem maakt gebruik van de nieuwste technologie voor het controleren van bloedglucose. Het systeem meet het glucosegehalte van een bloedmonster door middel van een elektrisch stroompje dat in de teststrip wordt opgewekt en naar de meter wordt gezonden voor meting. De testresultaten zijn “plasma gakalibreerd”.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 2 OneTouch® UltraSmart™ meter OneTouch® Ultra™ TESTSTRIP TESTPOORT De meter wordt ingeschakeld als u hier een teststrip inbrengt. GEGEVENSPOORT Gebruikt om het logboekgeheugen naar een computer te downloaden. SCHERM MET ACHTERGRONDVERLICHTING Testresultaten, berichten, symbolen en andere gegevens worden hier weergegeven. SmartButtons™ (Zie pagina 4–5 voor beschrijving en gebruik.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 3 Navigatietoetsen Opmerking: Druk op de toetsen en laat deze weer los. Houd de toetsen niet langdurig ingedrukt. TERUGTOETS (UITTOETS) Hiermee keert u vanuit bepaalde schermen terug naar het vorige scherm. Houd deze toets twee seconden ingedrukt om de meter uit te schakelen. PIJLTJESTOETS Hiermee kunt u door menu's, codenummers en het logboek bladeren.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 4 SmartButtons™ De SmartButtons™ zijn de manier om het meeste uit de OneTouch® UltraSmart™ meter te halen. Hiermee kunt u informatie over uw diabetesbeheerplan in het grote logboekgeheugen invoeren. Er zijn SmartButtons™ voor inspanning, gezondheid, medicatie en voeding. De SmartButton™ FastFacts™ wordt gebruikt om de gegevens in het logboekgeheugen te bekijken.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 SmartButton™ INSPANNING Hiermee kunt u de duur en de zwaarte van de inspanning invoeren SmartButton™ GEZONDHEID Hiermee kunt u informatie over uw gezondheid invoeren 1:02 PM Page 5 SmartButton™ VOEDING Hiermee kunt u informatie over maaltijden en snacks invoeren SmartButton™ MEDICATIE Hiermee kunt u informatie over insuline en diabetestabletten invoeren SmartButton™ FastFacts™ Hiermee kunt u de testresultaten en het logboekgeheugen bekijken Opmerking: Raadpleeg voor u
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 6 Symbolen op het scherm Deze symbolen helpen u bij het gebruik van de meter: SYMBOOL BETEKENIS ▲ Alleen omhoog bladeren. ▼ ▲▼ ▲ ▼ Alleen omlaag bladeren. Omhoog of omlaag bladeren. Omhoog of omlaag bladeren. ––– Geen registratie. Geeft aan waar op het scherm u bent. Druk op OK OK om het gemarkeerde gedeelte te selecteren/goed te keuren. GEMARKEERD Schermcontrast Het is mogelijk het contrast van het scherm van de meter aan te passen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 7 OneTouch® Ultra™ teststrips Het OneTouch® UltraSmart™ systeem meet de hoeveelheid glucose in volbloed. Er wordt bloed opgebracht op het UITEINDE (bovenrand) van de OneTouch® Ultra™ teststrip en dit wordt automatisch in de reactiecel gezogen waar de reactie plaatsvindt. Uiteinde (bovenrand) Breng een druppel bloed op bij het smalle kanaaltje aan het uiteinde (bovenrand) van de teststrip.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 8 Belangrijke informatie over de teststrips • Bewaar de buisjes teststrips op een koele, droge plaats onder de 30°C. Stel de buisjes teststrips niet bloot aan direct zonlicht en hitte. Bewaar de buisjes teststrips niet in de koelkast. • Bewaar de teststrips uitsluitend in het oorspronkelijke buisje. Om beschadiging en besmetting te voorkomen mogen de teststrips niet op een andere manier worden bewaard.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 9 VOORAFGAAND AAN HET TESTEN Het scherm controleren Elke keer dat u de meter aanzet, verandert de achtergrond van het scherm snel van donker in licht en worden de woorden “OneTouch UltraSmart” weergegeven. Dit betekent dat het systeem enkele zelftests uitvoert om te controleren of de meter naar behoren functioneert. Neem contact op met de LifeScan INFO & SERVICE-lijn via het gratis nummer, zie achterkant handleiding, als dit er ooit anders uitziet.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 10 De meter coderen Om nauwkeurige resultaten te verkrijgen worden er codenummers gebruikt om de OneTouch® UltraSmart™ meter te kalibreren met de OneTouch® Ultra™ teststrips. Als u de meter voor het eerst gebruikt en telkens wanneer u een nieuw buisje teststrips aanbreekt, moet de meter worden gecodeerd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 11 STAP 2 Het codenummer bekijken. Het codenummer wordt op het scherm weergegeven. (Om de 25 tests geeft de meter het juiste codenummer weer en wordt de vraag “Code controleren Druk OK” weergegeven. Druk op de OK-toets als het codenummer nog altijd juist is.) OK (Voorbeeld) STAP 3 De codenummers vergelijken. Vergelijk het codenummer op het scherm van de meter met het codenummer op het buisje teststrips.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 12 STAP 4 De meter coderen. Blader met de pijltjestoets omhoog of omlaag naar het codenummer dat overeenkomt met het codenummer op het buisje teststrips. Het nieuwe codenummer wordt ca. drie seconden knipperend op het scherm weergegeven, waarna de meter “Bloed opbrengen” weergeeft. (Voorbeeld) Het systeem controleren Opmerking: Raadpleeg de aanvullende informatie in de verpakking van de OneTouch® Ultra™ controlevloeistof.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 13 Belangrijke informatie over de test met controlevloeistof • Gebruik uitsluitend OneTouch® Ultra™ controlevloeistof. • Controleer de vervaldatum op het flesje controlevloeistof. Noteer de uiterste gebruiksdatum (drie maanden na de datum waarop het flesje is geopend) op het flesje controlevloeistof. Gebruik de vloeistof niet na de vervaldatum of de uiterste gebruiksdatum.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 14 Wanneer moet u een test met controlevloeistof uitvoeren: • Eenmaal per week. • Als u een nieuw buisje met teststrips opent. • Als u vermoedt dat de meter of de teststrips niet juist werken. • Als de resultaten van de bloedglucosetest niet overeenstemmen met hoe u zich voelt. • Nadat de meter is gevallen. Hoe voert u een test met controlevloeistof uit: STAP 1 De teststrip plaatsen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 15 STAP 2 “Controlevloeistof” selecteren. t: “Bloed opbrengen” wordt als eerste op het scherm weergegeven. Gebruik de pijltjestoets om “Controlevloeistof” te selecteren. De meter markeert de test in het logboek automatisch als een test met controlevloeistof. Er zijn drie opties in de testmodus. Gebruik de pijltjestoets om er hier een van te selecteren. Breng pas een monster op als de door u gewenste optie op het scherm wordt weergegeven.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 16 STAP 3 De controlevloeistof opbrengen. Zo zorgt u voor een nauwkeurig resultaat: • Schud het flesje goed. • Verwijder het eerste druppeltje. • Veeg de opening van het flesje schoon. Houd de druppel bij het smalle kanaaltje aan het UITEINDE (bovenrand) van de teststrip. Als het bevestigingsvenster volledig is gevuld, begint de meter terug te tellen van 5 tot 1.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 17 STAP 4 Na 5 seconden wordt het resultaat weergegeven. Vergelijk het resultaat van de test met controlevloeistof met het bereik dat op het buisje teststrips staat afgedrukt. Het resultaat moet binnen dit bereik liggen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 18 Resultaten van tests met controlevloeistof vergelijken Als de testresultaten buiten het bereik vallen dat op het buisje teststrips staat afgedrukt, dient u de test te herhalen. In de controlevloeistofmodus worden zeer hoge en zeer lage metingen aangegeven met een getal, in plaats van met het waarschuwingsscherm “HOOG” of “LAAG” en deze metingen worden opgeslagen in het logboek als ‘Controlevloeistof Hoog’ of ‘Controlevloeistof Laag’.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 19 UW BLOED TESTEN Lees dit hoofdstuk en de bijsluiter in de verpakking van de teststrips goed door voordat u tests gaat uitvoeren. Zorg ervoor dat u alles dat u voor de test nodig hebt bij de hand hebt.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 20 De OneTouch® UltraSoft™ prikpen voorbereiden Lancet met beschermschijfje Instelknop voor prikdiepte Uitwerp-/spanmechanisme Ontspanknop OneTouch® UltraClear™ dop voor het afnemen van bloedmonsters uit de arm Diepteindicatie Instelling van prikdiepte Punt van lancet Beschermschijfje Dop LET OP: Maatregelen om de kans op infectie te verkleinen: • Gebruik lancetten of de OneTouch® UltraSoft™ prikpen nooit gemeenschappelijk met iemand anders.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM STAP 1 Een lancet plaatsen. Draai de dop linksom om deze te verwijderen. Plaats het lancet in de lancethouder en druk het lancet stevig omlaag tot dit helemaal in de houder zit. Draai het lancet niet. Draai aan het beschermschijfje tot dit loskomt van het lancet. Plaats de OneTouch® UltraSoft™ dop terug. Draai de dop rechtsom tot deze stevig vast zit. Wijzig zo nodig de instelling van de prikdiepte.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 22 STAP 2 De prikpen spannen. Schuif het uitwerp-/spanmechanisme naar achteren tot u een klik hoort. Als er geen klik hoorbaar is, kan het zijn dat de prikpen reeds was gespannen toen het lancet werd geplaatst. De prikpen is nu klaar voor gebruik. STAP 3 Uw handen en de prikplaats wassen. Gebruik warm water en zeep. Spoel en droog uw handen (en de prikplaats) grondig af.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 23 Bloedmonsters afnemen uit een vingertop Het OneTouch® UltraSmart™ systeem heeft slechts een heel klein druppeltje bloed nodig om een test uit te kunnen voeren. U kunt het bloed uit een vingertop of de arm afnemen. Er zijn belangrijke verschillen tussen de procedures voor het testen met monsters uit een vingertop en het testen met monsters uit de arm. Zie pagina 24–27 voor informatie over het afnemen van bloedmonsters uit de arm.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 24 Bloedmonsters afnemen uit de arm (“Andere prikplaats”) In de arm bevinden zich minder zenuwuiteinden dan in een vingertop en dus is het afnemen van een bloedmonster uit de arm wellicht minder pijnlijk dan uit een vingertop. De techniek voor het afnemen van bloedmonsters uit de arm is anders dan die voor de vingertop. Tevens zijn er verschillen tussen een monster uit de arm en een monster uit een vingertop, die u moet begrijpen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 25 Belangrijke informatie over testen met bloedmonsters uit de arm (vervolg) • Gebruik ook een monster uit een vingertop als u zich zorgen maakt over een hypoglykemie (reactie op insuline), bijvoorbeeld bij het besturen van een auto. Dit geldt met name wanneer u zich vaak niet bewust bent van een hypoglykemie (uitblijven van symptomen bij een insulinereactie), want een hypoglykemie is niet altijd direct waarneembaar bij bloedmonsters uit de arm.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 26 STAP 2 De prikplaats selecteren. Selecteer een zacht, vlezig gedeelte van de arm, uit de buurt van bot en vrij van zichtbare aderen en haren. Was en droog de prikplaats af. STAP 3 De prikplaats masseren. Masseer het gedeelte op de arm zachtjes om de bloedcirculatie naar de prikplaats te bevorderen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 27 STAP 5 Er moet zich een bloeddruppeltje vormen. Houd de prikpen een paar seconden tegen de huid gedrukt tot er een bloeddruppeltje is gevormd. Laat het bloed onder de dop opwellen tot het monster groot genoeg is om het bevestigingsvenster van de teststrip te vullen (werkelijke grootte: ). Knijp niet te hard in de prikplaats als u deze moet masseren om meer bloed te verkrijgen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 28 Stapsgewijze testprocedure STAP 1 De teststrip plaatsen. Dit uiteinde plaatsen Steek een teststrip met het uiteinde met de contactstaafjes omhoog in de testpoort. Druk de strip helemaal naar binnen tot deze niet verder kan. De meter wordt automatisch ingeschakeld. “OneTouch UltraSmart” wordt kort op het scherm weergegeven. Vervolgens wordt het codenummer weergegeven. De code op de meter en die van de teststrip moeten overeenkomen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 29 STAP 2 De testmodus selecteren. Opmerking: Er zijn drie opties in de testmodus. Gebruik voor het testen van bloed de pijltjestoets om een van de volgende opties te selecteren: • “Bloed opbrengen” om met een bloedmonster uit een vingertop te testen • “Andere prikplaats” om met een bloedmonster uit de arm te testen Gebruik de controlevloeistofmodus niet voor het testen van bloed.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 30 STAP 3 Het monster opbrengen. Neem een ronde druppel bloed af met de OneTouch® UltraSoft™ instelbare prikpen. Het bloedmonster moet een volume van tenminste 1 µL hebben (werkelijke grootte: ) om het bevestigingsvenster te vullen. Houd de druppel bij het smalle kanaaltje aan het uiteinde (bovenrand) van de teststrip. Correct Niet correct DOE DE VOLGENDE DINGEN NIET: • Bloedmonster opbrengen op de voor- of achterzijde van de teststrip.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 31 Houd de bloeddruppel voordat de meter begint af te tellen tegen het uiteinde (bovenrand) van de teststrip tot het bevestigingsvenster volledig gevuld is. Juist monster Als het bevestigingsvenster niet volledig is gevuld voordat de meter begint af te tellen, mag er geen bloed meer op de teststrip worden aangebracht. Verwijder in dit geval de teststrip en voer de test opnieuw uit.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 1:02 PM Page 32 STAP 4 Nauwkeurig resultaat na slechts 5 seconden. Voor plasma gekalibreerd resultaat (Voorbeeld) 5/21/03 Voor plasma gekalibreerd resultaat (Voorbeeld) Het resultaat van de bloedglucosetest wordt weergegeven nadat de meter van 5 tot 1 heeft afgeteld. De testresultaten worden automatisch in het logboek (geheugen) van de meter opgeslagen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Extra functie Nadat u een bloedglucosetest hebt uitgevoerd, kunt u het resultaat ervan vergelijken met het resultaat van de vorige test en het gemiddelde voor het betreffende tijdstip door op de pijltjestoets te drukken. Page 33 Uw resultaat: Vorige 13 Sep 02 21:55 114 104 Voor ontbijt Gem. 14 dagen 95 (Voorbeeld) Uw resultaat: Vorige 13 Sep 02 21:55 6.3 5.8 Voor ontbijt Gem. 14 dagen 5.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 34 Afvoer van gebruikte lancetten LET OP: Voer gebruikte lancetten voorzichtig af om letsel of ziekte te voorkomen. Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht in overeenstemming met de lokale richtlijnen voor het verwijderen van alle materialen. STAP 1 De dop van de prikpen verwijderen. Draai de dop linksom.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 35 Speciale berichten De OneTouch® UltraSmart™ meter geeft resultaten tussen de 20 mg/dL (1.1 mmol/L) en 600 mg/dL (33.3 mmol/L) weer. Als het testresultaat lager is dan 20 mg/dL (1.1 mmol/L) wordt “LAGE GLUCOSE” op het scherm van de meter weergegeven. Dit duidt op ernstige hypoglykemie (lage bloedglucosespiegel). U dient deze toestand onmiddellijk te behandelen volgens de aanbevelingen van uw arts/diabetesverpleegkundige.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 36 Als het resultaat van de bloedglucosetest buiten het bereik van 90–130 mg/dL (5.0–7.2 mmol/L) of het door u onder persoonlijke instelling van de meter ingestelde glucosebereik valt, vraagt de meter u een opmerking toe te voegen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Als het resultaat van de bloedglucosetest tussen 20 mg/dL (1.1 mmol/L) en 70 mg/dL (3.9 mmol/L) valt, wordt “Heeft u een snack nodig?” samen met het testresultaat op het scherm van de meter weergegeven om u eraan te herinneren dat u mogelijk een maaltijd of een snack nodig hebt. Page 37 14 Sep 02 9:30 35 mg/dL Heeft u een snack nodig? Opmerking? Druk OK (Voorbeeld) 14 Sep 02 9:30 1.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 38 METER- EN LABORATORIUMRESULTATEN VERGELIJKEN Testresultaten van de OneTouch® UltraSmart™ meter en laboratoriumtestresultaten worden beide uitgedrukt in plasmawaarden. De resultaten die u met de meter verkrijgt, kunnen echter iets verschillen van de laboratoriumresultaten wegens normale afwijkingen. De meterresultaten kunnen worden beïnvloed door factoren en omstandigheden die niet op dezelfde manier van invloed zijn op laboratoriumresultaten.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 39 In het laboratorium: • Zorg ervoor dat de test met de meter en de laboratoriumtest binnen 15 minuten na elkaar worden uitgevoerd. • Was uw handen voordat u een bloedmonster afneemt. • Gebruik uitsluitend vers capillair bloed.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 40 ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM Onderhoud De OneTouch® UltraSmart™ meter vereist geen speciaal onderhoud of speciale reiniging. Zorg ervoor dat er geen vuil, stof, bloed, controlevloeistof of andere vloeistoffen in de meter terechtkomen via de testpoort of de gegevenspoort. LifeScan adviseert de meter na elk gebruik op te bergen in het etui. De buitenkant van de meter kan worden gereinigd met een met water en mild reinigingsmiddel bevochtigd doekje.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 41 Batterijen De OneTouch® UltraSmart™ meter wordt geleverd met twee reeds geplaatst AAA alkaline batterijen. De batterijen leveren voldoende vermogen om max. 540 tests uit te voeren, dit afhankelijk van het gebruik van de achtergrondverlichting. Gebruik als de batterijen moeten worden vervangen uitsluitend twee nieuwe AAA alkaline batterijen. De meter waarschuwt u wanneer de batterij bijna leeg is door twee verschillende berichten weer te geven: 1.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 42 Zorg dat de meter is uitgeschakeld wanneer de batterijen worden vervangen. Draai de meter om voor de batterijhouder. 1. Open de batterijhouder door het lipje naar links te duwen en het klepje omhoog te trekken om dit te verwijderen. 2. Verwijder de oude batterijen. Plaats twee AAA alkaline batterijen. De symbolen plus (+) en min (–) geven aan hoe de batterijen moeten worden geplaatst. 3. Plaats het klepje terug op de batterijhouder.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 43 Opmerking: • Het vervangen van de batterijen heeft geen effect op de logboek van de meter. Het is echter mogelijk dat de instellingen voor datum en tijd moeten worden aangepast. • De eerste keer dat u de meter na het vervangen van de batterijen inschakelt, wordt de instelmodus geactiveerd. Zo nodig kunt u nu de instellingen voor datum en tijd aanpassen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 44 BERICHTEN OP HET SCHERM Hieronder volgt een overzicht van de berichten en symbolen op het scherm. MELDING UltraSmart Code --Code controleren BETEKENIS HANDELING Eerste scherm dat wordt weergegeven als de meter wordt ingeschakeld. Geeft aan dat het systeem enkele zelftests heeft uitgevoerd om te controleren of de meter naar behoren functioneert.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING Code 9 5/21/03 1:02 PM BETEKENIS HANDELING Dit is het codenummer dat in de meter is opgeslagen. Controleer of het codenummer overeenkomt met het codenummer op het buisje met teststrips dat u gebruikt. De meter vraagt u te bevestigen of het codenummer op het scherm van de meter overeenkomt met het codenummer op het buisje met teststrips dat u momenteel gebruikt. Controleer of het codenummer op het scherm overeenkomt met het codenummer op het buisje teststrips.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING Bloed opbrengen Andere prikplaats Controlevloeistof 5/21/03 1:02 PM Page 46 BETEKENIS HANDELING Het systeem is klaar voor een bloedmonster uit een vingertop. U kunt nu een bloedmonster uit een vingertop opbrengen. Het systeem is klaar voor een bloedmonster uit de arm. U kunt nu een bloedmonster uit de arm opbrengen. Het systeem is klaar voor een test met controlevloeistof. U kunt nu de controlevloeistof opbrengen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING 5 5/21/03 1:02 PM BETEKENIS HANDELING Aftellen (vijf seconden). Na het aftellen wordt het testresultaat weergegeven op de meter. Geen handeling nodig. Het resultaat van een bloedglucosetest in mg/dL (mmol/L). Geen handeling nodig.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING 8 Sep 02 10:30 135 mg/dL Opmerking? Druk OK (Voorbeeld) 5/21/03 1:02 PM BETEKENIS Page 48 HANDELING Een testresultaat buiten uw doelbereik met een bericht waarin u wordt gevraagd een opmerking toe te voegen. Druk op OK als u een opmerking wilt toevoegen. (Zie pagina 82). Een resultaat van een bloedglucosetest binnen het bereik van 240 mg/dL (13.3 mmol/L) tot 600 mg/dL (33.3 mmol/L) met het advies uw ketonenspiegel te controleren.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING ! (Voorbeeld) ! " (Voorbeeld) 5/21/03 1:02 PM BETEKENIS Als het resultaat van de bloedglucosetest tussen 20 mg/dL (1.1 mmol/L) en 70 mg/dL (3.9 mmol/L) valt, wordt “Heeft u een snack nodig?” samen met het testresultaat op het scherm van de meter weergegeven om u eraan te herinneren dat u mogelijk een maaltijd of een snack nodig hebt.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 50 WAARSCHUWINGEN EN FOUTBERICHTEN Deze berichten helpen bij het identificeren van bepaalde problemen, maar verschijnen niet in alle gevallen als zich een probleem heeft voorgedaan. Onjuist gebruik kan een onnauwkeurig resultaat veroorzaken zonder dat er een waarschuwing of foutbericht wordt weergegeven. Raadpleeg in het geval van een probleem de informatie onder HANDELING.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING WAARSCHUWING HOGE GLUCOSE 5/21/03 1:02 PM Page 51 BETEKENIS HANDELING Mogelijk is uw bloedglucosespiegel zeer hoog, hoger dan 600 mg/dL (33.3 mmol/L). Controleer in dit geval uw bloedglucosespiegel opnieuw. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als “HOGE GLUCOSE” opnieuw op het scherm wordt weergegeven. De meter heeft een temperatuur waargenomen die buiten het gebruiksbereik van het systeem valt.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING WAARSCHUWING FOUT 1 Bel Klantendienst 5/21/03 1:02 PM BETEKENIS Mogelijk is er een probleem met de meter of moet de meter opnieuw worden ingesteld. Zie handleiding 52 Page 52 HANDELING Schakel om de meter opnieuw in te stellen de meter uit en activeer de instelmodus (zie pagina 58-61). Stel de taal, tijd en datum opnieuw in. Verder dient u de code op de meter opnieuw in te stellen zodat deze overeenkomt met de code op het buisje teststrips.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING WAARSCHUWING FOUT 2 Meter- of stripprobleem Gelieve test te herhalen 5/21/03 1:02 PM BETEKENIS HANDELING Foutbericht dat kan zijn veroorzaakt door een gebruikte teststrip of door een probleem met de meter. Herhaal de test met een nieuwe teststrip. Raadpleeg pagina 7-8 voor informatie over teststrips. Neem contact op met de LifeScan INFO & SERVICE-lijn via het gratis nummer, zie achterkant handleiding, als het foutbericht opnieuw wordt weergegeven.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING WAARSCHUWING FOUT 4 Stripprobleem Gelieve test te herhalen Zie handleiding 5/21/03 1:02 PM Page 54 BETEKENIS HANDELING 1) Mogelijk is uw glucosespiegel hoog en hebt u getest in een omgeving waarvan de temperatuur in de buurt van de ondergrens van het gebruiksbereik 6-44°C van het systeem ligt. Als u de test hebt uitgevoerd in een koude omgeving dient u de test in een warmere omgeving te herhalen met een nieuwe teststrip.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL MELDING WAARSCHUWING FOUT 5 Ongeldige test Gelieve test te herhalen Zie handleiding WAARSCHUWING Batterijspanning laag! + U dient binnenkort de batterijen te vervangen Zie handleiding WAARSCHUWING Batterijen! + 5/21/03 1:02 PM Page 55 BETEKENIS HANDELING Foutbericht dat aangeeft dat de meter een probleem met de teststrip heeft waargenomen. Dit kan zijn veroorzaakt door een beschadigde teststrip of doordat het bevestigingsvenster niet volledig is gevuld.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 56 De meter wordt niet ingeschakeld na het plaatsen van een teststrip of het scherm is niet actief: WAT MOET U DOEN MOGELIJKE OORZAKEN Batterijen leeg. Vervang de batterijen. Geen batterijen of de batterijen zijn verkeerd geplaatst. Controleer of de batterijen juist zijn geplaatst. Teststrip verkeerd geplaatst. (bijvoorbeeld ondersteboven, achterstevoren of onvolledig.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 57 De test begint niet na het opbrengen van het bloedmonster: MOGELIJKE OORZAKEN WAT MOET U DOEN Bloedmonster niet groot genoeg. Herhaal de test met een nieuwe teststrip en een groter monster. Teststrip defect. Herhaal de test met een nieuwe teststrip. Monster opgebracht na automatische uitschakeling (drie minuten na het plaatsen van een teststrip). Herhaal de test met een nieuwe teststrip.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 58 INSTELLING VAN DE METER Opmerking: • Het is van belang dat het tijdstip juist is, uw medicatie is ingesteld en de etenstijden zijn ingesteld volgens uw persoonlijk dagschema. Bepaalde FastFacts™ informatie wordt anders niet juist weergegeven. • Het is niet nodig de instellingen van de meter aan te passen om te kunnen beginnen met testen. Steek eenvoudigweg een teststrip in de meter om deze in te schakelen en begin met de test. (Zie pagina 19-37).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 59 Dit bericht wordt kort weergegeven. Direct hierna wordt het taalmenu weergegeven. De basisinstellingenmodus is nu geactiveerd. De SmartButtons™ kunnen in de instelmodus niet worden gebruikt. (U kunt nog wel wanneer u maar wilt testen door simpelweg een teststrip te plaatsen.) UltraSmart De schermtaal selecteren De meter is op de fabriek ingesteld in het Engels. Druk als u Engels wilt gebruiken op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 60 De datum en tijd instellen Nadat de taal is ingesteld, geeft de meter de in de fabriek ingestelde tijd en datum weer. Volg als de datum en/of tijd onjuist zijn in de instelmodus de volgende stappen. (Zie pagina 58, Toegang tot de basisinstellingenmodus.) Begin met het instellen van de uren. Gebruik de pijltjestoets om naar het juiste uur te bladeren. Druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 61 Opmerking: Het is van belang dat de juiste datum en tijd worden geselecteerd, omdat het logboek anders mogelijk niet het meest recente resultaat als eerste weergeeft. De meter vraagt of u deze wilt aanpassen. Selecteer “Ja”(druk op OK ) als u andere instellingen van de meter wilt aanpassen. (Zie Persoonlijke instelling van de meter, pagina 62–80.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 62 PERSOONLIJKE INSTELLING VAN DE METER De OneTouch® UltraSmart™ meter beschikt over een aantal optionele functies die u kunt gebruiken om alle informatie over uw diabetes bij te houden. Via het instelmenu kunt u de meter aanpassen aan uw persoonlijk diabetesbeheerplan, waaronder informatie over de soort en hoeveelheid door u gebruikte medicatie, uw glucosedoelbereik, gebruikelijke etenstijden en nog veel meer.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Houd de OneTouch® UltraSmart™ handleiding tijdens het aanpassen van de meter ter referentie bij de hand. Page 63 “Instelmenu” wordt samen met een lijst opties op het scherm weergegeven. “Instellingen” is gemarkeerd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 64 Hieronder volgt een overzicht van de instellingen van de meter. Instellingen van de meter OPTIE FABRIEKSINSTELLING PERSOONLIJKE INSTELLING Instellingen: Tijdnotatie Datumnotatie Begin v.d. week Cholest.eenh.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 65 Instellingen van de meter (vervolg) OPTIE FABRIEKSINSTELLING PERSOONLIJKE INSTELLING Insulinepomp: UIT AAN Extra mogelijkheden: Gemiddelden 14 dag 7, 30, 60, 90 dag Stand.ingest (zie pagina 77–78) Persoonlijk 90–130 mg/dL (5.0–7.2 mmol/L) Persoonlijk –––– Persoonlijk 70 mg/dL (3.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 66 Instellingen Onder “Instellingen” vallen: • Tijdnotatie • Datumnotatie • Begin van de week • Maateenheid voor cholesterol • Piep aan of uit Druk als u een van deze instellingen wilt wijzigen op OK terwijl “Instellingen” in het instelmenu is gemarkeerd. Elke instelling geeft toegang tot een pop-up menu met de beschikbare opties. U dient alle vijf de instellingen te bekijken en voor alle vijf een optie te selecteren.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM U kunt de meter instellen op gebruik van een 12-uurs tijdnotatie met am/pm of op gebruik van een 24-uurs tijdnotatie (24:00). Gebruik de pijltjestoets om de beschikbare opties te bekijken. Markeer de door u gewenste optie en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL ! %%& 5/21/03 1:02 PM U kunt het begin van de week voor registratiedoeleinden instellen op zondag of maandag. Gebruik de pijltjestoets om de door u gewenste optie te markeren en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM De meter is in de fabriek ingesteld om tijdens de testprocedure op belangrijke punten audiosignalen (“piep”) te laten horen. Markeer AAN en druk op OK als u de piep wilt gebruiken. Markeer UIT en druk op OK als u wilt dat de meter stil werkt.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 70 Instellen diabetestabletten U kunt maximaal vijf soorten diabetestabletten registreren. Deze functie helpt u bij te houden wanneer u welke medicatie hebt gebruikt. U kunt de namen voor de medicatie in een menu selecteren (Tablet A t/m E) of u kunt de merk- of productnamen invoeren via een PC en de OneTouch™ software*.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Er wordt een pop-up menu met opties voor tabletten op het scherm weergegeven. Gebruik Tablet A-E om maximaal vijf tabletten toe te wijzen. Als u bijvoorbeeld glipizide tabletten gebruikt, kunt u deze toewijzen als “Tablet A”. U kunt de echte namen van de tabletten invoeren via de OneTouch™ diabetesbeheersoftware. Gebruik de pijltjestoets om naar de door u gewenste optie te bladeren en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 72 Instellen insuline U kunt de dagelijks door u gebruikte insuline registreren voor maximaal drie soorten insuline aan de hand van de soort insuline en het aantal eenheden. Soorten insuline kunnen worden geselecteerd in een menu met tien opties. Via een PC waarop de OneTouch™ software wordt gebruikt, kunt u elf andere soorten insuline invoeren (max. acht tekens).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Bekijk de opties in het menu om de eerste soort insuline in te voeren: Snel Mix Kort Divers Lang InsulinA Mid.lang InsulinB X lang InsulinC Page 73 Gebruik de pijltjestoets om door het menu te bladeren. Druk als de door u gewenste optie is gemarkeerd op OK . Herhaal deze stappen tot alle door u gebruikte soorten insuline zijn geselecteerd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 74 Instellen insulinepomp Als u een insulinepomp gebruikt, kunt u met de OneTouch® UltraSmart™ meter actuele informatie over de pomp invoeren. De fabrieksinstelling wordt ingesteld alsof u geen pomp gebruikt. Selecteer “Insulinepomp” in het instelmenu en druk op OK . OK Selecteer “Ja” en druk op OK als u deze functie wilt gebruiken.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 75 De laatste optie in het instelmenu heet “Extra mogelijkheden”.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL ! " # ! $ # !$ % "% % 5/21/03 1:02 PM De eerste extra mogelijkheid is Gemiddelden. De meter is ingesteld om na elke test samen met het testresultaat een 14-daags gemiddelde van de glucosetests weer te geven.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 77 Het standaard ingesteld schema wordt op het scherm weergegeven. De periodes voor zowel voor als na etenstijden zijn standaard ingesteld. Aan elke door u uitgevoerde test wordt de betreffende etenstijd toegekend en in het logboek opgenomen, of u nou volgens het schema eet of niet. Druk als u het standaard ingesteld schema wilt gebruiken op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL ! ! 5/21/03 1:02 PM Page 78 U kunt uitsluitend de begin- of starttijden van de etenstijden instellen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Vervolgens vraagt de meter u een bloedglucosebereik voor voorafgaand aan maaltijden in te stellen. De meter is standaard ingesteld op 90–130 mg/dL (5.0–7.2 mmol/L). Druk als u dit bereik wilt gebruiken tweemaal op OK . U kunt dit veranderen in het door uw arts/diabetesverpleegkundige aanbevolen bereik. Blader om de onder- en bovengrens van het bereik in stappen van 1 mg/dL (0.1 mmol/L) te veranderen naar de juiste waarden en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL " #$ & ' % % ! 5/21/03 1:02 PM Page 80 Het in de fabriek ingestelde hypoglykemisch niveau bedraagt 70 mg/dL (3.9 mmol/L). Als uw arts/diabetesverpleegkundige heeft aanbevolen een ander niveau te gebruiken, dient u naar de juiste waarde te bladeren en op OK te drukken.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 81 HET LOGBOEK VAN DE METER Het logboek van de OneTouch® UltraSmart™ meter is het geheugen van de meter. Hierin kunnen meer dan 3000 records worden opgeslagen. Via de SmartButtons™ kunt u informatie over uw diabetesbeheerplan invoeren, waaronder inspanning, gezondheid, medicatie en voeding. Opmerkingen De informatie die u samen met een testresultaat in het logboek van de meter kunt opslaan, wordt een “opmerking” genoemd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 82 Regels voor het toevoegen van opmerkingen Hieronder volgen de regels voor het toevoegen van opmerkingen in het logboek. • Druk op OK terwijl het testresultaat wordt weergegeven als u een opmerking aan een testresultaat wilt toevoegen. • Gebruik de pijltjestoets om door de verschillende menu's en opties te bladeren. • Gebruik de OK-toets om een selectie te maken.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Page 83 Opmerkingen toevoegen Hieronder staan de stappen voor het toevoegen van opmerkingen aan een testresultaat beschreven. De meter vraagt u automatisch een opmerking toe te voegen als een testresultaat buiten uw glucosedoelbereik valt. Het is echter altijd mogelijk een opmerking aan een testresultaat toe te voegen, of “Opmerking? Druk OK” nou wordt weergeven of niet.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL % # " #$ !!!!!!!! !!!!!!!! 5/21/03 1:02 PM Page 84 Gezondh. wordt altijd als eerste gemarkeerd, aangezien de opmerking over voeding automatisch wordt toegevoegd op basis van het standaard ingesteld of persoonlijk schema. (Zie Instellen extra mogelijkheden, pagina 74–80.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM Nadat u de etenstijd hebt geselecteerd, wordt “Gezondh.” automatisch gemarkeerd. Blader als u klaar bent met het toevoegen van opmerkingen naar “Bewaren” en druk op OK . Als u niet op OK drukt, worden de registraties niet opgeslagen. OK OK Page 85 8 Sep 02 10:30 Gluc. 135 Opmerking Voeding Voor Lunch Gezondh. -------Inspann. -------Bewaren 8 Sep 02 10:30 Gluc. 7.5 Opmerking Voeding Voor Lunch Gezondh. -------Inspann.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL '''''''' !" # $ % & % % % (((((((( ! "# $ % & ' & & ! & 8 Sep 02 10:30 Gluc. 135 Opmerking Voeding Gezondh. 1 Gezondh. 2 Inspann. Bewaren Voor Lunch Stress --------------- 5/21/03 1:02 PM Nadat u de eerste opmerking over uw gezondheid hebt toegevoegd, wordt “Gezondh. 2” automatisch op het scherm weergegeven.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:02 PM OPMERKINGEN OVER INSPANNING Page 87 # $ %" %& % U kunt als opmerking bij een testresultaat aangeven of u de test voor, tijdens of na inspanning hebt uitgevoerd. ! ! " $ % "&' & ! " ! # Nadat u de opmerking over inspanning hebt toegevoegd, wordt “Bewaren” automatisch gemarkeerd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 88 Registraties in het logboek “Registraties in het logboek” zijn opmerkingen over inspanning, gezondheid, medicatie en voeding die niet aan een test gekoppeld zijn. Het is niet noodzakelijk een bloedglucosetest uit te voeren om belangrijke informatie over uw diabetes in het logboek van de meter te kunnen invoeren. De SmartButtons™ gebruiken Met de SmartButtons™ kunt u informatie over uw diabetesbeheerplan invoeren.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 89 Hieronder volgt een lijst met registraties die u in het logboek kunt invoeren. SmartButton™ REGISTRATIES IN HET LOGBOEK Duur (voer de tijds-duur in) Licht Matig Zwaar Opm. Gezondheid: Stress Menstruatie Hypogevoel Vakantie Ziekte Anders Gezondh.ctrl.: Ketonen HbA1c Microalbumine Cholesterol Bloeddruk Oogonderzoek Voetonderzoek Gewicht/Lengte Doktersbezoek Tabletten (1–5 en hoeveel van elk) Insuline (1–3 en eenheden) Insulinepomp Koolhydr.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 90 Regels voor registraties in het logboek • Druk als u registraties aan het logboek wilt toevoegen op een SmartButton™ om de meter in te schakelen. Het pictogram van de door u geselecteerde categorie wordt linksboven op het scherm weergegeven en de naam van de categorie wordt bovenaan het scherm weergegeven. Als u per ongeluk op een verkeerde SmartButton™ hebt gedrukt, kunt u op een andere SmartButton™ drukken of - - selecteren in het menu met opties.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 91 De datum en tijd invoeren Druk op OK als u registraties die betrekking hebben op de huidige datum en tijd in het logboek wilt invoeren. OK Selecteer “Ander tijdstip” en druk op OK als de registratie betrekking heeft op een eerdere datum en tijd. OK Kies registratiedatum Op het scherm wordt een kalender weergegeven.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 92 REGISTRATIES IN HET LOGBOEK OVER INSPANNING Druk terwijl de meter is uitgeschakeld op de SmartButton™ Inspanning. De bovenstaande opties worden op het scherm weergegeven. Selecteer de huidige datum en tijd om een registratie over inspanning voor dit tijdstip in het logboek in te voeren.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM De door u in het logboek ingevoerde registratie over inspanning wordt als hier aangegeven in het logboek van de meter opgeslagen. Het is ook mogelijk door het logboek te bladeren om zo eerdere registraties te bekijken. Druk terwijl het logboek wordt weergegeven op OK om de gemarkeerde registratie te bewerken of te verwijderen (zie pagina 112–115).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 94 De registratie in het logboek met uw “Opm. Gezondheid” wordt als hier aangegeven in het logboek opgeslagen. “Gezondh.ctrl.” is een andere soort registratie over gezondheid dat u in het logboek kunt invoeren. De gezondheidscontroles omvatten thuis en op het laboratorium uitgevoerde tests en onderzoeken van de arts. Al deze informatie is van vitaal belang voor een goed diabetesbeheerplan.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 95 Bij veel van de gezondheidscontroles kunt u numerieke waarden invoeren. Gebruik om de waarden aan te passen de pijltjestoets om omhoog of omlaag te bladeren. Druk op OK om de door u geselecteerde gegevens op te slaan en terug te keren naar het menu “Gezondh.ctrl.”. Hieronder volgen voorbeelden van registraties die onder “Gezondh.ctrl.” kunnen worden ingevoerd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL ! "" 5/21/03 1:03 PM Page 96 U keert terug naar het menu “Gezondh.ctrl.” en “Verlaat gezondhcontr.” wordt automatisch gemarkeerd. Druk als u klaar bent met het invoeren van registraties op OK terwijl “Verlaat gezondhcontr.” is gemarkeerd. Gebruik als u andere gezondheidscontroles wilt invoeren de pijltjestoets om naar de betreffende optie in het menu te bladeren en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM HbA1c De resultaten van tests op hemoglobine A1c, ook bekend als HbA1c of A1c, kunnen in stappen van 0.1 worden ingevoerd met als waarde 4 tot 15%. Bij het invoeren van de gegevens wordt begonnen met de laatste door u opgeslagen waarde. Blader naar de door u gewenste waarde en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 98 Cholesterol 15 Sep 02 15:30 Gezondh.ctrl. Cholesterol Totaal: LDL: HDL: Trigl.: 187 ---------- 15 Sep 02 15:30 Gezondh.ctrl. Druk op OK om naar de volgende soort cholesterol te gaan. Druk op de terugtoets om naar een eerder op het scherm weergegeven soort cholesterol te gaan. OK Cholesterol Totaal: LDL: HDL: Trigl.: U kunt de resultaten van tests op cholesterol invoeren in stappen van 1 mg/dL (0.1 mmol/L) voor: • Totaal (max. >1000 mg/dL) (>25.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 99 Bloeddruk ol Het bereik in het logboek voor de eerste waarde (systolisch) is 80–200 mmHg. Het bereik voor de tweede waarde (diastolisch) is 40–150 mmHg. Beide kunnen worden ingevoerd in stappen van 1 mmHg. Als uw bloeddruk (Bl. druk) boven of onder deze bereiken valt, wordt - - - op het scherm weergegeven en wordt uw bloeddruk niet in het logboek opgeslagen. 15 Sep 02 15:30 Gezondh.ctrl.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 100 Gewicht/Lengte Voer uw gewicht in stappen van 0.5 kilogram en uw lengte in stappen van 0.5 centimeter in. Bij het invoeren van de gegevens wordt begonnen met de laatste door u opgeslagen waarde. Doktersbezoek Selecteer “Registreer doktersbezoek” om de datum van uw laatste bezoek aan uw arts in te voeren.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM REGISTRATIES IN HET LOGBOEK OVER MEDICATIE Druk op de SmartButton™ Medicatie om toegang te krijgen tot dit menu. U kunt informatie over uw diabetestabletten, soorten en dosissen insuline en de insulinepomp bijhouden. Selecteer de huidige datum en tijd of “Ander tijdstip”. (Zie pagina 91). Als u in de instelmodus 0 tabletten, 0 soorten insuline en “Nee” voor de pomp hebt ingevoerd, wordt dit bericht weergegeven.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 102 Diabetestabletten 8 Sep 02 21:20 Registr. medicatie Tablet A Tablet B InsulinA InsulinB Pomp bolus Dagtotaal pomp Selecteer om uw diabetestabletten in te voeren het door u gebruikte tablet en druk op OK . OK Voer het aantal door u gebruikte tabletten in (in stappen van 0.5 of halve pillen) en druk op OK . Bij het invoeren van de gegevens wordt begonnen met de laatste door u opgeslagen waarde.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 103 Insulinedoses 8 Sep 02 21:20 Registr. medicatie Markeer een soort insuline en druk op OK om hiervoor een insulinedosis in te voeren. OK Voer vervolgens het aantal eenheden insuline in. De meter is in de fabriek ingesteld om de eenheden in stappen van 0.1 weer te geven. Bij het invoeren van de gegevens wordt begonnen met de laatste door u opgeslagen waarde.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 104 Insulinepomp U kunt informatie over de insulinepomp invoeren als een bolus of als een dagtotaal. 8 Sep 02 21:20 Registr. medicatie Tablet A Tablet B InsulinA InsulinB Pomp bolus Dagtotaal pomp 8 Sep 02 21:20 Registr. medicatie Selecteer “Pomp bolus” en druk op OK als u bolusinformatie wilt invoeren. OK Voer vervolgens de eenheden in stappen van 0.1 in en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 105 De ingevoerde dosis wordt als hier aangegeven in het logboek van de meter opgeslagen. Blader naar “Dagtotaal pomp” en druk op OK om het totaal via de pomp van de betreffende dag in te voeren. OK Gebruik de pijltjestoets om naar het aantal in de afgelopen 24 uur door u gebruikte eenheden te bladeren en druk op OK . Bij het invoeren van de gegevens wordt begonnen met de laatste door u opgeslagen waarde.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 8 Sep 02 21:20 Registr. medicatie Tablet A Tablet B InsulinA InsulinB Pomp bolus Verlaat registr.medic. 5/21/03 1:03 PM Page 106 Selecteer “Verlaat registr.medic.” als u klaar bent met het invoeren van de registratie over uw medicatie in het logboek. Het ingevoerde “dagtotaal pomp” wordt als hier aangegeven in het logboek van de meter opgeslagen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 107 REGISTRATIES IN HET LOGBOEK OVER VOEDING r Voeding en bloedglucosespiegel zijn nauw aan elkaar gerelateerd. Via de registraties in het logboek kunt u per soort voedingsstof voor elke maaltijd of snack belangrijke informatie over de voedingswaarde invoeren. Druk op de SmartButton™ Voeding en selecteer de huidige datum en tijd of “Ander tijdstip”. Voer vervolgens via het menu met maaltijden de soort maaltijd in.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL Diner Informatie Koolhydr.: Vetten: Calorien: Eiwitten: 5/21/03 1:03 PM Page 108 U kunt koolhydraten (koolhydr.), vetten en eiwitten in stappen van 1 eenheid invoeren binnen een bereik van 0 tot 250. U mag zelf kiezen of u eenheden of gram gebruikt om de koolhydraten in te voeren. U kunt calorieën in stappen van 5 eenheden invoeren binnen een bereik van 0 tot 2550. Gebruik de pijltjestoets om de eenheden van de verschillende voedingstoffen te veranderen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 109 Logboekinformatie toevoegen, veranderen en verwijderen Stap 1. Stap 2. Druk op de FastFacts™ toets om toegang te krijgen tot het menu FastFacts™. Selecteer “Logboek” in het menu FastFacts™ en druk op OK . De meest recent in het logboek ingevoerde registratie wordt op het scherm weergegeven. Gebruik de pijltjestoets om door de registraties in het logboek te bladeren. OK Stap 3. Let op wat er op het scherm van het logboek is gemarkeerd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 110 OPMERKINGEN BIJ TESTS BEWERKEN OF VERWIJDEREN (voorbeeld) Zorg ervoor als u een opmerking wilt bewerken of verwijderen dat de glucosetest waarbij de opmerking hoort is gemarkeerd. Druk op de OK-toets . (Zie pagina 112 voor een voorbeeld van een registratie in het logboek.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 111 Blader naar de gewenste etenstijd en druk op OK . OK $$$$$$$$ % % & %%%%%%%% ! & U kunt nu ook andere opmerkingen bewerken. Blader als u een opmerking wilt verwijderen naar - - - en druk op OK . Blader als u klaar bent met het bewerken van de opmerkingen naar “Bewaren” en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 112 De bewerkte opmerking wordt als hier aangegeven in het logboek van de meter weergegeven. REGISTRATIES IN HET LOGBOEK BEWERKEN OF VERWIJDEREN (voorbeeld) Alle registraties in het logboek worden op dezelfde manier bewerkt of verwijderd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL Druk op OK te bewerken. OK 5/21/03 1:03 PM Page 113 om de gegevens Controleer of het pictogram, de datum en tijd en de beschrijving de juiste zijn. (Druk als u een foutje hebt gemaakt op de terugtoets om naar het menu terug te keren.) Druk op OK als de door u gewenste etenstijd is gemarkeerd. Blader als u een andere etenstijd wilt invoeren naar de betreffende etenstijd en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL Diner Informatie Koolhydr.: 45 Calorien: 15 --- Eiwitten: --- Vetten: 5/21/03 1:03 PM Page 114 Gebruik de pijltjestoets om de waarde te veranderen en druk op OK . OK De bewerkte registratie wordt als hier aangegeven in het logboek van de meter weergegeven. Markeer als u een registratie wilt verwijderen de betreffende registratie en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 115 Gebruik de pijltjestoets om “Verwijderen” te selecteren en druk op OK . OK De registratie wordt uit het logboek verwijderd.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 116 OneTouch® UltraSmart™ FastFacts™ Menu FastFacts™ U krijgt toegang tot de FastFacts™ door op de SmartButton™ FastFacts™ te drukken. Hierdoor komt u in het geheugen van de meter. Via de FastFacts™ kunt u tabellen en grafieken van de testresultaten en andere door u ingevoerde logboekgegevens bekijken. SmartButton™ FastFacts™ Opmerking: De meter wordt na een minuut niet gebruikt te zijn uitgeschakeld.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 117 Menu FastFacts™ Logboek (Meter Memory) ■ Resultaten van glucosetests met opmerkingen en registraties in het logboek op datum en tijd. Gluc. via maaltijd ■ Resultaten van glucosetests voor en na maaltijden op datum. Glucoseanalyse ■ Grafiek alle resultaten. Interactieve grafiek met de resultaten van alle glucosetests op datum. Grafiek naar tijdstip. Grafiek met de resultaten van glucosetests naar tijdstip. Gemidd. alle resultaten.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 118 Logboekgeheugen Selecteer “Logboek” als u de details van de verschillende glucosetests, opmerkingen en registraties in het logboek wilt bekijken. Het logboek is het geheugen van de meter. U kunt alle registraties in het logboek van de meter bekijken op datum en tijd door op de pijltjestoets te drukken. U kunt de records niet alleen bekijken, maar ook bewerken. (Zie pagina 109-115). Hieronder staan voorbeelden van records.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 119 Glucose via maaltijd Selecteer “Gluc. via maaltijd” als u de testresultaten voor en na maaltijden wilt bekijken. Markeer de gewenste etenstijd en druk op OK . Er wordt op datum een overzicht van alle testresultaten voor en na de geselecteerde maaltijd of 's nachts weergegeven. Gebruik de pijltjestoets om meer registraties te bekijken. OK Gluc. via maaltijd 12 Dec 11 Dec 10 Dec 10 Dec 9 Dec Voor ontb.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 120 Glucoseanalyse Als u “Glucoseanalyse” selecteert in het menu FastFacts™ verschijnt er een extra menu met opties. Gebruik de pijltjestoets om naar het gewenste menu te bladeren en druk op OK .
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 121 INTERACTIEVE GRAFIEK MET ALLE RESULTATEN In de interactieve grafiek worden de testresultaten van drie dagen tegelijkertijd weergegeven, waarbij het meest recente resultaat knipperend wordt weergegeven. Een dikke streep boven de data geeft een weekend aan. De twee stippellijnen geven de laagste en hoogste waarde van uw glucosebereiken voorafgaand aan en na maaltijden weer (zie Instellen extra mogelijkheden, pagina 74–80).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 122 U kunt terug en vooruit in de tijd bladeren met de pijltjestoets . De afzonderlijke testresultaten worden tijdens het bladeren knipperend weergegeven. Druk als u de details van een test wilt bekijken op OK terwijl het betreffende testresultaat knipperend wordt weergegeven. Druk op de terugtoets om terug te keren naar de grafiek. U kunt zo vaak u wilt van de grafiek naar het logboek en terug gaan.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 123 GRAFIEK NAAR TIJDSTIP U kunt de testresultaten bekijken in een grafiek naar tijdsperiode als u “Grafiek naar tijdstip” selecteert. In deze grafiek worden de resultaten steeds dag per dag in een week weergegeven. Elke keer dat u het einde van de weergegeven grafiek bereikt, schuift de grafiek een dag op.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 124 GEMIDDELDE ALLE RESULTATEN De gemiddelden van de testresultaten, genomen over de afgelopen 7, 14, 30, 60 en 90 dagen, met tussen haakjes het aantal in deze tijdsperiode uitgevoerde tests.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 125 GEMIDDELDE NAAR TIJDSTIP De gemiddelden naar tijdstip genomen over de afgelopen 7, 14, 30, 60 en 90 dagen. Het aantal tests waarover het gemiddelde is genomen, wordt links tussen haakjes aangegeven. (14) (14) (14) (14) (7) (2) Gem. naar tijdstip 14 dagen Voor ontbijt Na ontbijt Voor lunch Voor diner Na diner Nacht 95 135 80 128 125 155 (14) (14) (14) (14) (7) (2) Gem.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 126 GEMIDDELDE NAAR INSPANNING De gemiddelden van testresultaten voor, tijdens en na inspanning genomen over de afgelopen 7, 14, 30, 60 en 90 dagen. Het aantal tests waarover de gemiddelden zijn genomen, wordt links tussen haakjes aangegeven. Gem. naar inspanning 14 dagen (14) Voor inspan. 125 Gem. naar inspanning 14 dagen (14) Voor inspan. 6.9 ( 3) Bij inspan. 103 ( 3) Bij inspan. 5.7 (14) Na inspan.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 127 INFO GLUCOSEBEREIK Als u in de instelmodus de glucosebereiken voorafgaand aan en na maaltijden hebt ingesteld, kunt u het percentage testresultaten bekijken dat boven, onder en binnen uw doelbereiken is gevallen. Als u dit niet hebt gedaan, wordt het in de fabriek ingestelde bereik voorafgaand aan maaltijden van 90–130 mg/dL (5.0–7.2 mmol/L) gebruikt. Het doelbereik na maaltijden moet door de gebruiker worden ingesteld (zie pagina 79).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 128 INSULINEGEBRUIK Selecteer Insulinegebruik in het menu FastFacts™. Insulinegebruik Kort Mid.lang Spuittotalen Pomp De afzonderlijke soorten insuline, in dit voorbeeld Kort en Mid.lang, zijn gebaseerd op de in de instelmodus geselecteerde soorten insuline (zie pagina 72–73).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM In dit voorbeeld word weergegeven hoeveel de soort insuline Kort gemiddeld is gebruikt gedurende de afgelopen 14 dagen. Het getal tussen haakjes links van het tijdssegment geeft het aantal registraties in het logboek binnen die tijdsperiode aan. Merk op dat elke tijdsperiode zowel voor als na de betreffende maaltijd omvat. (Raadpleeg pagina 77–78 als u het schema wilt veranderen.) Page 129 Kort Insuline 14 Dag (gem.) (14) Ontbijt 6:00 - 11:00 8.0 10.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL Insulinegebruik Spuittotalen 5/21/03 1:03 PM Page 130 In dit voorbeeld wordt het gemiddelde van de afgelopen 14 dagen gebruikte eenheden insuline weergegeven. Het getal tussen haakjes geeft het aantal insulinepen- of spuitregistraties gedurende die tijdsperiode aan. Het sterretje (*) achter het getal geeft aan dat er voor tenminste een tijdsperiode geen registratie is.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 131 INSULINEPOMP Selecteer “Pomp” om de gebruikte bolussen, daggemiddelden en dagtotalen te bekijken. U kunt de afgelopen 7, 14, 30, 60 of 90 dagen bekijken. Insulinegebruik Mix Snel Spuittotalen Pomp Insulinegebruik Via “Bolus” krijgt u het gemiddelde van de gebruikte bolussen per etenstijd (ontbijt, lunch, diner, nacht) te zien, op basis van uw schema (zie pagina 77-78).
DCO_06158102A_OUS_OB_NL Insulinegebruik Pomp 14 Dag (gem.) Dagtotaal Insuline via pomp (12)* 52.3 5/21/03 1:03 PM Page 132 Via “Daggemiddelde” krijgt u het gemiddelde van het dagtotaal insuline via de pomp te zien. In dit voorbeeld wordt het gemiddelde over de afgelopen 14 dagen weergegeven. Het aantal registraties staat tussen aanhalingstekens. Een sterretje (*) geeft aan dat er dagen zonder registraties zijn.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 133 INFORMATIE OVER HYPOGLYKEMIE Als u “Info hypo” selecteert in het menu FastFacts™ geeft de meter het huidige aantal hypoglykemische gebeurtenissen weer als gedefinieerd door het onder Extra mogelijkheden ingestelde niveau (zie pagina 80). Het aantal gebeurtenissen voor en na maaltijden en 's nachts gedurende de afgelopen 7, 14, 30, 60 en 90 dagen wordt weergegeven. Gebruik de pijltjestoets om de andere tijdsperiodes te bekijken.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 134 Voedingsgemiddelden Selecteer “Voedingsgemid.” om de gemiddelde dagelijkse inname van koolhydraten, vetten, calorieën en eiwitten gedurende de afgelopen 7, 14, 30, 60 en 90 dagen te bekijken.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 135 Gezondheidscontroles Selecteer “Gezondh.ctrl.” om de resultaten en data van verschillende gezondheidsonderzoeken te bekijken. Blader met de pijltjestoets naar de soort gezondheidscontrole en druk op OK . De registraties worden op het scherm weergegeven.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 136 Helpinformatie Via dit scherm wordt aanbevolen de LifeScan INFO & SERVICE-lijn te bellen via het gratis nummer, zie achterkant handleiding of onze website te bezoeken als u hulp nodig hebt bij het testen of algemene informatie over diabetes wilt. Bezoek www.LifeScanBenelux.com of zoek in het overzicht op de homepage van de www.LifeScan.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 137 ™ STAP 1 De OneTouch Software installeren. Installeer de OneTouch™ Software op uw computer aan de hand van de instructies in de OneTouch™ diabetesbeheersoftware gebruikershandleiding. STAP 2 De LifeScan interfacekabel aansluiten. Sluit de LifeScan interfacekabel aan op een seriële poort aan de achterzijde van de computer. Sluit de LifeScan interfacekabel terwijl de meter is ingeschakeld aan op de gegevenspoort links aan de bovenzijde van de meter.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 138 STAP 3 Gegevens overzetten. Volg de instructies in de handleiding bij de OneTouch™ diabetesbeheersoftware om de gegevensoverdracht te starten. Als er niet binnen een minuut een opdracht wordt ontvangen, wordt de meter uitgeschakeld. U kunt ook de terugtoets ingedrukt houden om de meter uit te schakelen.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 139 SPECIFICATIES Bereik van resultaten: 20 tot 600 mg/dL (1.1 tot 33.3 mmol/L) Kalibratie: Plasmawaarden Monster: Vers capillair volbloed Grootte van monster: Minimaal 1 microliter Testduur: 5 seconden Analysemethode: Glucose-oxidasebiosensor Voedingsbron: Twee AAA alkaline batterijen Levensduur batterij: Ca.
DCO_06158102A_OUS_OB_NL 5/21/03 1:03 PM Page 140 GARANTIE De producent garandeert dat de OneTouch® UltraSmart™ meter gedurende een periode van drie jaar geen materiaal- en montagefouten zal vertonen. Deze garantie is geldig vanaf de datum van aankoop. De garantie geldt uitsluitend voor de oorspronkelijke koper en is niet overdraagbaar.
DCO_06158102A_OUS_OBC_NL 5/21/03 9:12 AM Page ii LifeScan INFO & SERVICE-lijn: 0800-15325 (België) 0800-022 24 45 (Nederland) Bezoek: www.LifeScanBenelux.com Verdeeld door: LifeScan Benelux Division of Ortho-Clinical Diagnostics NV Antwerpseweg 19-21 B-2340 Beerse Belgium © LifeScan, Inc. 2003 Milpitas, CA 95035 05/2003 U.S.